Jeugdtheater over het ‘kindsterretje’ Mozart blijft steken in clichés

Recensie

Theater

Jeugdtheater Het verhaal van Mozart gaat ten onder aan banale grapjes en flauwe anachronismen in ‘Wolfgang’ van jeugdtheaterveteranen Don Duyns en Pieter Kramer.

‘Wolfgang’: jeugdtheater over Mozart en zijn grote rivaal Salieri.
Wolfgang’: jeugdtheater over Mozart en zijn grote rivaal Salieri.

Foto Sanne Peper

Een van de langstlopende samenwerkingsverbanden in het Nederlandse jeugdtheater is die tussen regisseur Pieter Kramer en schrijver Don Duyns. Met hun familievoorstellingen bij het Ro Theater, en later bij Theater Rotterdam, maakten ze jarenlang grote publiekshits, die door de combinatie van cartoonesk spel, geestige liedjes en een hoge grapdichtheid zowel bij kinderen als volwassenen in de smaak vielen. Na de aanstelling van artistiek directeur Alida Dors bij Theater Rotterdam werd de samenwerking uiteindelijk opgezegd, waarna de twee makers door De Theateralliantie werden opgepikt. In coproductie met Toneelgroep Oostpool komen Kramer en Duyns nu met hun eerste nieuwe familievoorstelling: Wolfgang, een vrije bewerking van het levensverhaal van Wolfgang Amadeus Mozart en zijn grote rivaal Antonio Salieri.

Op basis van het resultaat kun je Dors achteraf gezien geen ongelijk geven: de formule van Kramer en Duyns is behoorlijk sleets geworden. De tijd lijkt voor de makers stil te hebben gestaan: aan de regie kun je merken dat ze denken dat mannen in vrouwenrollen, dik aangezette accenten en anachronistische verwijzingen naar K3 het toppunt van humor zijn. Keer op keer kiest Duyns voor grappen en grollen die zo belegen zijn dat zelfs de meest welwillende kijker er niet meer om kan lachen.

Prestatiedruk

Zo ontmoeten Mozart en Salieri elkaar voor het eerst als zesjarigen in talentenshow The Voice Of Austria, delen ze later een kamer in een studentenhuis en wordt Mozart gefileerd in een Oostenrijkse talkshow die ‘Boulevard’ heet. Het leidt tot een voorspelbare vertelling over de opkomst en ondergang van een kindsterretje – nergens wordt er een nieuw inzicht aan de dik aangezette clichés over prestatiedruk toegevoegd.

Ook de spelregie van Kramer schiet tekort. Alles en iedereen wordt tot een karikatuur gereduceerd, waardoor er geen enkel drama ontstaat. De enige uitzondering is Jan-Paul Buijs in de rol van Salieri: in subtiel spel toont Buijs de verscheurdheid van een man die het steeds tegen zijn getalenteerdere vriend moet afleggen. Helaas blijft de focus op Mozart liggen. Bart Rijnink slaagt er uitstekend in om de jeugdige arrogantie en bravoure van het hoofdpersonage te treffen, maar is niet in staat om in latere scènes de nodige kwetsbaarheid in de rol te leggen.

Ook muzikaal is de opbrengst mager. De composities van Mozart die als basis dienen voor de musicalsongs zijn uiteraard niet voor die functie gemaakt, en de liedjes voelen daarom vaak geforceerd aan. Ze missen daardoor de euforische impact die vroegere voorstellingen van Duyns en Kramer tot zo’n feestje maakten.

Pas als de makers helemaal aan het einde van de durende voorstelling het roer radicaal omgooien, doorbreken ze de artistieke stagnatie. Plotseling verandert Wolfgang, het wonderjong van een flauwe musical in een doorgecomponeerde, satirische opera, die drama, komedie en muzikaliteit alsnog bevredigend bij elkaar brengt.

Het is niet genoeg om de voorafgaande twee uur te doen vergeten, maar schept wel hoop voor de toekomst: als Kramer en Duyns de inventiviteit van de laatste tien minuten kunnen vasthouden voor hun volgende voorstelling beleeft hun samenwerking misschien nog wel een tweede jeugd.


Theater Bekijk een overzicht van onze recensies over theater