Johannes Vermeer kreeg een uitvaart met 14 dragers én klokgelui, blijkt uit een archiefvondst

Grafregister Vermeer In de aanloop naar een expositie over Vermeer in Museum Prinsenhof Delft deed oud-archivaris Bas van der Wulp een ontdekking: een nog onbekende inschrijving van Vermeer in het begrafenisregister van de Oude Kerk.

Stadsarchiefmedewerker Bas van der Wulp met het nieuwe ontdekte grafregister waarin Vermeer vermeld wordt. x
Stadsarchiefmedewerker Bas van der Wulp met het nieuwe ontdekte grafregister waarin Vermeer vermeld wordt. x

Foto Erfgoed Delft

Wie hem leerde schilderen weten we nog steeds niet. En ook niet hoe zijn karakter was, of, bij gebrek aan zelfportretten, zelfs maar hoe hij eruit zag. Maar een recente ontdekking in stadsarchief Erfgoed Delft geeft wel iets meer kleur aan wat we weten over het leven van schilder Johannes Vermeer (1632-1675) – of liever, over wat er vlak ná zijn overlijden gebeurde.

In de voorbereiding van een expositie over het Delftse leven van Vermeer in Museum Prinsenhof Delft ontdekte medewerker van het stadsarchief Bas van der Wulp een nog onbekende vermelding van Vermeer in een grafregister van de Oude Kerk, waar Vermeer begraven is.

Daarin wordt vermeld dat op Vermeers uitvaart op 16 december 1675, zijn kist werd gedragen door liefst veertien dragers, begeleid door ‘één poos klokgelui’. „Dit was duidelijk een luxe behandeling”, zegt Van der Wulp. „Ik heb ook gelezen over uitvaarten met twintig dragers, maar dat was de super-elite. De rijke schoonmoeder van Vermeer, Maria Thins, kreeg bij haar uitvaart iets meer, ‘twee pozen klokgelui’, „maar de uitvaart van Johannes Vermeer was zeker geen standaardbehandeling.”

Straatarm

Dat is opmerkelijk, want Vermeer was bij zijn overlijden, drie jaar na het Rampjaar 1672, straatarm. Het gilde waar Vermeer enige tijd voorzitter van was, betaalde het waarschijnlijk niet, denkt Van der Wulp, want andere kunstenaars van het gilde kregen niet een dergelijke behandeling. „Maar de zoon van Maria Thins en zwager van Vermeer, Willem Bolnes, die vanwege psychische problemen in een ‘verbeterhuis’ verbleef, kreeg een jaar later wél exact dezelfde behandeling.” Vermoedelijk heeft Maria Thins dus voor de uitvaart betaald, zegt Van der Wulp. Aannemelijk is dat de schoonmoeder de uitvaartkosten van Vermeer slechts dacht voor te schieten aan haar dochter: „Waarschijnlijk waren zij nog niet op de hoogte van de financiële misère waarin Vermeer in die tijd verkeerde.”

Aanvankelijk had de katholieke Maria Thins zich nog verzet tegen de ondertrouw van Vermeer en haar dochter Catherina Bolnes. Waarschijnlijk omdat Vermeer kind was van gereformeerde ouders en als zoon van een herbergier een totaal andere maatschappelijke klasse had. „Maar na een bezoek van twee kennissen van Vermeer staakte Thins haar verzet. Daarvan is een notaris-akte opgesteld, waarin staat dat ze niet de ‘akte van consent’ ondertekent, maar wél haar blokkade staakt.” Het koppel trouwt katholiek in Schipluiden, en geeft al hun kinderen katholieke namen. „We weten het niet zeker, maar waarschijnlijk heeft Maria Thins dat bedongen.”

Begraafinschrijving met details over de uitvaart van Vermeer (16/12/1675).

Foto Stadsarchief Delft

Derde registratie

Hoewel de ontdekking van de veertien dragers om een detail gaat, is het opmerkelijk dat er nog nieuwe informatie over het leven van Vermeer opduikt. Van der Wulp: „Er is al honderd jaar door tientallen mensen onderzoek gedaan naar zijn leven. Alle archieven zijn keer op keer doorgespit.” Belangrijk is het werk dat de Amerikaanse econoom John Michael Montias deed. Hij ontcijferde tussen 1975 en 1988 stedelijke registers en notariële akten voor zijn boek Vermeer en zijn milieu, waar ook Van der Wulp bij betrokken was.

Dat er nu toch iets nieuws is ontdekt, komt omdat de archieven van het Stadsarchief in de tussentijd beter in kaart zijn gebracht. „We wisten destijds al van twee registers waarin het graf en de uitvaart van Vermeer genoemd worden, dan ga je op dat onderwerp niet direct verder zoeken.” Maar er bleek dus toch een derde vermelding in een ander begrafenisregister te zijn. „Bij een uitvaart waren allerlei verschillende mensen betrokken. De koster, de doodgravers en de kerkmeester zelf, die hadden allemaal een eigen administratie.”

Op de plek van het graf van Vermeer in de Oude Kerk is nu alleen nog een herdenkingsbordje te vinden. „We weten dat hij daar niet meer ligt, het graf is net als alle andere graven in de Oude Kerk een keer geruimd, maar we weten niet wanneer precies. Dat wilde ik uitzoeken.”

Een antwoord op die vraag vond Van der Wulp niet, maar dus wel: veertien dragers en eenmaal klokgelui voor Vermeer.


Lees ook: ‘Nieuw onderzoek naar ‘Het melkmeisje’ biedt inzicht in de werkwijze van Johannes Vermeer