Jehad, Aseel en Faiza zijn jong in een land dat niet mag bestaan

Interview

Ramallah Israëls repressie van de Palestijnen neemt toe. Er vallen meer doden. Hoe zien jonge inwoners van de Westelijke Jordaanoever de toekomst?

Foto’s Tanya Habjouqa/NOOR

Er heerst een weldadige rust bij het Al Qattan-café, gelegen in een moderne, heuvelachtige buitenwijk van Ramallah waar Palestijnse intellectuelen graag samenkomen. Maar de rust is bedrieglijk. De Westelijke Jordaanoever beleeft een van de roerigste periodes in jaren.

Sinds 2006 zijn er niet meer zoveel Palestijnen omgekomen als de laatste maanden, sinds 1 januari ruim tachtig. Een nieuw dieptepunt was de ‘pogrom’ eind februari in Huwara, nadat twee jonge Joodse kolonisten bij die plaats door een Palestijn waren gedood. Kolonisten namen wraak door tientallen huizen van Palestijnen aan te vallen en in brand te steken. Het Israëlische leger stond erbij en keek ernaar, meldden ooggetuigen.

De kloof tussen de Joodse kolonisten (ruim 600.000 op de Westelijke Jordaanoever en in Oost-Jeruzalem) en de Palestijnen (ruim 3 miljoen) daar was altijd diep, maar is de laatste maanden toegenomen. Dat is vooral te wijten aan de nieuwe regering van Benjamin Netanyahu, de meest rechtse uit de Israëlische geschiedenis.

Minister van Nationale veiligheid Itamar Ben-Gvir en minister van Financiën Bezalel Smotrich zijn kolonisten en ze verhullen niet dat ze de Westelijke Jordaanoever, als het even kan, willen annexeren. Kolonisten hebben volgens analisten het gevoel gekregen dat ze Palestijnen straffeloos kunnen aanvallen.

Deze week bevroor Netanyahu omstreden juridische hervormingsplannen. Honderdduizenden Israëliërs hadden daartegen geprotesteerd omdat ze er een aantasting van de democratie in zagen. Maar Palestijnen raakten er niet opgewonden van. Om hun rechten bekommert Israël zich immers toch niet. Tot overmaat van ramp lijkt er nu een nationale garde te komen, die Ben-Gvir naar eigen goeddunken kan inzetten.

In maart kondigde de regering aan vier joodse nederzettingen die in 2005 waren ontruimd nieuw leven in te blazen. Alle 140 Joodse nederzettingen in bezet gebied zijn op grond van het internationaal recht overigens illegaal. Toch groeit het aantal kolonisten.

Een eigen staat voor de Palestijnen – deel van de veel bezongen tweestatenoplossing – raakt steeds verder uit zicht. De internationale gemeenschap volstaat echter met verbale veroordelingen van Israël en blijft echte sancties schuwen.

De Palestijnse Autoriteit, het Palestijnse zelfbestuur in Ramallah, ziet dit alles machteloos aan. Steeds meer jonge Palestijnen nemen de wapens op om Israël zo onder druk te kunnen zetten. De bekendste nieuwe verzetsgroep is de Leeuwenkuil, die vooral in Nablus en omgeving actief is. Ook oudere Palestijnen steunen hen. Israël poogt deze groep echter uit te roeien. Nog een reden waarom de spanningen zijn toegenomen.

In het Al Qattan-café sprak NRC met drie jonge, goed opgeleide Palestijnen. Hoe staat het met hun toekomstverwachtingen?

Jehad Manasra Foto Tanya Habjouqa/NOOR

JEHAD MANASRA (32)

‘Ik ben boos over de dubbele moraal van de internationale gemeenschap’

Manasra was al jong politiek actief, nam deel aan demonstraties waarbij hij met stenen gooide. Op zijn zeventiende verdween hij voor zeven jaar achter de tralies wegens zijn verzet tegen de bezetting. Vervolgens studeerde hij aan de Birzeit-universiteit bij Ramallah.

Inmiddels werkt hij in Ramallah als politiek adviseur voor de Palestijnse leider Marwan Barghouti, die zelf in Israël een levenslange gevangenisstraf uitzit omdat hij leiding gaf aan gewapende verzetsacties tegen Israël. Barghouti is ook vanuit de gevangenis politiek actief; hij geldt zelfs als mogelijk opvolger voor de president van de Palestijnse Autoriteit, de 87-jarige Mahmoud Abbas. Manasra: „Elke dag weer verstoort de Israëlische bezetting je leven. Doordat ze je bewegingen in de gaten houden maar ook doordat mensen in je nabije omgeving op wrede wijze worden gedood. Elke dag is er dit jaar gemiddeld al wel een Palestijn door de bezetter gedood.

„Zelf had ik graag aan een Britse universiteit willen studeren, maar dat kon niet, omdat de Israëliërs me niet toestonden de Westelijke Jordaanoever te verlaten, ik zou een veiligheidsrisico vormen. Toen ik een paar jaar terug trouwde, wilden mijn vrouw en ik graag op huwelijksreis. We wilden de zee zien. Ook dat mocht niet. Ik ben nog nooit in het buitenland geweest. Ik heb nu een dochtertje van drie jaar en vraag me af hoe haar toekomst eruit zal zien. Bovenal moeten we verlost worden van de bezetting. Vrijheid is ons belangrijkste doel.

„Al twintig jaar probeert Abbas, onze huidige leider, langs vreedzame weg via de Verenigde Naties vooruitgang te boeken. Maar wat is er veranderd? Niets. We zijn nog altijd bezet en met de nieuwe extremistische Israëlische regering met gangsters als Ben-Gvir en Smotrich is er al helemaal geen vooruitgang te verwachten.

Waarom steunen Europa en Amerika Oekraïne wel, maar ons niet? Hebben wij geen rechten?

„Ik ben ook heel boos over de dubbele moraal van de internationale gemeenschap. Waarom steunen Europa en Amerika Oekraïne wel, maar ons niet? Hebben wij geen rechten?

„Geweld is niet onze eerste keus, we willen niet dat mensen sterven voor onze zaak. Maar het wordt ons opgedrongen. De internationale gemeenschap toont alleen aandacht voor ons als we ons gewapend verzetten. Sommige groepen Palestijnse jongeren nemen daarom nu de wapens op, zoals de Leeuwenkuil in Nablus.

„Wat critici als geweld veroordelen, is volgens internationaal recht trouwens legitiem verzet tegen de Israëlische bezetting. Geweld is dan een van de middelen die tot je beschikking staan, net zoals de Oekraïners daar nu gebruik van maken.

„Op korte termijn denk ik dat er alleen maar meer bloedvergieten in de Palestijnse gebieden zal zijn. Hopelijk zal het op den duur beter gaan, al zijn alle trends nu negatief. Als het zo doorgaat, zitten we over tien jaar allemaal in Nederland. Maar zelf zou ik zeker niet naar Nederland gaan, ook niet als ik daar een mooie baan kon krijgen. Daarvoor heb ik zelf al te veel offers gebracht. Liever wil ik dit land beter helpen maken.”

Aseel Al-Bajeh Foto Tanya Habjouqa/NOOR

ASEEL AL-BAJEH (28)

‘Iedereen loopt het risico te worden gearresteerd’

Aseel al-Bajeh is geboren en getogen in Ramallah. Ze werkt sinds 2019 voor de mensenrechtenorganisatie Al Haq als juridisch adviseur. Ze studeerde aan universiteiten in Jordanië en Ierland. Binnenkort verhuist ze naar Brussel om daar voor Al Haq te werken.
„Ik kom uit een familie die moest vluchten uit een dorp bij Jeruzalem dat nu in Israël ligt. Eén keer heb ik toestemming gevraagd naar Jeruzalem te gaan, maar dat was een pijnlijke ervaring. Het wordt afgeschilderd als een hemelse stad, maar Israël gedraagt zich daar als koloniale mogendheid en poogt de stad te verjoodsen en de Palestijnen hun identiteit te laten verliezen. Hoewel we het recht hebben daar te zijn, voelde ik me een buitenlander. Maar ook Ramallah voelt niet als mijn thuis.
„Toen ik klein was, woedde de tweede intifada [de opstand tussen 2000 en 2005]. Het Israëlische leger viel huizen binnen en arresteerde mensen. Wij boden soms een schuilplaats aan voortvluchtige Palestijnen. Ik herinner me hoe een jonge man in pyjama naar ons huis vluchtte. Mijn moeder gaf hem een jas. Later hoorden we op de radio dat hij kort daarna was gedood. Die ervaring inspireerde mij mede om later bij een mensenrechtenorganisatie te gaan werken.
„Elke dag wordt er wel een Palestijn gedood of wordt een vriend van me gearresteerd. Dat maakt nu deel uit van mijn identiteit. De Palestijnse Autoriteit, waarvan sommigen vroeger veel verwachtten, functioneert niet meer. We hebben al sinds 2006 geen verkiezingen meer gehad. Nog nooit in mijn leven heb ik kunnen stemmen.

Israël plakt het etiket terrorisme op alles, ongeacht wat je doet

„Israël plakt intussen het etiket van terrorisme op alles, ongeacht wat je doet, omdat het de stem van de Palestijnen wil onderdrukken. Zelfs Al Haq is tot terroristische organisatie bestempeld. Toen dacht ik: we hebben toch invloed, het loont om door te gaan. Maar ik dacht ook: nu kunnen ze je arresteren en voor zes jaar in de cel gooien, zonder dat je zelfs maar in beroep kunt gaan.
„Toch werken we door met Al Haq, ook omdat we beseffen dat iedereen in bezet gebied het risico loopt te worden gearresteerd, bij voorbeeld als je per auto op weg bent naar een feestje in Bethlehem en je per ongeluk een verkeerde weg neemt. Of als je iets op Facebook zet. Ik blijf doorwerken. Stilzitten als ik zoveel mensen zie lijden, kan ik niet.
„De Palestijnen hebben het recht om alle middelen te gebruiken om de koloniale overheersing te weerstaan. Verzet, zo nodig met geweld is een begrijpelijke keus, juist wanneer de repressie toeneemt. en de mensenrechten worden geschonden. Vooral jongeren van in de twintig zien geen andere manier zich te verzetten. De Israëliërs doen er alles aan dit geweld te onderdrukken. Sinds vorig jaar zie je dat er een nieuwe fase is begonnen, waarbij mensen op de Westelijke Jordaanoever, in Jeruzalem en in Gaza dezelfde taal spreken. Wanneer het Israëlische leger een bloedbad in de stad Jenin aanricht, worden er vanaf de Gazastrook raketten afgeschoten of volgt een aanslag in Jeruzalem of een actie tegen het Israëlische leger op de Westelijke Jordaanoever. Zo tonen Palestijnen, vooral gedreven door jongeren, overal hun eenheid. Dat geeft me hoop.”

Faiza Foto Tanya Habjouqa/NOOR

FAIZA (22)

‘De Palestijnse politiek heeft echt jongere mensen nodig’

Faiza studeert design en visual arts aan de Birzeit Universiteit. Ze komt uit de Gazastrook, maar verhuisde in 2014 met haar ouders naar Ramallah. Haar achternaam zet ze liever niet in de krant.

„Wat ik fijn vind, is het tegenovergestelde van de werkelijkheid. Mijn hele leven heb ik al met de bezetting te maken. Die is deel van mijn identiteit. De intensiteit ervan wisselt, maar hij hangt altijd als een slagschaduw boven ons hoofd.

„Als kind woonde ik in de Gazastrook. Het ergste waren de bombardementen. Dan moesten we in huis blijven. We hadden daar een mooi huis aan het strand, waar ik verder fijne herinneringen aan heb. Ik zou het zo graag eens aan mijn vrienden laten zien.

„Ik ben niet zo politiek georiënteerd. Maar ik weet dat Abbas en zijn mensen helemaal niets voorstellen. Als we iets willen regelen, moeten we bij de Israëliërs zijn, niet bij hen. We hebben echt jongere mensen nodig.

Zijn er jongere mensen die ik bewonder? Ja, maar die zijn al dood

„Zijn er jongere mensen die ik bewonder? Ja, maar die zijn al dood. Hamas haat ik trouwens net zo goed, dat onderdrukt de mensen in Gaza ook. Niemand daar houdt van Hamas. Ik heb het gevoel dat de mensen in Gaza een hoop liefde kunnen gebruiken.

„De jongens van de Leeuwenkuil zijn pas een jaar of 18, 19. Ze kunnen geen normaal leven leiden onder de bezetting. Als zij willen vechten voor een beter leven, dan moeten ze dat doen. Ze hebben de hele dag geen fuck te doen en hebben weinig te verliezen. Een generatiekloof speelt ook mee. De jongeren voelen dat de tijd maar wegtikt zonder dat er iets gebeurt. Tegelijk is het allemaal zeer verwarrend en wil je ook niet dat er mensen worden gedood.

„Ik geloof niet dat er meer vrijheid zal komen. Misschien ga ik naar een ander land waar het prettiger is, wie weet naar Amsterdam. Ik had al een beurs om rechten te studeren in Marokko. Maar als ik die had aangenomen, mocht ik van Israël alleen terug naar de Gazastrook omdat ik daar oorspronkelijk vandaan kom, niet naar mijn familie in Ramallah. Dat wilde ik niet, want dit is mijn echte thuis.”