‘Jongens, we zijn nu anderhalf uur in Amsterdam en nog steeds niet aan het smoken’

Reportage

Toerisme Om zuip- en drugstoeristen uit de stad te weren, lanceerde Amsterdam de ‘Stay away’-campagne. Na een aarzelend begin vinden Alex, Seb, Nathan en Jacob, vier jongens uit het Britse Kent, alsnog hun weg naar de coffeeshop.

Toeristen op het Damrak in Amsterdam. De genoemde Britten uit deze reportage staan niet op de foto.
Toeristen op het Damrak in Amsterdam. De genoemde Britten uit deze reportage staan niet op de foto.

Foto Pepijn Kouwenberg

„Hoe heet dit vliegveld?”

„Schiphol.”

Shithole?

De vier Britse jongens, allen 19 jaar, zijn nog wat op hun hoede sinds het vliegtuig een half uur geleden landde. Dwalend met hun rolkoffers door de aankomsthal op zoek naar een taxistandplaats vragen ze zich af wat ze kunnen verwachten.

„We zullen wel in de gaten worden gehouden.”

„Het staat niet op ons voorhoofd toch, dat we Brits zijn?”

„Ik denk wel dat ze het zien.”

„En als ze ons arresteren?”

„Een boete of een gevangenisstraf, dat is een gróót verschil.”

Terwijl de aankomsthal vol staat met welkomstcomités die geliefden in de armen vliegen met ballonnen, tulpen en chocolade, voelt het Britse viertal zich allesbehalve welkom. Sterker, veel vrienden hadden hen de afgelopen weken zelfs afgeraden om naar Amsterdam te gaan. De burgemeester van die stad, hoorden ze, had Britse jongeren in de ban gedaan. Media stonden er bol van. Ze lazen het in tabloids, zagen het op tv, in The Guardian. ‘War on British tourists’, was de boodschap.

Maar goed. Alex, de enige van het viertal die al eens eerder in Amsterdam was geweest, had dit weekendtripje al in januari geregeld. En om nou vlak voor Pasen om te boeken naar hun tweede keuze Barcelona…

„Spanje is meer party, dat is leuker in de zomer”, zegt Jacob op de stoep voor de luchthaven. „Nu is het koud en willen we vooral chillen.”

Chillen, dat betekent – Seb gebaart met twee vingers naar zijn mond – „weed”.

Alleen, eerst een coffeeshop vinden. „Kom op”, zegt Nathan ongeduldig. „Waar zijn die taxi’s?”

‘Pub crawl’

Stay away’ – blijf weg – heet de campagne waarmee de gemeente Amsterdam sinds het voorjaar poogt zuip- en drugstoeristen uit de stad te weren. Het offensief is specifiek gericht op Britse jongeren tussen de 18 en 35 jaar. Zo krijgen zij een ontmoedigend filmpje van de gemeente Amsterdam onder ogen wanneer ze googlen op ‘stag party’ (vrijgezellenfeest) of ‘pub crawl’ (kroegentocht) in Amsterdam. ’Coming to Amsterdam for drugs? Stay away!’, luidt de boodschap. ‘For a messy night? Stay away!’

De publiekscampagne maakt deel uit van een groter pakket maatregelen tegen massatoerisme, afgelopen najaar door het stadsbestuur gepresenteerd. Om de stad „leefbaar” te houden wil de gemeente onder meer de sluitingstijden van horecazaken en raamprostitutie vervroegen en een blowverbod invoeren in bepaalde delen van de stad. „Amsterdam staat bekend als een vrije en open stad”, schreef het stadsbestuur. „De waarde ‘vrijheid’ is de laatste jaren echter onder druk komen te staan en vercommercialiseerd” met als gevolg dat groepen bezoekers denken dat Amsterdam „een stad is waar alles kan en mag”.

Dat is niet zo, wil het gemeentebestuur de bezoekers inwrijven. En wat is een beter moment dan rond de Paasdagen, nu het massatoerisme weer floreert als voor corona?

‘Fucking huge’

„Ooooh ik zie coffeeshops!”

„Waarom is het zo geweldig hier?”

„The Febo! Iemand zei me: daar moeten we heen.”

Een taxibusje brengt het viertal van het vliegveld naar een hostel pal om de hoek van het Leidseplein. De jongens kijken intussen hun ogen uit.

„Kijk, de Heinekenbrouwerij!”

„Wow!”

Fucking huge.

Het plan voor dit weekend staat nog niet helemaal vast. Blowen ja, en het nachtleven in. Morgenochtend hopelijk een sportschool vinden – Jacob en Nathan trainen zes keer per week – en verder een beetje rondlopen, de grachten zien, potje schaken in het hostel. Red light district natuurlijk. Maar geen prostitutiebezoek. Betalen voor seks zou „heel gek voelen”, zegt Jacob. Al sluit Alex een seksshow in de Bananenbar niet uit. „Good fun.”

„Een smoke boat!”

„Smoke boat? Whooo!”

Natuurlijk, thuis in Engeland blowen ze ook. Vooral na werktijd, ter ontspanning. Jacob, student econometrie, werkt in de bouw. Alex in de verzekeringen. Nathan in de keuken. Seb doet even niks. Maar de kwaliteit van de wiet in Engeland is echt erbarmelijk. En je hebt nul keuze. Het is maar net wat de dealer, alleen te bereiken via de app, op zak heeft. Bovendien: Amsterdam is zó bereikt. Het viertal vertrok vanochtend om 7.00 uur vanuit Kent, de regio waar ze wonen, nam op Londen Gatwick een vliegtuig van Easyjet – Alex kocht er nog het shirt van het Engelse nationale elftal, dat-ie nu draagt – en om 14.10 uur waren ze in Amsterdam.

Maar dat ze eigenlijk niet welkom zijn doet pijn.

„We houden niet van jou… niemand wil dat toch horen?”

„Het is discriminerend.”

„Ontmoedigend.”

„Ik wil niet huilen, maar….”


Lees ook: Burgemeester Femke Halsema: ‘Door plat toerisme sterft de stad’

Ergens kunnen ze het ook wel begrijpen. „Er wonen hier ook mensen. Er zijn hier ook scholen”, zegt Jacob – geen van hen wil met achternaam in de krant. En ja, Britten zijn nogal luidruchtig. Ze vallen op. Vanwege het voetbal, de drankcultuur. Ook zij, het viertal, houden wel van een goeie pint. En als je samen drinkt, dan ontstaat tijdens het uitgaan wel eens een gevecht. Meestal is het Jacob die als eerste een klap krijgt. Waarom? Begrijpt-ie zelf ook niet. Gebeurt gewoon. „Vanwege een meisje, domme dingen.” En als je dan met een grote groep bent, zeven, acht jongens, wordt het soms knokken.

Maar het zijn echt niet alleen de Britten, benadrukt Alex. Toen hij hier vorige zomer was, brak er een groot gevecht uit met Britten. Voor de Belushi’s, een bar op de Wallen. „Een Nederlander begon.”

Waarom zijn alleen wíj de klos? Die verontwaardiging klonk ook door in Britse media. Gedragen Nederlandse jongeren zich in het buitenland niet minstens zo slecht? Denk eens aan de Rotterdamse voetbalsupporters die zich een paar jaar terug misdroegen in het centrum van Rome, of aan het uitgaansgeweld op Mallorca. Een deel van de toeristensector, verantwoordelijk voor de organisatie van vrijgezellenavonden en ‘booze cruises’ voor Britse jongeren in Amsterdam, meende dat de publiekscampagne juist een tegengesteld effect had. Volgens één bureau kregen ze sindsdien alleen maar méér aanmeldingen voor stag parties in Amsterdam.

Menukaart

„Kamer dertien” klinkt vanachter de incheckbalie van het hostel. Het viertal tilt de koffers naar boven. Drie steile trappen.

„Ooh wij zijn fucked…”

„Hoe gaan we die straks, als we pissed drunk zijn, nog op komen?”

Aangekomen in de kamer staren de jongens net zo verbaasd naar de stapelbedden. Die zijn niet twee- maar driehoog.

Nathan is er klaar mee. „Jongens, we zijn nu anderhalf uur in Amsterdam en nog steeds niet aan het smoken!”

Na wat stevige woorden van de receptionist – „hier niet blowen en niet drinken, dat doe je in de rest van de stad” – wijst hij hen de dichtstbijzijnde coffeeshop. „Links, links.”

Eenmaal binnen in coffeeshop Easy Times telt de menukaart zeker vijftig keuzes.

„Oh my god.”

Nathan maakt er een foto van. Seb slaat zijn handen om zijn hoofd. Ze bestellen meerdere grammetjes lemon cherry gelato à 25 euro en gaan aan een tafel zitten. Fantaatje erbij, grote vloei. Ze rollen de joints voorovergebogen, razendsnel. Binnenstebuiten – „the Dutch way”, gniffelt Alex.

En dan, stipt om 17 uur, gaat de fik erin. Drie joints tegelijk. Eindelijk.

„Ooooh, dit smaakt zoooo goed.”

Jacob knikt. „It’s banging.