Japan begint aan militaire opbouw, met offensieve wapens


Defensiestrategie Japan gaat tientallen miljarden investeren in zijn defensie en maakt daarmee de grootste ommezwaai sinds de Tweede Wereldoorlog.

Een Amerikaans MV-22 Osprey vliegtuig bij een gezamenlijke oefening in maart in Japan.
Een Amerikaans MV-22 Osprey vliegtuig bij een gezamenlijke oefening in maart in Japan.

Foto Eugene Hoshiko / AP

Als de Japanse premier Fumio Kishida in januari in Washington op bezoek gaat bij president Biden, is de Japanse veiligheidsstrategie voor het eerst sinds de Tweede Wereldoorlog niet meer strikt pacifistisch van aard. Japan, zo weten ook de Amerikanen, kan zich dat simpelweg niet meer permitteren in een regio die elk jaar instabieler wordt. Japan ziet China als belangrijkste bedreiging, maar heeft ook grote zorgen over de militaire en nucleaire ontwikkelingen in Noord-Korea.

Vrijdag maakte de Japanse regering na bijna tachtig jaar een opmerkelijke ommezwaai in de defensiestrategie. Tokio zal de defensie-uitgaven de komende vijf jaar verdubbelen om zich meer en beter te bewapenen tegen de veiligheidsrisico’s waaraan het land zegt bloot te staan. Met uitgaven van ruim 80 miljard dollar in 2027, ofwel 2 procent van het bruto nationaal product, werkt Japan aan de grootste militaire opbouw sinds de Tweede Wereldoorlog. Hiermee krijgt het land na de Verenigde Staten en China het derde defensiebudget ter wereld.

De meest in het oog springende verandering is dat Tokio de capaciteit wil hebben om met kruisraketten een tegenaanval ‘uit zelfverdediging’ uit te voeren op buitenlandse militaire doelen die een bedreiging vormen voor Japan.

Om die capaciteit te creëren gaat Japan zelf raketten ontwikkelen voor afstanden boven de duizend kilometer, maar daar zal het land minimaal tien jaar voor nodig hebben. In de tussentijd wil Tokio honderden Amerikaanse Tomahawk-kruisraketten aanschaffen die vanaf 2026 moeten bijdragen aan een versterkte Japanse defensiemacht. Met die raketten kunnen vanuit Japan militaire doelen in zowel China als Noord-Korea worden bestookt.

Geen offensieve wapens

De drastische wending in de defensiestrategie is opmerkelijk in het licht van de Japanse geschiedenis. Sinds de overgave in de Tweede Wereldoorlog, na de Amerikaanse atoombommen op Hiroshima en Nagasaki in augustus 1945, is Japan volgens de eigen grondwet van 1946 gehouden aan een strikt defensief beleid.

In artikel 9 van de grondwet doet het Japanse volk, destijds onder druk gezet door de Amerikanen, ‘voor altijd’ afstand van oorlog; er is onder meer een verbod opgenomen op het gebruik van en de dreiging met geweld om internationale disputen te beslechten. Dat leidde ertoe dat het leger, niet voor niets onder de naam ‘Zelfverdedigingstroepen’, niet beschikt over aanvalsmiddelen als langeafstandsraketten, strategische bommenwerpers of vliegdekschepen.

Hoe gevoelig het onderwerp ‘bewapening’ in Japan ook altijd is geweest, het antimilitaristische sentiment en de publieke opinie over het defensiebeleid zijn de afgelopen jaren veranderd.

Dat heeft alles te maken met de recente geopolitieke en militaire ontwikkelingen in de landen rondom Japan. Niet alleen heeft Japan drie overzeese buurlanden die beschikken over kernwapens, China, Rusland en Noord-Korea hebben de verhoudingen in het Verre Oosten de afgelopen jaren op scherp gezet met een mengeling van wapengekletter, dreigementen, raketontwikkelingsprogramma’s en schendingen van de territoriale wateren en het luchtruim van Japan.

Grootste ‘uitdaging’ is China

Volgens de nieuwe veiligheidsstrategie die de regering van premier Kishida vrijdag presenteerde wordt China als belangrijkste bedreiging gezien voor het veiligstellen van de vrede en stabiliteit in Japan. Dat wordt de ‘grootste strategische uitdaging ooit’ genoemd.

De kwestie-Taiwan is daarbij cruciaal. De meest zuidelijke eilanden van de Japanse archipel liggen niet ver van de Taiwanese kust, waaronder de strategisch belangrijke Riukiu-eilanden, die zich als een parelsnoer van twaalfhonderd kilometer uitstrekken in de Oost-Chinese Zee, en de onbewoonde Senkaku-eilanden – die ook door China worden geclaimd.

In Japan werd dit najaar meegeluisterd toen de Chinese president Xi Jinping op het Partijcongres expliciet zei dat China militair geweld niet uitsluit om Taiwan te ‘herenigen’ met het moederland.

Noord-Korea

In het noorden komt de meeste dreiging vanuit Noord-Korea. Het regime van Kim Jong-un werkt al jaren aan een eigen kernwapenprogramma en was in 2022 actiever dan ooit met de ontwikkeling van raketten voor de middellange en lange afstand.

De vijandigheid van de Noord-Koreaanse leider ging dit jaar veel verder dan de gebruikelijke spierballentaal aan het adres van Zuid-Korea en de Verenigde Staten. Noord-Korea schoot dit jaar alleen al tientallen ballistische testraketten af rondom de Japanse eilanden. Tot woede van de Japanse regering vloog begin oktober een testraket letterlijk over het Japanse eiland Hokkaido, waar nietsvermoedende burgers werden opgeroepen dekking te zoeken.

De internationale ontwikkelingen, vooral de Russische invasie in Oekraïne, hebben de mening van veel Japanners beïnvloed. Uit enquêtes dit jaar blijkt dat 60 procent van de Japanners voorstander is van de mogelijkheid om eigen raketten af te vuren op vijandelijke raketlanceerinstallaties in het buitenland. Twee jaar geleden was dat 37 procent.

Scherpe reacties

De gewijzigde Japanse defensiestrategie lokt scherpe reacties uit in de regio. Terwijl president Biden vrijdag goedkeurend twitterde over de Japanse „bijdragen aan vrede en welvaart” stuurde China verschillende marineschepen richting de Japanse eilanden.

Volgens de Chinese krant Global Times, van de Communistische Partij, waren die missies bedoeld om Japan „een signaal” te geven over „recente militaristische handelingen”. De „hype” die Japan probeert te creëren over de „zogenaamde Chinese dreiging” als excuus voor de militaire opbouw van Japan is „gedoemd te mislukken”, zei een woordvoerder van het ministerie van Buitenlandse Zaken.

Noord-Korea reageerde op een manier waarop Japan en Zuid-Korea inmiddels gewend zijn geraakt, maar niet minder bedreigend aanvoelt in Tokio. Zondag lanceerde Pyongyang twee testraketten voor de middellange afstand. Die kwamen in zee terecht, tussen Japan en het Koreaanse schiereiland.