Joel Ross nodigt uit met zijn ‘vibes’, zijn warme zingende klanken op de vibrafoon

Cool en hip, maakt de jonge Amerikaanse jazzmuzikant Joel Ross de vibrafoon. Zijn ‘vibes’ geven een zwiep naar een nieuwe jazzontdekkende generatie. Want eerlijk, hoe veelzijdig ook, de vibrafoon heeft zijn jazzimago niet per se mee – voor wie de bezeten uitspattingen van Lionel Hampton (1956, nachtconcert Concertgebouw) en de zacht-subtiele solo’s van Milt Jackson (hoogtijdagen: ook jaren vijftig) niet kent. Of korter in de tijd terug: de in de jaren negentig doorgebroken Amerikaanse jazzvibrafonist Stefon Harris.

Maar er is iets geruststellends aan de vibrafoon met zijn warme zingende klanken. Joel Ross heeft lang aangehouden noten met veel vibrato in dobberende solo’s, maar kan ook slalommen langs uitdagende ritmes. De twintiger, die sinds zijn debuutalbum Kingmaker in 2019 opvalt als vibrafonist en bandleider met een visie, kan trefzeker zijn twee, soms drie mallets laten vallen, met een natuurlijk gevoel voor groove.

Op zijn sterke, vierde Blue Note-release Nublues kiest Joel Ross voor blues en ballads en verzint daar en passant een nieuwe genre-term voor: nublues. Kortgezegd: gemoderniseerde blues, zoals nujazz en nusoul ook rijkelijk gedecoreerde fusievormen zijn. In het geval van Ross betekent het: weg van het standaard 12-matige bluesschema en elementen uit de jazz, soul en funk in de mix.

Tijdens de coronapandemie was de vibrafonist weer gaan studeren. Hij verdiepte zich in de blues en ontdekte hoeveel verder die gaat dan een herhalend schema of spelen volgens de traditie. Noem het spiritueel, noem het emotioneel, het verdiepte zijn jazz. Met zijn band Good Vibes – saxofonist Immanuel Wilkins, pianist Jeremy Corren, bassist Kanoa Mendenhall, drummer Jeremy Dutton – communiceert hij nog meer zonder woorden. Rechtstreeks komen muziekgolven vol gevoel.

Lucht blazen

Bestaat er in de band iets als intuïtieve muzikale conversatie, de boodschap naar de luisteraar is zonder meer steeds uitnodigend. Kom mee, dein mee. Ross blaast lucht in bekende stukken van jazztoonzetters als John Coltrane (‘equinox’ & ‘central park west’) en Thelonious Monk (‘evidence’) – Ross schrijft ze met opzet zonder hoofdletters.

Nieuwe versies van monumentale nummers kunnen soms overbodig voelen. Ross’ kijk op Coltrane’s blues Equinox (1964) is echter fris en speels. Al sinds zijn debuut als bandleider laat hij de vibes mengen met de aardse, stevige tonen van saxofonist Immanuel Wilkins. Mooi hoe die twee elkaar aanvullen, als donker en licht.

Droomstuk

In zeven eigen composities onderstreept Ross ook zijn talent als componist. Een hoogtepunt is het lange, breed uitwaaierende droomstuk ‘mellowdee’. De insteek van ‘Bach (God the Father in Eternity)’ is behoorlijk serieus, haast kerkelijk, terwijl de titelsong pas na een lange solo-opmaat op de vibrafoon ook de rest van de band uitnodigt. Tot slot, een liefdevol sieraadje tussendoor: ‘chant’, met fluitiste en geliefde Gabrielle Gar die je met haar heldere, gevoelvolle toon aan de hand neemt.

https://www.youtube.com/watch?v=gxfk2hdEZ8o

Postpunk Idles Tangk

Is Joe Talbot getemd? De cynische brombeer uit Bristol was op vorig album Crawler (2021) soms al onkarakteristiek ingetogen, en op het nieuwe, Tangk klinkt hij soms… lief? Liefde lijkt het thema op dit door Nigel Godrich geproduceerde album, en dat past ze (bijna) net zo goed als blinde woede. Hoe zo’n liefdesverklaring uit de mond van Talbot klinkt? „Fuck the king, he ain’t the king, she’s the king!” (Peter van der Ploeg)

Progrock Ihsahn Ihsahn

Vegard Sverre ‘Ihsahn’ Tveitan, frontman van legendarische metalband Emperor, legt zich solo al jaren toe op vrijdenkende progrock. Met dit tweedelige album kijkt hij een beetje terug op zijn carrière, met ambitieuze, sterke nieuwe muziek. Die is soms erg heavy, dan weer episch en weelderig mooi met orkestrale begeleiding. Het tweede deel is zelfs een geheel instrumentale interpretatie van deel 1, en die is minstens zo boeiend. (PvdP)

Jazz Compassion Vijay Iyer, Linda May Han Oh, Tyshawn Sorey

Heerlijk losjes klinkt de Amerikaanse pianist Vijay Iyer op het tweede zeer aantrekkelijke album met bassiste Linda May Han Oh en drummer Tyshawn Sorey. Als transparant ijs, zo helder, ligt alles open – er is zulk intuïtief spel in dit trio. Terwijl de rollen steeds omdraaien, wie leidt, wie volgt, is het fraai, en zelfs even funky. Een plaat die je op herhaling zet. (AK)