Kamermuziekfestival Utrecht houdt je in de feeststemming

Recensie

Muziek

Kamermuziek Mee op ‘kerkenmarathon’ op het Internationaal Kamermuziek Festival Utrecht: koude straten, warme kerken, oliebollen, Glühwein en heerlijke muziek.

Boris Brovtsyn (viool), Timothy Ridout (altviool), Daniel Blendulf (cello) en Pablo Ferrández (cello) spelen het ‘Tweede strijkkwartet’ van Anton Arenski tijdens het Internationaal Kamermuziekfestival Utrecht.
Boris Brovtsyn (viool), Timothy Ridout (altviool), Daniel Blendulf (cello) en Pablo Ferrández (cello) spelen het ‘Tweede strijkkwartet’ van Anton Arenski tijdens het Internationaal Kamermuziekfestival Utrecht.

Foto Marieke Wijntjes

Die dagen tussen Kerst en Oud en Nieuw zijn een beetje vreemd. Soms is het net alsof ze niet helemaal bestaan. Je hebt er net tweeënhalve dag feeststemming op zitten, en over een week heb je dat gevoel weer nodig. Een week is te kort om te ontnuchteren, dus kun je het feestgevoel maar beter vasthouden. Het Internationaal Kamermuziek Festival Utrecht helpt daar ook deze winter weer flink bij.

Het festival is opgericht en wordt geleid door sterviolist Janine Jansen; de concerten met haar blijven hoogtepunten. Bezoekers van de opening dinsdag hadden pech: Jansen moest door ziekte afzeggen, maar beloofde de andere concerten wel te spelen.

Zoals woensdagavond, toen je mee kon op ‘Kerkenmarathon’: drie kwartier kamermuziek in drie kerken, met een verfrissende (en verplichte) wandeling tussendoor. De grote apotheose zit de hele avond als voorpret in je hoofd: in de laatste kerk speelt Janine Jansen zelf, samen met haar gastprogrammeur, altviolist Amihai Grosz.

Klap van de avond

In elke kerk klonk woensdag eerst een van die bekende cellosuites van Bach. In de Geertekerk, chocomel of Glühwein achter de kiezen, opende Pablo Ferrández ook maar meteen met een hoogtepunt: een vlotte, levendige, pientere vertelling van de Eerste. Daarna schoof hij aan in het Tweede strijkkwartet van Anton Arenski. Vooral de variaties op een thema van Tsjaikovski, aan wie Arenski het stuk opdroeg, gingen levendig alle kanten op.

Na een stop in de Lutherse Kerk, met een veel zakelijker Derde cellosuite door Zvi Plesser en een vreselijk moeilijk te spelen en dus een beetje wiebelig hoornkwintet van Mozart, landde je in een bomvolle Nicolaikerk. Daar kwam de klap van de avond: Janine Jansen heeft de hele dag gerepeteerd en voelde zich daarna te moe om te spelen.


Lees ook een interview met Janine Jansen: ‘Soms is muziek zo schrijnend mooi dat ik moet huilen’

Dat verdriet vergeet je een beetje bij een bijzondere uitvoering van de Tweede cellosuite: niet voor één cello, maar twee, in een arrangement van Plesser en zijn compagnon Hillel Zori. Ze trokken de suites uit elkaar, verdeelden ze over twee celli en voegden harmonienoten toe die Bach insinueert, maar nooit op één cello kan laten klinken. Ferrández mocht voor een keer Zori’s plek innemen. Weer klinkt een nadruk op de donkerte, met stemmen die elkaar in de laagte najagen. Bach klinkt plots heel vol. Het is muzikaal hoogst interessant, maar qua ervaring toch niet zo sterk als een cello solo. Juist dat desolate van één cello die zo krankzinnig mooi speelt, is wat je bij de strot grijpt.

De vervanging voor Jansen en Grosz kwam in de vorm van het jonge Noorse strijkkwartet Opus13, dat na hun geprogrammeerde deel van de avond (een nog net niet helemaal lekker in de gietvorm zittende Langsamer Satz van Anton Webern) bleef zitten. Ze speelden alvast een deel uit hun concert van vrijdag: het tweede deel uit het Tweede strijkkwartet (opus 13, vandaar) van Mendelssohn. Daarmee wisten ze een onverwacht groot deel van het verdriet om Jansen weg: wat klonk dat geoefend, helder, warm en geladen samen! Dat beloofde veel goeds voor hun concert vrijdagmiddag.


Klassiek Bekijk een overzicht van onze recensies over klassiek