Justitie gaat commerciële dna-databases gebruiken om twee cold cases alsnog op te lossen

Stamboomonderzoek Voor het eerst worden in twee onopgeloste strafzaken particuliere dna-databanken gebruikt om een doorbraak te forceren. De rechtbank in Limburg gaf toestemming om het middel te gebruiken in twee moordzaken.

Een ingelijste foto van Sjef van Leukel, die in 2004 werd vermoord.
Een ingelijste foto van Sjef van Leukel, die in 2004 werd vermoord. Foto Katrijn van Giel

Het telefoontje waar de 58-jarige Patrick Leukel al jaren op wacht, kwam maandag. Officier van justitie Dave Mattheijs belde hem op zijn werk: er was toestemming gegeven. Leukel wist genoeg. De zaak van „pa” – Patricks vermoorde vader Sjef Leukel – was geselecteerd voor een pilot van het Openbaar Ministerie, dat dna-sporen van de vermeende dader gaat uploaden in particuliere, genealogische dna-databanken. Mogelijk is de moord zo alsnog op te lossen.

In zulke databanken uploaden mensen hun dna-profiel omdat ze zoeken naar hun familiegeschiedenis en via die gegevensbanken kunnen verre verwanten worden gevonden.

Het gaat om twee databanken, gevestigd in de Verenigde Staten. Daar worden ze sinds 2017 ook gebruikt om tientallen openstaande moordzaken alsnog op te lossen. Via stamboomonderzoek kan de politie de dader achterhalen. Door bijvoorbeeld de voorvaderen van een verre neef in kaart te brengen, kun je uiteindelijk uitkomen bij de persoon die je zoekt. Het overgrote deel van de mensen in deze databases heeft een Noordwest-Europese herkomst, waardoor ze ook goed kunnen worden gebruikt voor Nederlandse strafzaken. In maart maakte het OM bekend de techniek in te willen zetten.

De rechter-commissaris heeft de inzet nu goedgekeurd, zo laat het OM weten aan NRC. De bedoeling is de techniek te gebruiken om een doorbraak te forceren in twee zaken. Met de techniek wil justitie de identiteit achterhalen van een vrouw die op 6 januari 2013 werd gevonden bij de Pietersplas in Maastricht. Ze was met geweld om het leven gebracht en haar identiteit bleef een raadsel: de vrouw had zo lang in het water gelegen dat veel gelaatskenmerken verloren waren gegaan.

Lees ook dit artikel: OM wil particuliere dna-databanken uit de VS inzetten bij het oplossen van cold cases

Raadsels

De andere zaak is de zeer gewelddadige Heuvelmoord op de 68-jarige Sjef Leukel in 2004, in het Limburgse Berg en Terblijt. Op 14 augustus van dat jaar werden Sjef Leukel en zijn vrouw thuis overvallen door een man die hen te lijf ging met een zaag die hij ter plekke had gevonden. Het werd een uiterst gewelddadige aanval, waarbij Sjef Leukel overleed en zijn vrouw in een coma belandde, maar uiteindelijk wel overleefde.

Uit het rechercheonderzoek bleek dat de dader kort voor de moord een tijdje op een bankje voor het huis had gezeten. Het huis zat vol met dna-sporen van de dader, die zelfs een schoen verloor. Toch werd hij nooit gepakt.

Maar voor Patrick Leukel is er nu weer hoop. Dus serveert hij vlaai in Kerkrade. Sinds hij in 2019, via NRC, hoorde van de in Amerika gebruikte technieken, probeerde hij politie en justitie enthousiast te maken. „Ik hoop nu eindelijk te weten te komen wie mijn vader heeft vermoord”, zegt hij. „Maar ik hoop ook dat dit de weg vrijmaakt voor andere nabestaanden, dat deze methode ook in hun zaken wordt gebruikt.”

Ik wil de dader kunnen zien, hem willen vragen: waarom? Waarom al die agressie?

Patrick van Leukel

Tot dusverre werden in Nederland de databanken niet ingezet. De vraag was of dat volgens de huidige dna-wetgeving wel mocht, omdat de wettelijke grondslag zou ontbreken.

Patrick hoorde dat zijn vader was vermoord toen hij zich stond te scheren, ’s ochtends vroeg. Toen hij zijn vader moest identificeren, was deze alleen nog te herkennen aan zijn handen en een klein litteken op zijn hoofd, zo toegetakeld was hij. In die tijd belde de politie Patrick vaak op zijn mobiel. „Elke keer als mijn telefoon ging, stond ik stijf van de spanning. Ik heb nog altijd geen mobieltje.” Patrick Leukel heeft nog steeds nachtmerries, slaapt soms halve nachten niet.

„Sommige mensen zeggen: laat het los. Maar dat gaat niet. Ik wil de dader kunnen zien, hem willen vragen: waarom? Waarom al die agressie?”

Patrick Leukel, de zoon van Sjef Leukel, in Kerkrade.
Foto Katrijn van Giel

‘We zijn er nog niet’

Dat nu via particuliere dna-databanken wordt gezocht naar een doorbraak in de moord op Sjef Leukel, komt onder meer door officier van justitie Dave Mattheijs. Het OM besloot zich terug te trekken uit een werkgroep van het ministerie van Justitie en Veiligheid die onderzocht hoe de techniek bij onbekende doden kon worden ingezet. „We dachten: het moet anders. We wilden ons richten op strafzaken.” Uit een shortlist van „een tiental” zaken werden de twee Limburgse cold cases geselecteerd. „We wilden klein beginnen, ik ben als Limburgse zaaksofficier goed ingevoerd in deze twee zaken. Daarnaast heb ik deel uitgemaakt van de expertgroep die de strafrechtelijke verkenning heeft gedaan.” Mattheijs sluit niet uit dat de methode in de toekomst in meer zaken wordt ingezet.

De zaken werden ook gekozen omdat in beide veel dna beschikbaar is. De officier noemt het project „ontzettend spannend. Ik ben hier al sinds 2020 mee bezig, dus ben heel blij dat een rechter-commissaris de methode heeft goedgekeurd. Maar we zijn er nog niet. Eerst moeten we genoeg verwanten vinden, en daarna kunnen de resultaten van een stamboomonderzoek ook nog best maanden of jaren op zich laten wachten”.

Voor Patrick Leukel betekent de nieuwe hoop ook weer kans op teleurstelling. Wat als ze niets vinden? Wat als een gevonden verdachte niets wil zeggen? Die gedachten komen nu steeds meer op. Hij verwacht dat hij, net als kort na de moord, door zijn omgeving weer voortdurend zal worden aangesproken over de zaak. „Al die emoties, die doen veel met me. Maar toch wil ik het. Omdat ik wil weten wie mijn vader heeft vermoord. Ik kan niet anders.”

Lees ook dit artikel: Dna-proef bracht verdachten van ruim vijftig ernstige strafzaken in beeld