N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Recensie Theater
Theater In ‘Het Debuut’ presenteren net afgestudeerde makers zich. In deze editie tonen de drie acts elk op eigen wijze hoeveel talent ze wel niet hebben.
Een geladen stilte: is dat niet één van de mooiste momenten die je in het theater kunt meemaken. Jonathan Eduardo Brito slaagt erin dit effect bereiken in zijn voorstelling A Thousand Roses, na een steeds van kleur verschietende rap, waarin hij zingt over de liefde en houden van zichzelf. Meer nog dan de woorden is het de kermende, wanhopige toon waarmee hij afsluit die een betekenisvolle sfeer van verwachting en verwerking creëert. Gespannen kijk je toe, terwijl Brito de stilte laat bestaan, en zich omkleedt. De blauwe jurk uit, de zwarte sportbroek aan.
A Thousand Roses is onderdeel van Het Debuut, een theateravond van Via Rudolphi Producties met drie korte voorstellingen van net afgestudeerde makers, die zijn geselecteerd uit het rijke aanbod van de theaterscholen. Een bijzonder, jaarlijks initiatief, dat niet genoeg geprezen kan worden en eigenlijk meer navolging verdient.
Behalve Brito speelt Femi van Elshuis haar voorstelling Ik wil wit zijn en het duo Jeroen van Arkel & Koen ter Braak hun Moddergat. Deze debutanten studeerden af als acteur, maar schreven evengoed hun eigen materiaal. Van alle drie de optredens straalt een hartverwarmende, jeugdige gloed: een mix van spelplezier, charme, inventiviteit en eigenheid.
Zelfbewust performer
Brito etaleert een breed palet aan talenten: hij laat in zijn ziel kijken en toont zich kwetsbaar, terwijl hij ook een zelfbewust performer is, die rapt en zingt en soepel gesprekjes aanknoopt met het publiek. De vormgeving, een kamer van doorzichtig gaas, waar hij in en uitloopt, sluit thematisch mooi aan: een barrière waarachter toch alles open en zichtbaar blijft. Voorwaar een belofte, deze Jonathan Eduardo Brito.
De monoloog van Femi van Elshuis is conventioneler en borduurt inhoudelijk voort op het identiteitsdebat, met een stroom vragen over zwart zijn in Nederland. Het wit in de titel is symbolisch: voor de wens niet beoordeeld te worden op de kleur van je huid en zonder vooroordelen en oordelen gezien te worden.
Met ontwapenend spel en een lichte toon geeft Van Elshuis wel een eigen draai aan dit veelbesproken onderwerp. „Val jij op zwarte meisjes”, hoorde ze ooit jongetjes op school tegen elkaar zeggen. Op de eindexamenreis met vrienden krijgt ze een antwoord. Terwijl iedereen wel een keer iemand heeft, wordt zij maar niet gekust. Ze wijt het aan het dominante, witte „schoonheidsideaal”. Een verstrekkender conclusie laat ze onbenoemd: de verbazing en het onbegrip zijn voor de rekening van het publiek.
Knotsgekke wereld
Te midden van deze twee persoonlijke solo’s scheppen Jeroen van Arkel & Koen ter Braak hun eigen knotsgekke wereld, in Moddergat. In een decor van vier deuren komt de een op, even later gevolgd door de ander, die zijn vriend de vraag stelt of hij mee gaat vogelen. Maar de vriend heeft geen zin en loopt weer af door een andere deur. Deze scène herhalen ze tientallen keren op steeds andere wijze.
Het resultaat is een bizar ritueel: een ver doorgevoerde oefening in theatrale mogelijkheden. De scène kan rappend, zingend, verliefd, zoenend, in het Fries, onverstaanbaar, als kippen, in maffiastijl met pistolen, et cetera.
Het is gekkigheid, die toch maar af en toe komisch wordt. De twee wentelen zich net iets te comfortabel in de deken van absurditeit. Dat blijkt ook uit de muziekkeuze, met een grote variatie aan geluiden en liedjes, die volkomen willekeurig is en de malligheid benadrukt. Maar de lef en de lol waarmee ze dit tegendraadse concept compromisloos uitvoeren, is indrukwekkend. Met die eigenschappen kunnen ze het nog ver brengen.