‘Eindelijk’, was de verzuchting die de afgelopen maanden door de wandelgangen in Brussel en in heel wat Europese hoofdsteden klonk, terwijl op de kalenders de datum van 1 december dichterbij kroop. Die datum markeerde een nieuw begin: het was de eerste werkdag van António Costa als voorzitter van de Europese Raad.
De Portugese oud-premier is de man die de komende tweeëneenhalf jaar de topbijeenkomsten van regeringsleiders uit de Europese Unie zal voorzitten. Deze week maakt hij zijn debuut, met een EU-top op donderdag, voorafgegaan door een EU-beraad met Balkanlanden op woensdagavond.
Met de persoon van Costa had die verzuchting weinig te maken. Diplomatiek Europa is in de eerste plaats opgelucht dat de termijn van de Belg Charles Michel erop zit. De afgelopen vijf jaar – Michel werd ondanks alle kritiek herkozen – hebben bij veel diplomaten geen beste nasmaak achtergelaten.
Onder Michels voorzitterschap verzandden de topbijeenkomsten keer op keer in urenlange sessies die tot diep in de nacht voortduurden, vol geharrewar over punten en komma’s, terwijl de voorzitter zelf voortdurend de aandacht trok met extra ingelaste bijeenkomsten en buitenlandse reizen.
Zo bekeken ligt de lat voor Costa, die in zijn acht jaar als premier veel ervaring met EU-toppen opbouwde, niet hoog. Maar wie Costa simpelweg ziet als het fotonegatief van zijn bombastische voorganger, kan hem onderschatten. Als er iemand is die weet hoe het is om in verhitte tijden compromissen te smeden tussen knetterende krachten en botsende belangen, is hij het.
Oude taboes
Toen Costa voor het eerst premier van Portugal werd, in 2015, was zijn land de klappen van de eurocrisis nog niet te boven. De boekhouders van het IMF hadden nog geen maand eerder hun kantoor in Lissabon gesloten en bleven bezorgd toekijken, zeker toen Costa een alliantie sloot met radicaal-links en een partij van communisten die uit de euro wilde stappen. Alom werd getwijfeld: zou het fragiele Portugal opnieuw gaan wankelen?
Maar Costa bleek een evenwichtskunstenaar. Slalommend tussen zijn linkse coalitiepartners en de strenge vorsers van begrotingsdiscipline in Brussel, Frankfurt en Washington wist Costa als premier iedereen tevreden te stellen: economische groei en keurige begrotingen, zonder de pijn van de bezuinigingsdrang uit de voorgaande jaren. Het leverde hem tweemaal herverkiezing op.
De diplomatieke aanpak weerhield Costa er niet van zo nu en dan de confrontatie te zoeken. Hij was het die in 2017 aandrong op het vertrek van Jeroen Dijsselbloem als voorzitter van de eurogroep. De PvdA’er had snerend gezegd dat solidariteit belangrijk was, maar dat je niet om financiële steun kon vragen als je al je geld uitgaf aan ‘drank en vrouwen’. Dijsselbloem moest diep door het stof. Later dat jaar werd hij opgevolgd door Mário Centeno, Costa’s rechterhand en minister van Financiën.
Ook over de Europese verhouding met China was Costa uitgesproken. Terwijl de argwaan over de groeiende invloed vanuit Beijing op Europese bodem toenam, nam Costa het op voor de Chinese aanwezigheid in zijn land. China had het land immers mede uit de eurocrisis gered. „We leven in een wereld vol met risico’s. Daar moeten we mee leren omgaan”, zei hij in 2019 in een interview met NRC resoluut over het gevaar dat Europa zich uitleverde aan China.
Geen geruzie meer
De diplomatieke jongleerkunsten die Costa in Portugal verfijnde, mag hij nu inzetten aan de vergadertafel van de 27 regeringsleiders in de EU. In de aanloop naar zijn eerste werkdag maakte hij al een rondje langs 25 van hen. Alsof hij duidelijk wilde maken: jullie zijn de baas.
Een van hun wensen heeft Costa bij het opstellen van de agenda al overgenomen. In zijn ideale wereld nemen de ambassadeurs van de lidstaten in Brussel het gedetailleerde overleg over de slotverklaring op zich, zodat de leiders hun handen vrij hebben voor inhoudelijke discussies.
Costa drukte de ambassadeurs op het hart de slottekst af te ronden voorafgaand aan een top, dan zou hij proberen te voorkomen dat regeringsleiders de tekst openbreken. Kleine tekstwijzigingen leidden vaak tot nachtelijk geharrewar. EU-toppen mogen in Costa’s strakkere schema ook nog maar één dag duren. Een vergadering over buitenlands beleid zou nog wel eens gedisciplineerd kunnen verlopen, maar discussies over geld lopen al snel uit de hand omdat de leiders allemaal popelen iets binnen te halen.
Goede verhoudingen
Behalve een strakker vergaderschema snakken de regeringsleiders ook naar een voorzitter die goed overweg kan met die andere Europese ‘president’: Ursula von der Leyen, de voorzitter van de Europese Commissie, het dagelijks bestuur van de unie. Costa zal willen voorkomen dat hij à la Michel in een loopgravenoorlog met VDL belandt. Ook hier doet hij zijn best om goede wil te tonen: de Portugees vergadert sinds zijn benoeming elke twee weken met Von der Leyen.
De eerste Costa-top staat donderdag in het teken van het buitenlandbeleid van de EU, in het bijzonder de steun voor Oekraïne. De leiders buigen zich onder meer over de vraag welke rol de EU kan spelen in eventuele onderhandelingen over een staakt-het-vuren en in het bewaken van zo’n overeenkomst. De Oekraïense president Volodymyr Zelensky is aanwezig; hij woont woensdagavond ook een diner met NAVO-chef Mark Rutte bij.
Concrete doorbraken liggen lastig nu zowel Frankrijk als Duitsland de blik naar binnen gericht hebben, vanwege verkiezingen in Berlijn en politiek tumult in Parijs. Emmanuel Macron is zelfs niet van de partij, vanwege de cycloon op het Franse eiland Mayotte. Scholz moet nu namens Macron het woord voeren.
Costa’s eerste top markeert hoe dan ook in meerdere opzichten een nieuw begin. In Brussel is een nieuwe Europese Commissie aangetreden en in de VS begint op 20 januari een nieuw politiek tijdperk. Het is ook een eerste test van Costa’s nieuwe efficiëntere vergadermethode. Daarin zien velen vooralsnog een staaltje wensdenken. Maar, zo relativeert een EU-topambtenaar, „het is goed als je begint met wensdenken”.
Lees ook
Europese Commissie wil Rusland weren van de Balkan, daarom wordt uitbreiding van de EU versneld