Jonge makers brengen Mozarts ‘Così fan tutte’: ‘De operacanon zit vol misogynie en racisme.’

Opera Hoe ga je als operamaker om met Mozarts ‘Così fan tutte’, dat te boek staat als onverholen seksistisch? Dirigent Manoj Kamps en regisseur Lisenka Heijboer Castañón brengen nu een productie die de misogynie niet wegpoetst, maar wel uitdaagt. ‘

Scène uit ‘Così fan tutte’ door het Orkest van de Achttiende Eeuw.
Scène uit ‘Così fan tutte’ door het Orkest van de Achttiende Eeuw. Foto Janko Duinker

Er was wat scepsis, toen bekend werd dat dirigent Manoj Kamps en regisseur Lisenka Heijboer Castañón een productie van een Mozart-opera zouden maken met Orkest van de Achttiende Eeuw. Althans: het feit dat hun namen op de productielijst van de nieuwe Così fan tutte stonden, deed wat stof opwaaien. Als is het lastig te zeggen uit welke richting precies. „De geruchten over sceptische reacties zijn achteraf een beetje naar ons doorgesijpeld”, vertelt Heijboer Castañón. De regisseur en dirigent zitten in een kleedkamer in het theater in Alkmaar, de eerste dag dat zangers en orkest samenkomen in het decor. De première is over een paar dagen.

Maar doordat niemand z’n zorgen rechtstreeks uitte, is het moeilijk voor de makers gericht over de sluimerende onrust te praten.

„Ik denk dat de bottom line is dat je voelt dat mensen bang zijn dat je de canon niet respecteert”, vat Heijboer Castañón het samen. Dat heeft deels te maken met hoe hun identiteit verweven is met hun professionele profiel, vermoedt ze. Kamps heeft Sri Lankaanse roots, is non-binair (voornaamwoorden hen/hun) en draagt queerness actief uit als onderdeel van hun kunstenaarschap. De Peruaans-Nederlandse Heijboer Castañón is een jonge vrouw met een gouden kettinkje met het woord ‘feminist’ om haar nek.

„Als iemand die geen witte cis hetero-man is zich tot de klassieke canon gaat verhouden, is diegene ineens ‘niet neutraal’”, observeert Kamps. „Terwijl een ‘neutrale’ blik op Così fan tutte helemaal niet bestaat. Maar sommige mensen denken blijkbaar ‘Je hebt de canonieke regies van Così – en nu komen zij.’” Hen lacht er hartelijk bij.

De ‘controversiële’ opera Così fan tutte, met als ondertitel ‘de leerschool van geliefden’ dateert uit 1790. Twee jonge mannen testen de trouw van hun verloofdes door zich te verkleden als Albanezen en zo het vriendinnetje van de ander verleiden. De vrouwen zijn binnen een dag om. In de 19de eeuw vond men dit allemaal maar vulgair en werd de opera vaak aangepast of simpelweg genegeerd, maar inmiddels is het geijkt repertoire. Aanstootgevend is nu eerder het seksisme dat alleen al via de titel (‘Zo doen ze allemaal’) vrouwen met één pennenstreek afschildert als grillige vreemdgangers.

Heijboer Castañón haalt nog net niet haar schouders op als het gaat over de reputatie van Così; de héle operacanon zit immers vol misogynie en racisme.

Het is ook niet haar levensdoel om de klassieke operacanon opnieuw uit te vinden. Ze ziet haar professionele toekomst overwegend in het maken van nieuwe stukken. Maar uitgerekend Così ligt zowel haar als Kamps na aan het hart. Heijboer Castañón was negen jaar geleden productieassistent bij de productie van Così fan tutte die regisseur Lotte de Beer maakte voor het Grachtenfestival in Amsterdam. Het was in die productie dat ze ontdekte dat in operaregie ook haar verkozen toekomst lag. „Het was het moment dat ik een stuk van mezelf vond.”

Voor Manoj Kamps was Così de eerste volledige repertoire-opera die hen dirigeerde – toen nog studerend aan het conservatorium. Nog altijd is hen onder de indruk over de „onnavolgbaar goede” ensemblescènes die erin zitten, en de geweldig gelaagde personenregie die Mozart zelf al in de noten heeft gelegd.

Zo bracht hun diepe liefde voor dit werk hen ertoe ‘ja’ te zeggen tegen deze samenwerking met het Orkest van de Achttiende Eeuw. „Vervolgens”, zegt Heijboer Castañón „ben ik op zoek gegaan naar een laag in de opera die mij aanspreekt. Die is er zeker: in de complexiteit van de personages en de manier waarop ze buiten hun comfortzone treden.” Kamps beaamt dit: „Niet geheel zonder reden lijdt Così fan tutte onder het beeld dat er een zwart-wit tegenstelling tussen mannen en vrouwen in zou zitten. Mannen: rationeel en onschendbaar; vrouwen: emotioneel en overspelig. Maar je kunt je ook afvragen of dat niet precies is wat het stuk aan de kaak stelt. Die machtsverhoudingen en stereotypen worden gedurende de hele opera bevraagd.”

Queeren

Kamps vertelt dat voor hen vanzelfsprekend is om dingen te ‘queeren’, bijvoorbeeld door het perspectief van gemarginaliseerde personages centraal te stellen. „In Così is dat Despina, de bediende die zich onderaan de sociale ladder bevindt. Maar eigenlijk heeft zij de interessantste teksten over de liefde, de maatschappij en over de verwachtingen van de vier jonge mensen.”

Dus besloten Kamps en Heijboer Castañón bijna alle recitatieven van Despina intact te laten. „De meeste regisseurs doen dat níét”, benadrukt Kamps. „Maar Mozart heeft zelf al die teksten op muziek gezet.Heijboer Castañón: „Dat is wat je als regisseur doet: een stuk interpreteren, accenten leggen.”

De sleutel voor haar eigen benadering vond ze in het gegeven dat deze tournee van het Orkest van de Achttiende Eeuw langs concertzalen gaat, en haar ‘concertante’ enscenering dus ook moet passen in een setting zonder grote decors of coulissen. Heijboer Castañón vroeg zich af: hoe zou het zijn als de zangers niet af gaan, maar voortdurend op het podium aanwezig blijven? Dan vervaagt de grens tussen voor en achter de schermen – en dat in een stuk dat sowieso al gaat over verkleedpartijen en rollenspellen. Wat verandert er wanneer elk personage kan horen wat er over hem of haar wordt gezegd? Dan wéten de vrouwen dus dat hun mannen zich verkleed hebben, en kiezen ze er ook zelf voor een rol te spelen.

Toegegeven, de driedubbele bodem maakt een toch al gelaagde opera nog complexer. Maar als de vrouwen er actief voor kiezen zich af en toe stereotype irrationeel op te stellen, geeft hen dat ook macht. En zo bevragen ze dat stereotype dus ook, legt Heijboer Castañón uit, net zoals ze het concept ‘monogamie’ uitdagen.

„De personages besluiten monogamie te ‘performen’. Dat is iets veel bewusters dan gewoon het perfecte trouwe vriendinnetje proberen te zijn, omdat dat ‘normaal’ is. Het bevragen van rollen, dat is wat mij betreft precies waar Così fan tutte over gaat. En het levert ook enorm veel spelplezier op voor iedereen.”

Dirigent Manoj Kamps
Foto Judith Tielemans

Dirigent Manoj Kamps voegt eraan toe dat Così in tegenstelling tot veel andere opera’s uit die tijd geen bovennatuurlijke elementen bevat, maar dat het desondanks haast tovenarij lijkt dat de twee vrouwen hun vermomde verloofdes niet zouden herkennen. „Dat element is in ‘traditionele’ regies altijd superongeloofwaardig.”

„Totaal”, valt Heijboer Castañón hen bij. „Ik heb nog nooit een Così gezien waarin je niet voelt: oké, they know. Dat is interessant. Want wat beweegt personages te doen alsof ze van niets weten? Daar zit een spanningsveld, want vanuit een rollenspel kun je heel echte dingen gaan voelen.”

Levensles

Dat merk je ook aan de muziek, merkt Manoj Kamps op. „In de klassieke lezing van het verhaal wordt één van de vrouwen, Fiordiligi, op een gegeven moment overmeesterd door de ‘onherkenbaar’ vermomde Ferrando. Maar wat je in de muziek hoort is, en dus in onze productie ziet, is dat zij elkáár bespelen. Wat daar klinkt, is echt een samensmelting, met op het hoogtepunt één hobo-lijn die door je hele lijf voelbaar is. Die muziek is gewoon ‘waar’, op dat moment. Er zijn even geen machtsverhouding meer, alleen twee lichamen die één worden. Dat moment krijgt de allermooiste muziek. Ik kan dat bijna niet anders opvatten dan als een levensles. Wanneer je volledig uit je comfortzone stapt, kom je ook de diepste waarheden tegen.”

Dat inzicht is in zekere zin ook heel queer, legt Kamps uit. „Dat je ineens voelt: ‘ik kan een ander soort man, vrouw of mens zijn. Ik mag even volledig iemand anders worden, en daardoor voel ik me ineens veel sterker.’ The Power of Drag, zogezegd. Het is echt niet zo dat je deze voorstelling als een soort Paris is Burning moet lezen [iconische documentaire over de ballroom- en voguingscene in het New York van de jaren 80 red.]. Dat is het zeker niet. Maar wij nemen wel onze blik op de wereld mee, en we maken kunst vanuit die belevingswereld en vanuit onze kennis en vakmanschap”, aldus Kamps. Heijboer Castañón: „Ik heb niet ‘ja’ gezegd tegen het regisseren van Così om mensen een morele les te leren. Als mijn drijfveer politiek was, had ik een ander beroep gekozen dan operaregisseur. Maar ik geloof wel dat alles uiteindelijk óók politiek is. En ik hoop dat mensen door onze blik op deze opera misschien iets nieuws in zichzelf tegenkomen.”

Vinden ze het eigenlijk vermoeiend, de vraag of je het seksisme van Cosí wel ‘mag’ adresseren, of je de opera met een queer lens ‘mag’ bekijken? Kamps reageert gelaten: „Ik vind het hooguit vreemd. Theater en opera zijn van oudsher immers kunstvormen waarin mensen alles kunnen worden wat ze wilden.”

Heijboer Castañón: „Kunst is een plek waar nieuwe werelden worden geschapen en oude werelden bevraagd. Het lukt de klassieke muziek maar niet goed om dat ook te mogen doen.”

Lees ook Ik wil andere verhalen, andere identiteiten

Daarbij, legt Manoj Kamps uit, past hun werkwijze bij het Orkest van de 18de Eeuw, ensemble van pioniers van de historische uitvoeringspraktijk. „Het zou tegen de 18de-eeuwse geest indruisen de opera als een onaantastbaar reliek te benaderen. Er werden in die tijd áltijd dingen uitgehaald, toegevoegd, getransponeerd, of plots hele aria’s aan een ander personage gegeven. Dat was de praktijk van het opera-maken: een levendige en creatieve werkplaats. Ik zeg niet dat Mozart dezelfde keuzes zou maken als wij nu, maar hij zou absoluut dingen hebben veranderd.”

Het tweetal is zich ervan bewust dat, al hun argumenten ten spijt, een meer conservatief ingesteld operapubliek zich wellicht niet zal laten overtuigen. Kamps blijft ook daar nuchter onder: wie écht geen vleugje eigentijdse regie verdraagt, kan simpelweg voor de schitterende muziek en solisten komen.

„Het is een cliché, maar ook met je ogen dicht is er veel om van te genieten.”

Mozarts ‘Così fan tutte’ door het Orkest van de Achttiende Eeuw: tournee 6 t/m 18 oktober. Info: orchestra18c.com