De financiële plannen van het kabinet leken na de onderhandelingen in augustus waterdicht. Op Prinsjesdag liep minister van Financiën Eelco Heinen (VVD) lachend met zijn koffertje de grote debatzaal van de Tweede Kamer binnen. Om zijn begroting en de Miljoenennota zat een strik: hij was klaar. Tenminste, dat dácht hij. Want hoewel Heinen voor de begroting steun lijkt te krijgen, blijken de toekomstplannen nog een gevoelig los einde te hebben.
Tweede Kamerlid Tjebbe van Oostenbruggen van coalitiepartij NSC was namelijk „onaangenaam verrast” door een bezuiniging op ontwikkelingshulp. Dat zei hij tijdens het jaarlijkse debat over de begroting met de minister van Financiën woensdag en donderdag.
De coalitiepartijen zijn overeengekomen dat het kabinet meer dan 2 miljard bezuinigt op ontwikkelingshulp. Maar daar bovenop, bleek uit de begroting, snijdt het kabinet meer, ook komende jaren. Het laat namelijk een tientallen jaren oude norm los waarmee de uitgaven aan ontwikkelingshulp gekoppeld zijn aan de grootte van de economie. Dáár heeft NSC niet mee ingestemd, zegt Van Oostenbruggen.
Waarom levert dit een extra bezuiniging op? De economie groeide in de economische voorspellingen van het Centraal Planbureau afgelopen augustus. Daarom heeft het kabinet tijdens de onderhandelingen kort voor Prinsjesdag bijvoorbeeld extra geld moeten bijleggen voor Defensie om aan de NAVO-norm van 2 procent van de economie te voldoen. Voor ontwikkelingshulp gold een norm van 0,7 procent van de economie. Ontwikkelingshulp kon daarom in augustus ook aanspraak maken op extra geld.
Minister Reinette Klever (PVV), die over ontwikkelingshulp gaat, heeft verwijzend naar de norm tijdens de onderhandelingen in de ministerraad afgelopen augustus ook om meer geld gevraagd. Dat financiële probleem is volgens bronnen rond het kabinet op voorspraak van minister Heinen opgelost door te zeggen: laten we die norm loslaten, in ieder geval voor 2025.
Nachtelijk overleg
Dat is best uitzonderlijk. De norm is in 1972 afgesproken bij de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) en is later bevestigd door de Verenigde Naties. Nederland heeft zich daar sindsdien altijd aan gecommitteerd en kwam lang uit boven de 0,7 procent, zegt Peter Ras, woordvoerder van Oxfam Novib.
Het kabinet Rutte I en II schroefden dat tot ver onder de 0,7 terug. Rutte III en Rutte IV gaven weer iets meer uit aan ontwikkelingshulp, tot 0,66 procent, zegt Ras. Maar uitgaven aan ontwikkelingshulp bleven, ook bij dat terugschroeven, verbonden aan de economische groei. Vervolgens werden de bezuinigingen daarvan afgetrokken. Dit kabinet lijkt nu dus helemaal te willen afstappen van de koppeling, waardoor minister Klever niet automatisch aanspraak zou kunnen maken op extra geld als de economie groeit.
Het punt van Van Oostenbruggen is: op het volledig loslaten van de norm hebben de partijen die dit kabinet steunen in de Tweede Kamer nooit een akkoord gegeven. NSC en BBB zeggen allebei dat daar tijdens de coalitieonderhandelingen geen afspraken over zijn gemaakt.
En, zegt de NSC’er: tijdens de nachtelijke bijpraatsessies eind augustus op het ministerie van Financiën over de begroting, heeft de minister de aanwezige Kamerleden van de coalitiepartijen daar ook niet op gewezen. Hij wil daarom weten: heeft de minister van Financiën hier dan steun voor bij ándere partijen?
Heinen keek fronsend toe vanuit het ministersvak. Op donderdag gaf hij een ingewikkeld antwoord. Hij kon niet garanderen dat het budget voor ontwikkelingshulp automatisch gekoppeld blijft aan de ontwikkelingen van de economie. En simpel omschreven zei hij ook: als je wél zou koppelen, dan moeten we daar geld voor vinden bij de volgende momenten als we daarover beslissen. Oók in komende jaren.
Het is zeer de vraag of Heinen voldoende steun heeft voor het loslaten van de koppeling. De ChristenUnie heeft namelijk een motie klaarliggen waarin het oproept om de 0,7-procentsnorm te behouden. De motie is ook ondertekend door GroenLinks-PvdA, D66, CDA, SGP en Volt. Ook SP, Partij voor de Dieren en Denk zullen de motie naar verwachting steunen.
Als NSC dinsdag ook voor de motie stemt, ziet Heinen een meerderheid tegenover zich. Het is nog niet duidelijk hoe NSC dinsdag zal stemmen. Van Oostenbruggen zegt tegen NRC de motie eerst met zijn fractie te willen bespreken.
Btw-verhoging
Het kán, als de minister van Financiën het slim speelt, ook een kans zijn. Voor de begroting van 2025 heeft het kabinet in de Eerste Kamer nog geen meerderheid. Heinen is in de augustusonderhandelingen de christelijke partijen al tegemoetgekomen door de versobering van de giftenatrek deels terug te draaien. Als hij een oplossing weet te vinden voor de 0,7-procentsnorm, heeft hij op nog een punt geluisterd naar de christelijke partijen.
Verder verliepen de financiële beschouwingen rimpelloos. Op andere punten van de begroting hield de coalitie het front wel gesloten. Begrotingsaanpassingen leken niet mogelijk. Voor de oppositiewens om de btw-verhoging op onder andere boeken en cultuur terug te draaien, is vooralsnog geen geld gevonden. Als dat wel gevonden wordt, dan hebben de coalitiepartijen afgesproken dat ze het alle vier eens moeten zijn met de herkomst van het geld.
Een aantal partijen was ontevreden over de economische voorspellingen van het CPB. Die laten vaak een negatief beeld zien, zeggen partijen, maar achteraf valt dat vaak mee. Eind september bleek bijvoorbeeld dat Nederland, in tegenstelling tot eerdere verwachtingen, meer geld ontvangt dan het uitgeeft. Heinen reageerde dat Nederland beter raamt dan andere landen en wijst erop dat we door de coronapandemie uit economisch lastig voorspelbare jaren komen. Hij werkt aan een manier om realistischer te begroten en stelt daarvoor een „expertgroep” op.
Lees ook
Kabinet wil snoeien in ontwikkelingshulp: ‘Als iets wordt wegbezuinigd, is de kans heel klein dat het terugkomt’