N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Het kabinet wil dat statushouders, vluchtelingen met een verblijfsvergunning, sneller en makkelijker aan een baan komen. Daarom heeft minister Karien van Gennip (Sociale Zaken, CDA) donderdag een voorstel gepresenteerd waarmee statushouders al in het asielzoekerscentrum in contact kunnen komen met potentiële werkgevers. Dit moet bijdragen aan de integratie en het leren van de Nederlandse taal, vindt Van Gennip.
Lees ook: Statushouders zonder het juiste diploma, maar handig genoeg als monteur
Ondanks de krapte op de arbeidsmarkt blijft de deelname daaraan bij statushouders volgens de minister „significant achter bij de rest van de beroepsbevolking” – zo’n 57 procent is afhankelijk van de bijstand. Dat komt omdat statushouders vaker in deeltijd of tijdelijke contracten werken, de taal soms niet spreken of werkgevers (onbewuste) vooroordelen hebben, schrijft Van Gennip. Daarnaast speelt mee dat in het thuisland behaalde diploma’s niet altijd in Nederland worden erkend; werkgevers moeten in plaats daarvan meer naar vaardigheden kijken, bepleit het kabinet.
„Met een betaalde baan kunnen statushouders zelfstandig hun leven leiden en bijdragen aan de samenleving”, aldus Van Gennip. Ze vindt dat „van groot belang” voor de „onderlinge solidariteit in ons land”. Het plan is opgesteld in overleg met gemeenten, werkgevers, het onderwijs en maatschappelijke organisaties. Het is de bedoeling dat statushouders een baan krijgen aangeboden in de gemeente waar ze gaan wonen, zodra ze hun tijdelijke verblijf verlaten.
Arbeidsmarktinformatie
Het initiatief houdt in dat in het asielzoekercentrum al een inventarisatie plaatsvindt welke talenten, opleidingen en relevante werkervaringen statushouders hebben, zodat ze daarna makkelijker bij de juiste baan uitkomen. Deze selectie gaat plaatsvinden op zo’n veertig asielzoekerscentra, waar speciale punten komen waar statushouders terechtkunnen voor arbeidsmarktinformatie. Het is niet bekend vanaf wanneer die worden ingericht.
Oekraïense vluchtelingen komen in Nederland makkelijker aan een baan dan statushouders uit andere landen, mede omdat er voor hen minder praktische barrières zijn. Zo hoeven werkgevers geen speciale vergunning aan te vragen voor de Oekraïners, terwijl ze dat wel moeten doen voor werknemers van buiten de Europese Unie. In het voorgestelde plan tornt het kabinet daar echter niet aan.
De Sociaal Economische Raad (SER) becijferde eerder dat zo’n 42 procent van de statushouders vijf jaar na aankomst in Nederland een baan heeft. Dat percentage is de afgelopen jaren gestaag toegenomen. Asielzoekers zonder verblijfsvergunning mogen het eerste halfjaar in Nederland niet werken, daarna mag dat maximaal 24 weken per jaar, tot ze een verblijfsstatus hebben.