Het demissionaire kabinet wil dat schoolleiders en leerkrachten meer invloed krijgen op alles wat direct de klas raakt, zoals de keuze voor lesmethodes en toetsen. Zij moeten ook meer te zeggen krijgen over waar het geld naartoe gaat dat beschikbaar is voor scholen. De schoolbesturen, grote organisaties waarbij soms wel tientallen scholen zijn aangesloten, zouden zich meer moeten bezighouden met het ontlasten van de scholen, zodat die kunnen focussen op goed onderwijs. Ook moeten ze het geld voor onderwijs dat zij van het ministerie ontvangen en verdelen over de scholen, voor minimaal 80 procent besteden aan personeel. Als ze die norm niet halen, moeten ze uitleggen waarom ze daarvan afwijken.
Dat schrijft minister Mariëlle Paul (Primair en Voortgezet Onderwijs, VVD) in een brief aan de Tweede Kamer. Ze schetst hierin drie scenario’s voor een nieuwe manier om het onderwijs aan te sturen. In één scenario krijgen de schoolbesturen het volledig voor het zeggen. In een ander scenario zijn er geen schoolbesturen en regelen scholen alles zelfstandig. Het demissionaire kabinet kiest liever voor een middenweg, waarin de verantwoordelijkheden tussen schoolbesturen en scholen verdeeld zijn.
De Tweede Kamer moet uiteindelijk beslissen welk model wordt gekozen. „Wij zijn als kabinet wel demissionair, maar dat wil niet zeggen dat we helemaal niets meer doen”, zegt minister Paul in een telefonische toelichting. „Wij doen nu een voorzet waar de Tweede Kamer en het nieuwe kabinet mee aan de slag kunnen.”
De schoolbesturen opheffen is volgens haar een brug te ver. „Dan zouden schoolleiders ook verantwoordelijk worden voor het afleggen van verantwoording over een doelmatige besteding van het geld, en voor de hele administratie. Dat zou alleen maar voor meer druk en verwarring bij de scholen zorgen.”
Welke taken
Volgens de minister moet er beter gekeken worden welke taken scholen wel en niet uitvoeren. „Alleen op het ministerie al komen er zo tweehonderd verzoeken binnen van maatschappelijke organisaties die vragen om op school om aandacht te besteden aan allerlei thema’s die in de samenleving spelen. Dat zijn misschien best zaken die hartstikke belangrijk zijn, maar tegelijkertijd is er ook de uitdaging om de basisvaardigheden rekenen en taal weer op orde te krijgen. Daar moet echt de focus op komen te liggen.”
Lees ook
bij lezen staat Nederland nu bijna onderaan in de EU
Paul vindt dat het ministerie zelf minder subsidies moet verstrekken voor tijdelijke plannen. De minister: „Als ik het land in ga, is het verwijt vaak: Mariëlle, stop nou eens met die subsidieconfetti.” Ook de Onderwijsraad kwam vorig jaar met dat advies. Zo is er nu het Masterplan Basisvaardigheden, dat scholen met tijdelijke subsidies moet helpen het onderwijs voor rekenen en taal op een hoger niveau te krijgen. „Voor structurele taken moeten we structurele bekostiging verstrekken”, zegt Paul. „Dat geeft het onderwijs stabiliteit en duidelijkheid.”
De PO-Raad, die de belangen van het basisonderwijs behartigt, vindt dat het demissionaire kabinet zijn doel voorbijschiet door de sturing van het onderwijs om te gooien. „Het verbeteren van de onderwijskwaliteit is onze belangrijkste opgave. Het helpt niet om dan zo’n grote ingreep te doen in het stelsel”, zegt een woordvoerder.