Jonas Vingegaard slaat toe op ‘superdag’ in de Pyreneeën

Reportage

Tour de France In de eerste bergrit gebeurde heel veel, maar de demarrage van Jonas Vingegaard trok de meeste aandacht.

De Deen Jonas is weggereden van de Sloveen Tadej Pogacar op de beklimming van de Marie Blanque in de eerste Pyreneeën-etappe van de Ronde van Frankrijk.
De Deen Jonas is weggereden van de Sloveen Tadej Pogacar op de beklimming van de Marie Blanque in de eerste Pyreneeën-etappe van de Ronde van Frankrijk. Foto Daniel Cole / AP

De gelaatstrekken van Jonas Vingegaard staan strak. Met een verbeten gezicht trapt hij zich door zijn cooling-down op de rollerbank heen, op een smal straatje waar ook een location du ski en een heel klein bioscoopje zijn gevestigd, en de bergen aan alle kanten boven de huizen uittorenen.

Om hem heen staan ploeggenoten, teamleden en een cordon aan journalisten en toegestroomde fans. Zij willen alles van de Deen weten over de vijfde etappe die zojuist is gefinisht in Laruns, over de dag waarop deze Tour de France mogelijk al werd beslist. Maar Vingegaard trapt onverstoorbaar door, alsof hij nog tijd wil pakken op zijn concurrenten. Pas als hij opzij kijkt en met zijn Nederlandse ploeggenoot Wilco Kelderman een blik van verstandhouding wisselt, ontspant hij een beetje. En dan verschijnt, héél kort, een glimlach.

De eerste bergrit van deze Ronde van Frankrijk, eentje die het peloton ongenadig over drie Pyreneeëncols leidde, was een onvervalste Touretappe; met wedstrijden in de wedstrijd, waarin van alles gebeurde. Koplopers en achtervolgers werkten samen en dan weer niet, de een met het vizier op de dagzege, de ander op de bergtrui en weer een ander op de leiding in het klassement.

Het werd uiteindelijk een dubbelslag voor de Australiër Jai Hindley, debutant in de Tour, maar ook de winnaar van de Giro d’Italia in 2022. Toch werd hem door Franse media gevraagd zich even voor te stellen aan het Franse volk. „Ik ben linkshandig en ik houd net als alle andere Australiërs van avocado op toast”, antwoordde hij ongemakkelijk.

Hindley zat mee in een grote ontsnapping op ruim 120 kilometer voor de finish en hield het als enige vol. Solo kwam hij over de streep, waarmee hij zijn eerste ritzege én eerste gele trui pakte.

Achter hem ontspon zich, naast de strijd om de ritzege, de bergtrui en de gele trui, nog een vierde duel. Die tussen de topfavorieten Vingegaard van Jumbo-Visma en Tadej Pogacar van Team UAE Emirates. Zij toonden zich afgelopen weekend al de twee sterksten van deze Tour, toen ze in de tweede etappe na een korte demarrage van de Sloveen ineens alleen vooraan reden bovenop de Baskische heuvel Jaizkibel. Dat was nog te vroeg voor Vingegaard, die weigerde kopwerk te verrichten waardoor het duo werd teruggepakt.

Kwestie van geduld

Bij Jumbo-Visma weten ze dat een Pogacar in goede doen de beste wielrenner ter wereld is, en dat Vingegaard hem in een rechtstreeks duel niet verslaat. Maar vorig jaar toonde de Nederlandse ploeg aan dat de Sloveen door goed teamwork te kraken is, en dat zijn zwakte in lange, hoge beklimmingen ligt. Van zulke bergen liggen er niet veel op het parcours van deze editie, en dus was de verwachting dat het duel tussen de twee favorieten in een of twee etappes beslist zou worden.

Ritwinnaar en nieuwe geletruidrager Jai Hindley uit Australië.
Foto Stephane Mahe / Reuters

Woensdagochtend zegt Jumbo-ploegleider Arthur van Dongen nog dat deze Tour voor zijn ploeg een oefening in geduld zal worden. „Dat is het allerbelangrijkste als je over drie weken succesvol wil zijn. Je moet erop vertrouwen dat je kans komt en die dan grijpen.”

Van geduldig wachten op een kans is woensdag tijdens de etappe echter geen sprake. In jacht op de bonificatieseconden die bovenop de laatste klim van de dag, de Marie Blanque, een col van de eerste categorie, te verdienen zijn, fietst de ploeg van Pogacar in de aanloop al zo hard door om de kopgroep binnen bereik te houden, dat halverwege de klim UAE is opgerookt.

Vingegaard voelt zich op dat moment opperbest en vraagt ploegmaat Sepp Kuss om tempo te rijden. Pogacar komt helemaal in zijn eentje te zitten. En dan demarreert Vingegaard, op negentien kilometer van de streep. Pogacar kan niet volgen en op de top, een paar kilometer verder. is het gat opgelopen tot zo’n veertig seconden.

Van prooi naar jager

Het verschil is ongeveer net zoveel als twee jaar geleden op de Mont Ventoux, toen Vingegaard in de tweede beklimming van de beroemde berg wegsprong. Destijds was híj de uitdager, de prooi waarop veelvraat Pogacar kon jagen en dat ook met succes deed. Nu is de Deen zelf de jager, op jacht naar kostbare seconden voorsprong.

In de afdaling en laatste kilometers naar finishplaats Laruns, loopt Vingegaard nog iets verder uit, op de streep is het verschil iets meer dan een minuut. In het klassement staat hij nu 53 seconden voor op Pogacar, het verschil met Hindley, die de gele trui overnam van de Brit Adam Yates, is 47 seconden. Daarachter loopt de achterstand van de concurrentiesnel op.

NRC

Over Hindley lijkt Vingegaard zich weinig zorgen te maken. „Natuurlijk kijken we ook naar Jai”, zegt hij ontspannen, nadat hij van de rollerbank is gestapt. Maar het is duidelijk dat het hem vooral gaat over het geslagen gat met Pogacar. Bij de bus van UAE Emirates probeert teammanager Mauro Gianetti positief te blijven. Zijn kopman brak in het voorjaar zijn pols, waardoor de voorbereiding op de Tour werd verstoord en het een beetje gissen is naar zijn topvorm. „Maar Tadej kan nog beter worden en als we er de benen voor hebben, zullen we in de aanval gaan”, zegt Gianetti.

Bij de bus van Jumbo-Visma zegt ploegleider Van Dongen dat dit succes niet was gepland, maar dat het verloop van de koers ertoe leidde. „Het ging perfect voor ons, vooral omdat Sepp Kuss bij Pogacar in zijn wiel kon gaan zitten nadat Jonas was weggereden. Dat is mentaal killing.” In zijn ogen biedt de etappe van donderdag, als de Aspin, de Tourmalet en de Cambasque beklommen moeten worden en de finish bergop ligt, opnieuw een kans. „Als we tijd kunnen pakken, zullen we dat zeker doen.”

Voor nu is het eerste gat geslagen voor de Nederlandse equipe. Zoals Vingegaard zegt: „Het was vandaag een superdag.”