Japan zet voor zijn ‘groene transitie’ weer in op kernenergie, tot zorg van omwonenden: ‘De kerncentrale weer aanzetten is levensgevaarlijk’

In een klein café, verborgen op de tweede verdieping van een verbouwd woonhuis, heeft een groep activisten zich verzameld. De gemiddelde leeftijd is boven de zestig, typerend voor de sterk vergrijzende regio rond de stad Kashiwazaki, aan de westkust van Japan. „Ik heb tientallen jaren gevochten tegen de komst van de kerncentrale”, vertelt Kazuyuki Takemoto. „Die strijd heb ik verloren, maar de herstart wil ik koste wat het kost voorkomen.”

Toen de eerste reactor van de Kashiwazaki-Kariwa-kerncentrale in 1985 opende, beloofden de nationale overheid en energiebedrijf Tepco, de eigenaar van de centrale, een grote economische boost voor de regio. Het was een succes: geleidelijk breidde de faciliteit zich uit. In 1997 opende de zevende reactor, en daarmee werd het naar capaciteit de grootste kerncentrale ter wereld. In de jaren 2000 werkten er zo’n 6.500 mensen.

Een aardbeving maakte in de zomer van 2007 een einde aan het succesverhaal. Het epicentrum lag enkele kilometers van de kust van Kashiwazaki, en rond de reactoren ontstonden brand en lekkages van koelwater en radioactief materiaal. Volgens Tepco was er geen gevaar voor omwonenden.

Toch duurde het zestien maanden voordat de eerste reactor werd herstart. Uiteindelijk waren vier van de zeven reactoren actief toen een grote aardbeving in maart 2011 het noorden van Japan trof. Een metershoge tsunami kostte tienduizenden levens en veroorzaakte een kernramp in Fukushima, aan de oostkust. Daarna werden alle kerncentrales in Japan stilgelegd.

Alle Japanse kernreactoren werden in 2011, na de ramp bij Fukushima, stilgegegd.

Het landelijke vertrouwen in kernenergie kelderde: uit een peiling van Pew Research Centre in 2012, een jaar na de ramp, bleek dat zeven van de tien Japanners tegen het gebruik van kernenergie waren. Kashiwazaki was geen uitzondering. Desondanks staat Tepco nu klaar om twee van de zeven reactoren te herstarten.

Natuurgeweld

Met een rustige handbeweging schuift activist Tamotsu Honma een krant over de tafel. „Dit artikel heb ik geschreven”, vertelt hij. De gepensioneerde dokter wijst naar de titel op de voorpagina. ‘Vechten tegen de herstart!’, staat er in grote letters. De inhoud is in één zin samen te vatten: „De kerncentrale weer aanzetten is levensgevaarlijk”, zegt Honma.

Mede-activist Takemoto beaamt: „Dit gebied kent vulkanische activiteit en grote aardbevingen.” De lokale bewoners werden herinnerd aan dit natuurgeweld op Nieuwjaarsdag, toen een aardbeving met een kracht van 7,6 het westelijke schiereiland Noto raakte. Tienduizenden huizen stortten in, 282 mensen kwamen om, en modderstromen en opgebroken wegen maakten grote delen van het gebied onbereikbaar. Het epicentrum lag slechts 120 kilometer van de Kashiwazaki-Kariwa-kerncentrale.

„Bij deze beving is er koelwater gelekt uit de reactoren”, vertelt Honma, terwijl zijn mede-activisten teleurgesteld knikken. Tepco zegt in persverklaringen dat er geen stralingsgevaar was. Honma gelooft het niet: „Wij krijgen het gevoel dat er niks is veranderd. Dat Japan ondanks alle rampen geen enkele les geleerd heeft.”

Activisten AkikoTakeuchi (links) en Tamotsu Honma verzetten zich tegen de heropening van de kerncentrale van Kashiwazaki.
Foto Ken Watanabe

Inmiddels zegt de meerderheid van de inwoners van de regio tegen de herstart te zijn. „Maar de overheid denkt dat een nieuwe kernramp onmogelijk is”, voegt Akiko Takeuchi toe. Ze is voormalig ambtenaar bij de gemeente. „Ik heb ontslag genomen om me te verzetten tegen de herstartplannen”, vervolgt ze. „Toen ik daar werkte durfde ik niks te zeggen, maar mijn angst voor een nieuwe ramp is te groot geworden om het nog te negeren.”

Groene transitie

Ondanks de lokale tegenstand lijkt de herstart onvermijdelijk. In december 2021 kondigde premier Fumio Kishida een „groene transitie” aan: Japan moet in 2050 volledig CO2-neutraal zijn. „Daarvoor is kernenergie een noodzaak”, vertelt Jun Arima, professor energiebeleid aan de Universiteit Tokio.

Tijdens de COP28 klimaatconferentie in Dubai vorig jaar was Kishida mede-ondertekenaar van een verklaring die de wens uitsprak de opwekking van kernenergie voor 2050 wereldwijd te verdriedubbelen. In eigen land wil Kishida tegen 2030 zeker 22 procent van de totale energievoorraad opwekken via kerncentrales. Momenteel ligt dat aandeel op 5 procent.

„Het herstarten van de bestaande kernreactoren is niet genoeg om dat te bereiken. Het betekent ook dat de kerncentrales vernieuwd moeten worden met efficiëntere technologie”, verklaart Arima. „Het is nodig om onze energielevering veilig te stellen.”

Volgens het Internationale Energie Agentschap komt 39 procent van de totale energievoorraad uit olie, en 27 procent uit steenkool. Het overige deel bestaat voornamelijk uit aardgas. Momenteel is Japan sterk afhankelijk van import: 90 procent van zijn energie komt uit het buitenland.

Een aardbeving maakte in de zomer van 2007 een einde aan het succesverhaal van de centrale van Kariwa Kashiwazaki. De opwekking lag zestien maanden stil.Foto Noboru Hashimoto/Corbis/Getty Images

Het land wil het aandeel duurzame energie verhogen, maar de structuur van de energiemarkt laat weinig ruimte over voor innovatie. Japan heeft geen nationaal elektriciteitsnet. In plaats daarvan zijn er tien afzonderlijke bedrijven die elk min of meer autonoom opereren in hun eigen gebied en zelf energie opwekken en importeren.

De ontwikkeling van duurzame energie vergt bovendien veel ruimte, die niet overal beschikbaar is. Daarom moet windenergie opgewekt in het winderige noorden of zonne-energie uit het zonnige zuiden door de kabels van vier à vijf energiebedrijven heen stromen voordat het, bijvoorbeeld, Tokio bereikt. Door hun onderlinge concurrentie en slome bureaucratie is dat een duur en langzaam proces. In 2020 kwam slechts 8 procent van de totale energiemix uit duurzame bronnen.

Dat is niet genoeg om het verlies aan kernenergie, dat voor de kernramp een kwart van Japans energiemix uitmaakte, te compenseren. In plaats daarvan worden nu oude kolen- en aardgascentrales weer in gebruik genomen.

De coronapandemie, de afgenomen import uit Rusland vanwege de oorlog in Oekraïne, en de kelderende yen geven extra nastoten. Nu de energieprijzen recordhoogtes bereiken en Japanners tot wel 46 procent meer betalen voor hun energierekening, begint energieveiligheid ook in het publieke debat een centrale rol in te nemen.

In 2023 was voor het eerst sinds de ramp van Fukushima een kleine meerderheid van 51 procent van de Japanners weer vóór kernenergie

Dus slaat de publieke opinie om. Uit een peiling van krant Asahi Shimbun bleek in 2023 dat voor het eerst sinds de ramp van Fukushima een kleine meerderheid van 51 procent van de bevolking weer vóór kernenergie is.

Mede hierom heeft de overheid besloten dat nu het goede moment is om kernenergie als duurzaam te bestempelen en de herstart van kerncentrales een pijler van de beloofde groene transitie te maken. „Daarbij zijn de faciliteiten al gebouwd en de kosten dus gemaakt”, zegt professor energiebeleid Arima. „Dat maakt het de makkelijkste en goedkoopste oplossing.”

Handtekeningen

Tegenstanders maken zich echter zorgen om de veiligheid. „De haast waarmee ze kerncentrales willen herstarten is roekeloos”, vindt activist Honma. „Ze zeggen dat de regels zijn aangescherpt, maar ze zijn nog steeds niet streng genoeg.” Hoogleraar Arima is het daar niet mee eens: „De veiligheidsregels zijn [sinds de ramp van Fukushima] twee, drie keer zo streng geworden.”

De overheid paste de veiligheidsregels inderdaad aan na de beving, vooral met betrekking tot noodenergievoorziening en aardbevingsbestendig bouwen. Bestaande kerncentrales moeten flink verbouwd en verstevigd worden om aan de nieuwe eisen te voldoen. Tegelijk is de overheid andere regels aan het versoepelen: voorheen moesten reactoren na veertig jaar gebruik permanent gesloten worden. Deze regel is recent opgeheven om het makkelijker te maken oude centrales weer in gebruik te nemen.


Lees ook

Onrust door Japans plan om Fukushima-water in zee te lozen

Een Zuid-Koreaanse inspecteur controleert vis die in de buurt van Japan is gevangen op radioactiviteit.

„Het geeft ons geen vertrouwen”, zegt Honma teleurgesteld. Samen met zijn mede-activisten heeft hij daarom een petitie ingediend bij de burgemeester van Kashiwazaki. Ze verzamelden meer dan driehonderdduizend handtekeningen. De actie heeft resultaat. De gemeente en de provincie moeten toestemming geven voor de herstart, maar geen van beide heeft de knoop daarover al doorgehakt.

Het is een verrassende ontwikkeling. De burgemeester van Kashiwazaki, Masahiro Sakurai, liet zich eerder positief uit over de herstart van de kerncentrale. Voor de activisten is de aarzeling van de lokale overheden een laatste strohalm.

Toch is er veel momentum voor een groene transitie gedreven door kernenergie. Tepco zegt dat het op elk moment de eerste reactor in Kashiwazaki kan aanzetten. Zes andere kerncentrales zijn al gedeeltelijk herstart, met nog vier anderen op de planning. Drie gloednieuwe reactoren zijn in aanbouw. „We hebben geen keuze”, zegt hoogleraar Arima. „Het herstarten van de kerncentrales is de enige manier om energiezeker en klimaatneutraal te worden.”