Jezus uit één lijn en gespierde stieren die dwarrelend uit de hemel vallen

Recensie

Beeldende kunst

Grafiek-expositie De mooie expositie ‘Graver la lumière’ in het Musée Marmottan Monet in Parijs toont prentkunst sinds de vijftiende eeuw. De kracht van deze expositie is de mix van stijl, tijdvak, formaat en grafische techniek.

Rembrandt van Rijn, ‘Rembrandt tekenend’, 1648 (detail).
Rembrandt van Rijn, ‘Rembrandt tekenend’, 1648 (detail).

Foto Olivier Christinat/ Fondation William Cuendet & Atelier de Saint-Prex

Het hoofd van Jezus tekenen in één lange, ononderbroken lijn, te beginnen midden op het puntje van zijn neus en dan cirkelend verder. Tot hij er helemaal op staat, inclusief doornenkroon, lange krullen en stralenkrans. Bij grafiek – houtsneden, gravures, litho’s en andere drukmethodes om een afbeelding te vermenigvuldigen – speelt het ambachtelijke een grotere rol dan bij andere beeldende kunst. Soms, zoals bij deze Jezus, zelfs op een speelse manier: kijk mij eens al gutsend in het koper met mijn scherpe burijn een realistisch portret creëren, met straks slechts één zwarte lijn op wit papier.

De expositie Graver la lumière – L’estampe en 100 chefs-d’oeuvre (Graveer het licht – druk in 100 meesterwerken) in het Musée Marmottan Monet toont opgedeeld in zeven niet-chronologische hoofdstukken prentkunst sinds de vijftiende eeuw. Daar hangt de Jezus-uit-één-lijn van Claude Mellan naast een meesterwerkje van zijn tijdgenoot Rembrandt (Man zittend op zandhoop) en een vrouwenportret dat Edgar Degas 250 jaar later maakte.

De kracht van deze expositie met drukwerk uit de collectie van de Fondation William Cuendet & Atelier de Saint-Prex in het Zwitserse Vevey is de mix van stijl, tijdvak, formaat en grafische techniek. Op een paar na beperken alle werken zich tot zwarte inkt op wit papier. Kleur is zeldzaam, maar de paar die hier hangen zijn uniek. Zoals een van de eerste in drie kleuren gedrukte prenten ooit, Vrouw op de rug gezien van Jacques Fabien Gautier Dagoty, beter bekend als ‘De anatomische engel’. Daarop kijkt een jonge vrouw een beetje verbaasd over haar schouder. Het rode vlees links en rechts van de ruggengraat is als een paar vleugels opengevouwen zodat haar witte ribben blootliggen.

Zalige landschappen

Na de uitvinding van de boekdrukkunst is Albrecht Dürer een van de eersten die met drukwerk de Bijbelse wereld illustreert. Zijn houtsneden zitten vol geniaal getroffen personen en dieren, dramatische situaties en zalige landschappen. Natuurlijk staan deze plaatjes ook online en in boeken, maar het is sensationeel om een bedrukt velletje papier van 500 jaar oud te bekijken dat nog zo raak en fris is. Zijn Melencolia, waarop een engel met een passer in de hand stuurs naar de wereld kijkt, is misschien wel de mooiste prent ever.

Wie het meest wint bij de ontmoeting met de originele kunstwerken is Giovanni Battista Piranesi (1720-1778). Zijn prenten blijken in werkelijkheid zo groot als dubbele tabloid-pagina’s (55 x 41 cm) en daardoor zie je veel beter dan op kleine reproducties hoe weids zijn architectuurscènes zijn. De trappen en bruggen op Le pont levis (De hangbrug) zijn ineens veel minder claustrofobisch, maar gelukkig nog even bizar. Als toegift ligt aan het einde van de expositie in het zaaltje met uitleg over de diverse druktechnieken een eerste druk van zijn bundel over architectuur en perspectief Prima parte di Architettura e Prospettive (1750).

Goya’s Het regent stieren (1824) is technisch knap en een merkwaardig gezicht: vier gespierde stieren vallen dwarrelend uit de hemel. De impressionisten van de negentiende eeuw maakten hun landschappen en portretten niet alleen met verf. Schilders als Pissarro en Corot waren ook uitstekende en experimentele prentmakers. Manet legde in 1871 op een litho een op de barricaden van de Parijse Commune gesneuvelde soldaat vast.

Frisse blik

De keuze om op deze expositie de chronologie los te laten, zorgt zeker bij de zelfportretten voor een frisse blik. Naast elkaar opgehangen lijken de oude Pissarro – met slappe pet en volle baard – en de schetsende Rembrandt – alsof hij in de trein tegenover je zit – ineens tijdgenoten in plaats van door twee eeuwen gescheiden mensen. Grafiek trekt zich veel meer dan schilderijen niets aan van de grenzen van stijl en tijd.

Wat je mist op Graver la lumière (naast iets van Escher), is aandacht voor de rol van prenten in boeken, tijdschriften en kranten sinds de achttiende eeuw. Er hangt een prent van Honoré Daumier, maar niets van Gustave Doré en niets uit Engeland of Duitsland. Door de focus in de Zwitserse collectie op het vrije werk van kunstenaars na 1700 en in Vevey gedrukte prenten missen hoogtepunten die niet hadden mogen ontbreken.

Rembrandt van Rijn, ‘Rembrandt tekenend’, 1648 (detail). Foto Olivier Christinat/ Fondation William Cuendet & Atelier de Saint-Prex