Na een aanzienlijk langere ministerraad dan gebruikelijk heeft het kabinet Schoof vrijdag een akkoord bereikt over het nieuwe regeerprogramma. Dat is een uitwerking van het hoofdlijnenakkoord dat de vier coalitiepartijen PVV, VVD, NSC en BBB in mei al sloten.
Normaal gesproken duren de vaste vrijdagse vergaderingen van het nieuwe kabinet niet langer dan een paar uur. Dit keer spraken de ministers en staatssecretarissen elkaar tot het einde van de middag. Naar verluidt is er met name veel discussie gevoerd over de asielparagraaf. De Telegraafberichtte vrijdagmiddag over felle clashes en irritatie tussen met name PVV-minister Marjolein Faber (Asiel en migratie) en bewindslieden van NSC.
Na afloop van de ministerraad, die wegens de verbouwing van het Binnenhof sinds een paar weken op het Catshuis worden gehouden, wilden ministers en staatssecretarissen niets kwijt over de vermeende onenigheid binnen het kabinet. ,,Ik ben geen ruziemaker”, zei Faber. ,,We zijn akkoord en dat is het belangrijkste.” Vicepremier Eddy van Hijum (NSC) erkende dat er ,,goede en stevige discussies” waren gevoerd, en dat die uiteindelijk tot overeenkomst hebben geleid. VVD-minister Eelco Heinen (Financiën): ,,Op de inhoud kan het stevig gaan en het gaat ook ergens over.”
Asielbeleid
De ambitie van de vier coalitiepartijen is om ,,het strengste asielbeleid ooit” te gaan voeren. Het hoofdlijnenakkoord dat na maanden moeizame onderhandelingen in mei werd gesloten ging al vrij gedetailleerd in op de beleidswensen van de nieuwe coalitie. ,,Er worden concrete stappen gezet naar het strengste toelatingsregime voor asiel en het omvangrijkste pakket voor grip op migratie ooit.”
Heel concreet werd er al een ,,tijdelijke Asielcrisiswet” aangekondigd om met ,,crisismaatregelen” te kunnen komen ,,om de acute asielinstroom en -opvangcrisis voor de komende tijd te bestrijden”. Daartoe zou ook de door het vorige kabinet ingevoerde Spreidingswet worden ingetrokken, die als doel heeft het aantal asielzoekers gelijker over gemeenten te verdelen. Bij de Europese Commissie wil men een zogeheten opt-out aanvragen om een strenger asielbeleid te kunnen afdwingen dan binnen de EU is vastgelegd.
Vooral PVV en VVD hebben om een strenger asielbeleid aangedrongen. NSC, de partij van Pieter Omtzigt, is daarmee akkoord gegaan maar wil wel dat daarbij van de rechtsstaat en grondrechten worden gerespecteerd.
Lees ook
Op een rij gezet: dit zijn de plannen uit het coalitieakkoord
Op zijn vaste persconferentie na afloop – ook die begon vele uren later dan gebruikelijk – zei premier Schoof dat het logisch was dat er ,,intensieve discussies” zijn gevoerd op het onderwerp asiel. Dat hangt volgens hem samen met de ,,verschillende politieke achtergronden van de leden in mijn kabinet”. ,,In de toekomst zullen we nog wel vaker moeilijke gesprekken hebben.” Hij noemde het bereiken van overeenkomst over het regeerprogramma ,,mooi”. ,,Het is een goede vertaling van de gedachten van het hoofdlijnenakkoord.”
‘Heel irritant’
Schoof vindt het ,,heel irritant” dat er al tijdens de ministerraad details over het verloop van de gesprekken berichten naar buiten lekken. Twee weken geleden bleek dat hij het gebruik van mobiele telefoons tijdens de beraadslagingen heeft verboden. Alle bewindslieden dienen hun smartphones vooraf in een kluis op te bergen.
Het uitgewerkte regeerprogramma zal volgende week vrijdag worden gepresenteerd. Schoof zei dat hij de komende dagen hier geen overleg over voert met de politiek leiders van de vier regeringspartijen. ,,Het kabinet heeft het programma vast gesteld en dat besluit staat.”
Een week later, direct na Prinsjesdag, zal Schoof het bij de Algemene politieke beschouwen in de Tweede Kamer moeten verdedigen, net als de begroting voor komend jaar. Daarover bereikte het nieuwe kabinet, in een eveneens roerig overleg met de vier coalitieleiders, eind augustus al een akkoord.
Na tweeënhalve maand van politieke onduidelijkheid heeft Frankrijk weer een regering. Dat heeft de secretaris-generaal van het Élysée zaterdag bekendgemaakt, schrijft Le Monde. De regering van premier Michel Barnier bestaat voor het grootste deel uit ministers van centrumrechtse en conservatieve partijen, onder wie Antoine Armand (Financiën), Bruno Retailleau (Binnenlandse Zaken) en Jean-Noel Barrot (Buitenlandse Zaken). De enige minister van een linkse partij is Didier Migaud, een voormalig socialist die zich in 2010 terugtrok uit de politiek. Hij zal de post van minister van Justitie bekleden.
Het kostte premier Barnier, die zelf benoemd werd na wekenlange discussie tussen de partijen, vijftien dagen om de regering samen te stellen. In totaal bestaat zijn ploeg uit 39 bewindslieden. President Emmanuel Macron gaf zaterdag zijn goedkeuring aan het nieuwe team, dat maandag om 15.00 uur bij elkaar zal komen in de eerste ministerraad van deze regering in het Élysée.
Lang niet alle Fransen keken reikhalzend uit naar de presentatie van de nieuwe regering. In afwachting van de bekendmaking gingen veelal linkse demonstranten zaterdag opnieuw de straat op om hun ongenoegen kenbaar te maken. Er werd in meerdere steden geprotesteerd, van Parijs tot Marseille. De demonstranten zijn boos omdat links, dat verenigd onder de naam Nouveau Front Populaire (NFP) het grootst werd bij de verkiezingen, naast het premierschap greep en zich nu opmaakt voor een rechtse regering.
Aan de regering-Barnier de taak om zich in het sterk verdeelde Assemblée Nationale, de Franse Tweede Kamer, staande te houden tussen de drie machtsblokken: links, centrum en (radicaal-)rechts. Dat zal geen eenvoudige opgave worden. Jean-Luc Mélenchon, leider van revolutionair links, zei zaterdag nog vóór de aankondiging van de nieuwe regering al: „Barnier heeft geen toekomst”. Jordan Bardella, de partijvoorzitter van het radicaal-rechtse Rassemblement National, schreef direct na de bekendmaking op X dat de nieuwe regering „de terugkeer van het macronisme via een achterdeur signaleert”. „Wat de Fransen twee keer democratisch hebben goedgekeurd, kan niet worden teruggedraaid via betreurenswaardige apparaatspelletjes en politieke berekeningen. Het is dus een regering die geen toekomst heeft”, aldus Bardella.
Lees ook
Frankrijk begeeft zich op onontgonnen terrein met premier die onder curatele staat van Le Pen
Het Rotterdamse Openbaar Ministerie gaat ervan uit dat de man die donderdag een Zwitser doodde en een Nederlander zwaar verwondde met twee grote messen in het centrum van Rotterdam een terroristisch motief had. Hoewel het OM terughoudend is met het delen van informatie over de verdachte, lijkt het te gaan om de 22-jarige Ayoub M. uit Hoogland, een gemeente van Amersfoort. Hij is de afgelopen jaren meermaals veroordeeld voor ernstige geweldsdelicten, waaronder joyriden in een politieauto, inbraak bij een moskee in Soest, en urineren in een arrestantencel.
De verdachte wordt naar verwachting maandag voorgeleid aan de rechter-commissaris van de rechtbank in Den Haag. De rechtbank in Rotterdam behandelt de zaak niet omdat er onder de omstanders van de steekpartij enkele medewerkers van de rechtbank waren, meldt De Telegraaf. Op dit moment ligt de verdachte nog gewond in het ziekenhuis nadat hij met geweld werd overmeesterd door omstanders, onder wie kickboks-trainer Reniël Renato David Litecia. Getuigen zeiden tegen de politie dat de verdachte ‘Allahu akbar’ (God is groot) riep terwijl hij met de messen zwaaide.
Dit feit alleen is niet genoeg om een terroristisch motief vast te stellen. Desondanks vindt Beatrice de Graaf, terrorisme-expert en hoogleraar geschiedenis van de internationale betrekkingen aan de Universiteit Utrecht, dat het OM dit keer snel en goed gecommuniceerd heeft dat er sprake is van een terrorisme. „Goed dat het OM dat gedaan heeft vanwege maatschappelijk belang. Negentien uur na de aanslag maakte het OM dat al bekend”, zegt ze. „Er zijn ook aanslagen geweest, in Amerika of bij ons in Nederland, waarbij pas veel later bleek dat het terrorisme was. Maar nu spreekt het OM meteen van een terroristisch motief. Dat betekent dat ze sterke aanwijzingen hebben, wellicht omdat hij al in beeld was bij de politie.”
Mogelijke scenario’s
Hoewel er nog veel onduidelijk is over de dader en zijn motieven, is De Graaf bereid om hier op een geïnformeerde manier over door te denken. „Maar ik hou bij alles een slag om de arm, want we weten nog niet alles”, zegt ze nadrukkelijk. Daarom gaat ze uit van mogelijke scenario’s. Op basis van wat we nu weten over de vermoedelijke dader, Ayoub M., ziet ze een aanslag op het snijvlak van misdaad en terreur nu als het meest plausibele scenario. „Iemand met een groot strafblad, pleegt een terroristische daad”, zegt ze. „Ik noem dat een daad van radicale verlossing. Betalen voor je zonden uit het verleden door iets goed te doen, iets recht te zetten. De aanslag is dan niet alleen een poging om wraak te nemen op de westerse samenleving, maar ook een goede daad voor Allah.”
Of dit werkelijk is wat Ayoub M. motiveerde weten we niet. De politie en andere instanties kregen geen grip op hem, schreef het AD na zijn veroordeling tot vier maanden cel in 2020. Hij zwierf sinds het joyriden en de andere incidenten van adres naar adres. Zelfs zijn advocaten wisten niet waar hij uithing. Zijn profiel doet De Graaf denken aan Gökmen Tanis, de tot levenslang veroordeelde dader van de aanslag op een tram in Utrecht in 2019. „Hij had ook al een enorm strafblad voor de aanslag”, zegt De Graaf. „Hij was een combinatie van jihadistisch geradicaliseerd en verward (uit onderzoek van het Pieter Baan Centrum bleek dat hij persoonlijkheidsstoornissen had, red). Dat kan nu weer zo zijn.”
Verward met radicale denkbeelden
De Graaf heeft eerder in NRC geschreven over terroristen die gedeeltelijk verward zijn en er tegelijkertijd radicale denkbeelden op na houden. „Dat hebben we natuurlijk wel vaker gezien bij daders in Nederland, zoals Tanes”, zegt ze. „Hij was een drugsverslaafde die wanen had. Tegelijkertijd was er wel degelijk sprake van een terroristisch motief. Want wanneer ben je verward of heb je een mentale stoornis? Zelfs wanen duren niet 24 uur per dag. Dus het één sluit het ander niet uit.”
Ayoub M. kan op verschillende manieren zijn geradicaliseerd en het jihadistisch pad op zijn gegaan. Gebeurtenissen in Nederland en het buitenland kunnen daarbij een rol hebben gespeeld, zoals het verbranden van korans of de oorlog in Gaza. „De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) verhoogde in juni het dreigingsniveau voor een terroristische aanslag nadat de groep Islamitische Staat Khorasan (of IS-K zoals de lokale afdeling in Afghanistan heet, red) een oproep had gedaan om aanslagen te plegen in het Westen”, zegt De Graaf. „De groep heeft een eigen nieuwsagentschap en magazine opgezet, en is eigenlijk in de voetsporen getreden van Islamitische Staat in Syrië. Het is nu de sterkste provincie van Islamitische Staat, die ook verantwoordelijk was voor de aanslagen in Moskou.”
Er is een scenario mogelijk, zegt De Graaf, waarin de verdachte werd geïnspireerd door IS-K. Dat was het geval de Duitse stad Solingen, waar een Syrische asielzoeker in reactie op een oproep van IS-K drie mensen doodstak en acht anderen ernstig verwondde op een festival waar de 650ste verjaardag van de stad werd gevierd. Dit heeft het Duitse migratiedebat flink opgeschud. „Maar het kan ook zijn dat de verdachte een ‘copycat’ is”, zegt De Graaf. „Dat zie je wel vaker na terroristische aanslagen. Dan voelen andere terroristen zich aangespoord om ook iets te doen. Aanslagen vinden vaak vlak na elkaar in tijd plaats, de ‘besmettelijkheid’ ervan is best wel groot. Dat zou nu ook aan hand kunnen zijn.”
‘Het zit ons hoog”, zegt Mieke de Bruijn (81) aan de keukentafel in haar rustieke landhuis op landgoed De Ploeg. „Hè, Ag?” Ze kijkt naar haar buurvrouw. „Zéér hoog”, zegt Agnes de Bruijn (80). De twee vrouwen, schoonzussen, hebben deze week met afgrijzen kennis genomen van de uitspraak door de rechter dat er, voor de zoveelste keer, vrijwel geen maatregelen mogen worden genomen tegen een wolf, dit keer een dier dat een meisje omver had gelopen en een hond had doodgebeten. „Ik snap die rechters niet”, zegt Mieke de Bruijn. „Weten ze wel waarover ze praten?” Ze neemt een plakje koek. „Mijn broer was ook rechter en die zei altijd dat je als rechter de wet moet volgen maar dat je ook je gezond verstand moet gebruiken.”
De dames wonen naast elkaar, ieder op een eigen landgoed in Wenum-Wiesel, naast Kroondomein Het Loo, even buiten Apeldoorn. Ze hebben nog geen wolf op hun terreinen gehad, naar eigen zeggen dankzij het vele wild op het Kroondomein, waar „enkele roedels wolven” zitten.
De rechterlijke uitspraak is volgens de vrouwen het zoveelste bewijs dat een deel van Nederland over onvoldoende kennis beschikt van het plattelandsleven, en niet beseft wat de komst van wolven teweeg brengt. Mieke de Bruijn: „Mensen in het westen van het land, of laten we zeggen die in een grote stad wonen, zijn meestal pro-wolf. Zij begrijpen niet dat het erg is als je een wei op loopt en ziet dat jouw beesten daar verscheurd liggen. We hebben hier ook een paar pinken lopen. Dan zeggen mensen: als jullie deze dieren toch naar de slacht brengen, is het toch niet erg wat de wolf doet? Dat hoor je om de haverklap.”
Uitleg van de wolvenconsulent
Agnes de Bruijn: „Ik ken een dierenarts die moest huilen toen hij dode en mishandelde schapen in een wei had zien liggen. Ik neem het de overheid persoonlijk hoogst kwalijk dat zij dit toelaat. Men had de wolf van het begin af aan moeten afschieten.”
Mieke de Bruijn heeft op haar fraaie landgoed ongeveer dertig hectare weiland. Er lopen paarden en pony’s van andere mensen. „Wij worden geacht onze dieren te beschermen met wolfwerende rasters. Dat is veel te duur. Bovendien moeten die rasters vrij van onkruid blijven om er veel stroom op te zetten, anders schrikt de wolf niet genoeg. Dat is heel veel werk. Verder leven er in onze gebieden veel dassen, reeën, hazen en vossen. Waar moeten die blijven met al die hekken?”
Eerder heeft de familie De Bruijn overwogen rasters te plaatsen. Er was een wolvenconsulent naar het landgoed gekomen om tekst en uitleg te geven. Mieke de Bruijn: „Uiteindelijk zagen we dat niet zitten.”
Vorig jaar heeft de familie in een vergadering met ruim twintig houders van pensionpaarden dit besluit toegelicht en hun gevraagd een clausule te tekenen dat in geval van een aanval door de wolf het landgoed niet aansprakelijk kan worden gesteld. Allemaal hebben ze ingestemd. Mieke de Bruijn: „Mensen die in het buitengebied wonen, begrijpen dit.”
Er wordt gezegd dat we beter naar de dieren moeten luisteren. Maar dat doen wij al. Wij wonen tussen de dieren
Agnes de Bruijn woont op haar eigen, kleinere landgoed, de Goudvink. Ze heeft vijf schapen. „Ik haal elke avond mijn schapen naar huis. En elke nacht sta ik op en laat mijn zes hondjes even buiten en laat hen flink blaffen. Want voor de wolf zijn schapen eenhapscrackers.”
Mieke de Bruijn: „De wolven gaan eerst jouw schapen pakken. Daarna komen ze bij mijn pony’s.” Agnes de Bruijn: „Ik kan schapenhouders mijn weilanden niet aanbieden. Vanwege de wolf. Dat is toch schandalig? Mensen zeggen dat je dan maar geen schapen moet nemen. Terwijl het schattige dieren zijn. Het zijn mijn kinderen. Dat wordt je door de wolf afgenomen.”
‘Rancune jegens jagers’
Mieke de Bruijn woont al zestig jaar op boerderij De Ploeg in Wenum-Wiesel, naast Kroondomein Het Loo. Ze heeft drie kinderen. Gezamenlijk en gesteund door enkele medewerkers en vrijwilligers houden ze het landgoed draaiende. Ze was getrouwd met de broer van Agnes. Samen hadden ze een boerderij met melkvee. Haar man Frans is vier jaar geleden overleden.
Wat de vrouwen hoog zit, is dat er door de politiek en door de stedelingen, vooral in het westen van het land, niet naar hen wordt geluisterd. Agnes de Bruijn: „Ik ken iemand bij de televisie. Die zegt: kom maar niet naar een praatprogramma, want zodra je iets zegt tegen de wolf, word je afgekapt. De omroep is pro-wolf. Je wordt geboycot.”
Mieke de Bruijn: „Waar iedereen in het westen ook op tegen is, is de jacht. Rancune tegen jagers. Faunabeheer is volgens veel mensen niets anders dan een dekmantel om voor de lol beesten af te knallen. Mensen weten niet waar ze over praten. Jagers hebben een passie, zeker. Niet om er op los te knallen maar om het evenwicht in de natuur te bewaren. Er wordt tegenwoordig vaak gesteld dat wij mensen niet boven de dieren staan. Dat is misschien zo. Er wordt gezegd dat we beter naar de dieren moeten luisteren en kijken. Maar dat doen wij al. Wij wonen tussen de dieren. Wij staan wel naast de dieren. En we willen dat dieren het goed hebben. Dus als er te veel van een bepaalde soort komen, moeten die aantallen worden beperkt. Anders komt er honger, dan komen er ziektes.”
Zal ik u eens iets vertellen? Een wolf is slecht voor de natuur
Tegenwerpingen
Het land van Mieke de Bruijn telt, naast ongeveer vijftien percelen weiland, een minicamping en een logeerkamer, paardenpensions, een zaal die je kunt huren en een voormalige gerestaureerde melkveestal. Plus twee geiten en een Duitse herder, Senna. Op het kleinere landgoed van Agnes de Bruijn, doorsneden door een beek, lopen zes hondjes en grazen vijf schapen in de weilanden.
De verslaggever werpt bij het relaas van de vrouwen tegen dat volgens deskundigen de natuur is gebaat bij de aanwezigheid van de wolf. Agnes de Bruijn: „Ach, zal ik u eens iets vertellen? Een wolf is slecht voor de natuur. Grazers zoals herten, reeën, moeflons en schapen zorgen dat er in dit gebied niet overal dennetjes opkomen. Die eten ze op. Als de wolf deze grazers verjaagt, staan hier alleen nog maar dennen. En geen mooi gras met vlindersoorten, vliegen en wormen.”
Nog een tegenwerping: dat de wolf nu eenmaal Europees beschermd is. Mieke de Bruijn riposteert dat Europa niet overal hetzelfde is. „Over de wolf wordt altijd gezegd dat er weinig confrontaties met het dier zijn omdat het een heel schuw dier is. Maar in Nederland bestaat geen onderzoek naar wat er gebeurt met een wolf in zo’n dichtbevolkt land als Nederland. Die wordt na een paar jaar minder schuw.”
Agnes de Bruijn: „Een wolf heeft een hert per week nodig. Als hier het wild op is, pakken ze misschien een kind. Over twee jaar zul je zien dat het uit de hand loopt. En dan kan de overheid zich de ogen uit de kop schamen.”
Laatste tegenwerping: wolvendeskundigen beweren steevast dat veehouders hun dieren beter moeten beschermen en dat rasters heus wel helpen. Mieke de Bruijn: „Ik zou zeggen: laat deze wolvenmensen dan maar eens komen kijken en zeggen hoe wij dat zouden moeten doen.”
Agnes de Bruijn: „Zou u een hekwerk van twee meter om uw terrein willen?”
Mieke de Bruijn: „Het is geen gezicht. Het enige waar ik eventueel over zou willen nadenken, is een verplaatsbaar hek, om steeds een ander perceel. Zodat er voldoende ruimte overblijft voor de rest van het wild. Maar ja, als een wolf wil, kan hij er overheen, of onderdoor.”
Agnes de Bruijn: „Een wolf springt makkelijk over een hek van twee meter hoog.”
Mieke de Bruijn houdt haar vlakke hand boven de keukenvloer en vertelt dat ze ooit een Ierse terriër had. „Die nam een aanloop, klom tegen een hoog hek en kwam er overheen. En ik maar zien dat ik hem terug kreeg.”
Bij het afscheid wil Mieke de Bruijn nog kwijt dat als er binnenkort een wolf op het landgoed verschijnt, zij de pony’s uit de wei zal moeten weghalen en op stal zetten. „Dan kan ik mijn bedrijf wel opdoeken.”