‘Jantje van Amsterdam’ (1957-2024) wist zelf ook wel dat hij een moeilijke man was

‘Ik ben een hele lieve man, maar ook een hele moeilijke man” – dat zei Jan Erents, ook wel ‘Jantje van Amsterdam’, regelmatig over zichzelf. Hij werd bekend als een van de markante hoofdpersonages in de documentairereeks Foute Vrienden van Roy Dames. In de films werd duidelijk dat hij inderdaad geen makkelijke man was, maar, zo zei hij dan: „Als anderen het mij moeilijk maken, dan word ik moeilijk.”

Erents overleed op 27 december 2024 op 67-jarige leeftijd aan de gevolgen van lymfeklierkanker. Zijn laatste dagen waren net als hij: lief en, inderdaad, moeilijk.

Filmmaker en goede vriend Dames volgde Erents meer dan dertig jaar met zijn camera. De laatste jaren sprak hij hem vrijwel iedere dag. „Hé ouwe pooier, wanneer kom je weer?”, zei Erents dan aan de telefoon. Of: „Hé ouwe pik, neem je een witbrood mee? En twee pilsjes. Doe trouwens maar acht.”

De films van Dames volgen de Amsterdamse ‘bloedgabbers’ Jantje van Amsterdam, Rooie Jos, Verbrande Herman – die een vinger mist omdat hij vroeger mensen uit een brandend huis had gered – en Dikke Bobbie. Die laatste overleed al op jongere leeftijd aan de gevolgen van korsakov. De eerste twee documentaires kwamen uit in 1994 en 2010, de laatste driedelige serie in 2021.

Dames leerde de groep begin jaren negentig kennen in de kroegen van Amsterdam-Oost. In zijn ogen waren de vier vrienden een voorbeeld voor het ‘oude Amsterdam’, „mensen met een eigen moraal”, aldus Dames. Het waren mannen, vaak charmant, soms agressief, die iedereen voor zich wonnen en die bijverdienden in het Amsterdamse criminele circuit. Geen georganiseerde misdaad, maar dingen als auto’s jatten, gestolen spullen doorverkopen of cheques vervalsen.

‘Jantje van Amsterdam’ (met tatoeages) en zijn vrienden hielden er een eigen moraal op na. (1994)
Videostill Roy Dames

Erents heeft niet voor zulke dingen vastgezeten. Wel voor poging tot moord op zijn vierde vrouw, Hermien. Ze dronken beiden veel en zij werd op den duur ziek. Hij zou een kussen op haar hoofd hebben gedrukt. Later trok Hermien de beschuldiging in. Hun destructieve relatie komt uitgebreid aan bod in de films. Zo is te zien hoe Erents haar opbelt vlak nadat hij vrijkomt, terwijl hij van de rechter geen contact mocht opnemen: „Ik mis je wel hoor”, zegt hij dan tegen haar, de tranen in zijn ogen.

Jantje de Sloper

Erents uiterlijk – blonde, lange mat, pilotenbril met gele glazen en sterke armen vol tattoos – en zijn uitspraken met Cruijffiaanse logica maakten hem al snel een cultfiguur. „Kijk, als je veel geld hebt, heb je ook veel problemen. Als je geen geld hebt, heb je ook problemen, maar minder”, zei hij met Amsterdams accent. Op oude clips van hem op YouTube wordt nog steeds veel gereageerd. Zoals wanneer hij een opdrachtgever van wie hij nog geld krijgt, zowat door de telefoon haalt.

‘Jantje de Sloper’ was zijn andere bijnaam, want hij deed zwaar werk vijf, soms zes dagen in de week, in de bouw of in de haven. Daar liet hij soms een hek openstaan, zodat anderen een pallet videorecorders konden jatten. Filmmaker Dames noemt Erents in de documentaire geen crimineel, maar „iemand met een koevoet”. Een keer vond hij in de haven zes kilo cocaïne in een vat olie, die verkocht hij aan de Hells Angels. „Hij riep weleens dat hij zijn breekijzer weer uit het vet ging halen, dat hij weer ging inbreken”, vertelt de nu 75-jarige ‘Verbrande’ Herman Dankaart. „Maar dat deed-ie niet. Jantje werkte zich kapot.”

Erents groeide op in Amsterdam-Noord, in een huis met zijn vader, moeder, broer en oudere halfbroer. Hij was gek op zijn vader, die allerlei baantjes had. In de jaren tachtig kraakte Erents een pandje op tweehoog in de Retiefstraat in de Transvaalbuurt in Amsterdam-Oost. Het appartement onder hem kraakte ‘Rooie’ Jos Winants. Zo leerden die twee elkaar kennen.

Ze gingen zuipen in stamkroeg De Eik op het Eikenplein, of in café Ruk en Pluk aan de Linnaeusstraat. Dan nam Winants zijn gitaar mee en zong Erents, met een Amsterdamse snik en een vibratie in zijn stem, het repertoire van André Hazes. Winants – die vanwege de documentaires later doorbrak met zijn band – moest hem wel aansturen, want qua ritme kon Erents afdwalen.

Met Jos Winants en Herman Dankaart zat hij ook in een voetbalteam, Erents stond laatste man. „Ons team kon helemaal niks”, vertelt Dankaart. „Als je Jantje twee keer blesseerde, haalde hij jou een derde keer onderuit. Hij maakte slidings op keelhoogte.”

2023
Videostill Roy Dames

Drankmisbruik

Cultheld of niet, als Erents te veel gedronken had – en dat gebeurde regelmatig – leed zijn omgeving daaronder. Dan moest je „niet fucken met Jantje” en kon iedereen „de kanker genieten”, in het bijzonder zijn (ex)vrouwen. „Ik ben blij dat ik zijn gabber was, en niet zijn vrouw”, zegt Winants. Erents trouwde vijf keer en had een zoon en een dochter.

„Mijn ouders gingen uit elkaar toen ik zes was”, vertelt zijn nu 41-jarige dochter Debora. „Maar mijn moeder hield mij nooit tegen mijn vader op te zoeken.” Ze ging met hem naar Artis en ze konden uren lachen. Maar zijn drankmisbruik viel haar ook zwaar. „De drank won het altijd van alles. Hij werd een held genoemd door mensen die hem kenden van tv, maar ik wist wel anders.”

Té zwaar werd het als hij haar ’s nachts dronken belde en uitschold. Meerdere keren verbrak ze het contact, soms voor jaren achtereen. „Ik had een lieve, maar moeilijke papa.”

„Ik zal je missen om de vader die je soms kon zijn.” Die zin had Debora al in haar puberteit bedacht voor wanneer haar vader zou komen te overlijden. „Als iemand zo’n levensstijl heeft, dan verwacht je dat het eerder gebeurt.”

In de laatste driedelige serie, 25 jaar Foute Vrienden uit 2021, is al te zien hoe de eens zo sterke Erents flink vermagerd was. Filmmaker Roy Dames was de laatste jaren zijn mantelzorger. Hij deed boodschappen, organiseerde zijn post en leende hem geld. Dan praatten ze over vroeger: over stickies roken en café De Eik, want dat waren toch de beste jaren. Nu bleven de gordijnen vooral dicht en was Erents eenzaam. Waar hij zijn vrienden vroeger kon uitschelden, negeren of zelfs bedreigen, was hij aan het eind van zijn leven milder geworden. „Hij betaalde me zelfs geld terug dat hij had geleend”, lacht Dames.

Een paar dagen voor Kerst werd Debora gebeld. Ze had haar vader drie jaar niet gesproken en wist niet dat hij ziek was. Toen ze zijn ziekenhuiskamer binnenkwam begroette hij haar – „hé meissie”. De laatste tien dagen zat ze bijna onafgebroken naast zijn bed, zij verzorgde hem en hij had sorry gezegd. Een laatste biertje hoefde hij niet meer. Had hij daar niet een paar jaar eerder nee tegen kunnen zeggen, grapte zijn dochter. „Daar moest-ie om lachen, met die stomme lachogen van hem.” Humor had hij tot het einde. De dag na Kerst overleed Erents.