Jan van de Beek: wie is deze rekenmeester voor radicaal-rechts?

Met zijn berekeningen en datavisualisaties plakt Jan van de Beek een prijskaartje op immigratie. Niet-westerse immigranten kosten de samenleving volgens hem te veel geld, ruim twintig miljard euro per jaar, waarvan de helft zou komen van asielmigratie. En dat loopt alleen maar op. Daarom kan Nederland maar beter uit internationale vluchtelingenverdragen stappen, vindt hij.

Deze boodschap heeft Van de Beek de laatste jaren zeer populair gemaakt bij radicaal-rechts. Voor de PVV, een partij zonder kader of wetenschappelijk bureau, vormt zijn recente boek Migratiemagneet Nederland een welkome onderbouwing van haar gedachtegoed. Minister Marjolein Faber (Asiel en Migratie, PVV) toonde een exemplaar ervan vorige maand aan de Kamer, in het debat over haar begroting. „Ik heb hem altijd bij me.” Ook Maikel Boon, PVV-migratiewoordvoerder, citeerde onlangs uit Van de Beeks boek in de Kamer. „Daar staan gewoon alleen maar feiten in.”

Wie is deze rekenmeester voor radicaal-rechts?

Van de Beek publiceerde in 2021 met drie andere onderzoekers het rapport Grenzeloze Verzorgingsstaat, mede gefinancierd door Forum voor Democratie (FVD). Hij schreef op basis hiervan ook een ‘factsheet’ voor JA21 en begin dit jaar publiceerde hij een rapport in opdracht van Vlaams Belang. Deze studies zijn nooit peer-reviewed door onafhankelijke wetenschappers, waardoor het wetenschappelijke gehalte ervan omstreden blijft.

Maar hij bevindt zich wel in het hart van het politieke debat. Bij de formatie van het zittende kabinet werd Van de Beek als expert uitgenodigd, op verzoek van de PVV. Daarvoor was hij ook aangeschoven bij expertgesprekken van de Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen 2050, die in januari haar eindrapport, Gematigde groei, presenteerde.


Lees ook

CBS: bevolking groeit minder snel dan voorheen, negentien miljoen Nederlanders in 2037 verwacht

Drukte in de Kalverstraat van Amsterdam.

Geen bewijs

Van de Beek (Hilversum, 1968) is opgeleid tot wiskundige en antropoloog. In 2010 promoveerde hij aan de Universiteit van Amsterdam op de vraag waarom er lange tijd maar beperkt onderzoek gedaan werd naar economische aspecten van migratie. Hij verdient de kost als freelanceonderzoeker, scriptiebegeleider en docent aan de (particuliere) Academie voor Vastgoed.

Ook geeft hij lezingen, zoals eind vorige maand in een zaal bij kartbaan Van der Ende Racing in Poeldijk op de open politieke avond van LPF Westland. In hoog tempo loopt Van de Beek met het publiek door zijn sheets. Het gaat over het ‘lage opleidingsniveau’, de ‘matige arbeidsparticipatie’ en de ‘grote culturele afstand tot de dominante Nederlandse cultuur’ van belangrijke minderheidsgroepen. „Is het voor iedereen te volgen?” Op de achtergrond klinken de piepende bandjes op de ‘grootste indoorkartbaan van Europa’.

Vlak voor de bitterballen brengt Van de Beek ‘de vluchtelingenmassa’s’ van 2015 in herinnering. „Mensen zijn nou eenmaal calculerende wezens”, zegt hij. De hoofdzakelijk Syrische asielzoekers, schetst de onderzoeker, bleven niet in het eerste veilige land waar zij aankwamen in Europa. Ze trokken door, naar Duitsland en Zweden. En naar Nederland. „Dat zou ik ook doen.” Een van de ongeveer veertig toehoorders concludeert: „Zij zijn niet gek. Wíj zijn gek.”

De gevestigde migratiewetenschap ziet geen bewijs voor de theorie dat de Europese verzorgingsstaten een ‘aanzuigende werking’ zouden hebben op migranten. „Als je rekening houdt met een groeiende wereldbevolking en een toename van het aantal conflicten, dan is het eerder opvallend dat er relatief maar zo weinig asielzoekers naar Europa en Nederland komen”, schreef bijvoorbeeld onderzoeker Carolus Grütters van de Radboud Universiteit Nijmegen onlangs in een opiniestuk in NRC.

Van de Beek haalt in Migratiemagneet Nederland enkele studies aan die wel het lokkende karakter van de verzorgingsstaat aantonen. En dan is Nederland, betoogt Van de Beek, ook nog een ‘omgekeerde welvaartsmagneet’: veelbelovende migranten trekken vaker verder of keren terug naar hun vaderland.

Humanitair

In het voorwoord van zijn boek verhaalt Van de Beek over een ontmoeting met een moeder op het schoolplein in 2016. De vrouw maakte zich grote zorgen over de toestroom van vluchtelingen. „Maar daar mag je allemaal niet over praten.” Te gek voor woorden, vond Van de Beek, en hij sloeg aan het rekenen.

Volgens hem is kijken naar de financiële last van migrantengroepen meer dan kijken naar centen alleen. Hoge kosten voor de schatkist zijn volgens hem vaak een teken van problemen op andere terreinen, zoals matige onderwijsprestaties en oververtegenwoordiging in criminaliteit.

Het was wel duidelijk dat hij een drijfveer had: hij vond het niet sociaal om lichtvaardig arbeidsmigranten te laten instromen

John Grin
promotor proefschrift Van de Beek

Zo is Van de Beek het taboe op rekenen bij migratie, dat hij in 2010 in zijn proefschrift beschreef, de afgelopen jaren zelf gaan slechten. In dat proefschrift ging hij op zoek naar verklaringen: in de jaren zestig hadden werkgeverskabinetten er geen behoefte aan, en later overheerste volgens hem de angst om extreem-rechts in de kaart te spelen. Ook was er een taboe op ‘etnische data’.

Dat proefschrift zat wetenschappelijk gezien deugdelijk in elkaar, zegt een van zijn twee promotoren, beleidswetenschapper John Grin. „Het was wel duidelijk dat hij een drijfveer had: hij vond het niet sociaal om lichtvaardig arbeidsmigranten te laten instromen. Nederland beschermde zijn verworvenheden onvoldoende, vond hij.”

Door Van de Beeks cijfermatige aanpak is het „verleidelijk om ook te reageren met cijfers”, zegt jurist en migratie-expert Tamar de Waal van de Universiteit van Amsterdam (UvA). „Het risico daarvan is dat er geen discussie meer gevoerd wordt over bijvoorbeeld de ethische uitgangspunten van Van de Beek, of zijn overkoepelende wereldbeeld. Bijvoorbeeld: moeten we uitsluitend met een economische lens naar asielmigratie kijken, of is dit ook een humanitair vraagstuk?”

Asiel is een recht, dat is vastgelegd in onder meer het VN-Vluchtelingenverdrag. Daarvan wil Van de Beek dat het opgezegd wordt. Het bestaande systeem vindt hij te duur en bovendien inhumaan in de uitvoering: het asielbeleid maakt het aantrekkelijke Europa moeilijk toegankelijk, met duizenden doden op de Middellandse Zee tot gevolg.

Hiermee wijkt zijn gedachtegoed sterk af van de meeste gevestigde migratie-experts. Zij zien het recht om asiel aan te vragen in een ander land als een grote verworvenheid van de internationale rechtsorde; het VN-Vluchtelingenverdrag kwam er na de Tweede Wereldoorlog, nadat veel landen geen Joden in nood hadden willen opvangen.

Ook zij wijzen op de onmenselijkheid van het Europese asielsysteem. Maar zij zien een andere oplossing: Europa zou het mensen die een oorlog ontvluchten niet onnodig moeilijk moeten maken om het continent te bereiken.

Integratie

Met immigratie uit niet-westerse landen is de overheid langlopende verplichtingen aangegaan op het gebied van AOW, uitkeringen en zorgkosten, stelt Van de Beek. Die kosten nemen alleen maar toe als de arbeidsparticipatie en het opleidingsniveau niet verbeteren. Bij ongewijzigd migratiebeleid is dit volgens hem onhoudbaar voor de verzorgingsstaat. Die constatering, zij het in minder straffe bewoordingen, is inmiddels via het rapport Gematigde groei mainstream geworden.

In dat opzicht heeft Van de Beek het maatschappelijke tij mee. In het voorbije decennium wees onder anderen de Tilburgse hoogleraar Europese studies Paul Scheffer in columns en essays veelvuldig op het belang van controle op de bevolkingsomvang. Dit overtuigde uiteindelijk ook de Tweede Kamer, die in 2022 de Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen 2050 instelde, met als opdracht om advies uit te brengen over de maatschappelijke gevolgen van demografische ontwikkelingen als migratie en vergrijzing.

Scheffer werd een van de twaalf commissieleden, naast (oud-)politici als Marco Pastors (Leefbaar Rotterdam, JA21), Tamara van Ark (VVD) en Tineke Huizinga (ChristenUnie), Clingendael-directeur Monika Sie Dhian Ho, demograaf Helga de Valk en architect Floris Alkemade. Zij schreven het rapport mede op basis van gesprekken met ruim honderd experts, van wie Van der Beek er een was.


Lees ook

Grip op migratie. Kan dat eigenlijk wel?

Grip op migratie. Kan dat eigenlijk wel?

Commissievoorzitter Richard van Zwol noemt Van de Beek „niet de minste” van de ruim honderd deskundigen die hij sprak. „Maar het is overdreven om te zeggen dat hij een grote invloed heeft gehad.” Van vier commissieleden die NRC hier verder naar vroeg, benoemt alleen Pastors een „grote rol” voor Van de Beek. Die zou dan bijvoorbeeld zitten in de conclusie uit het rapport dat er „lacunes in kennis en inzichten” over demografie binnen de overheden zijn.

Van de Beeks modellen becijferen de toekomstige kosten en baten van migrantengroepen. Hij erkent dat je daarbij per definitie aannames over de toekomst moet doen. Ook anderen zien dat. „De impliciete aanname van deze methode is dat er geen enkele ontwikkeling in de aanpassing van migranten aan de Nederlandse situatie kan zijn”, schreef emeritus hoogleraar economie Harrie Verbon al in 2021, in een publicatie van vaktijdschrift TPE Digitaal.

Desgevraagd stelt Verbon dat er „heel wat reden tot grote zorg” is over de druk van migranten op de verzorgingsstaat. „De bijdrage is tot op heden vaak niet positief, zoals Van de Beek laat zien. Maar in de toekomst kan alles anders zijn. Hij lijkt echter een grote behoefte te hebben om aan te tonen dat het nooit wat wordt met niet-westerse migranten.”

Zijn critici vinden dat Van de Beek in zijn rekenwerk selectief te werk gaat. Zo noemde hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen van statistiekbureau CBS hem op X een „cherrypickende charlatan”, al nam hij dat later terug en bood de directie hiervoor per brief excuses aan. Ook Ruben van Gaalen, hoogleraar levensloopdynamiek en migratiedeskundige van het CBS, twist geregeld online met Van de Beek. Met Van de Beeks focus op de geringe fiscale opbrengst van laagbetaald werk door migranten wordt voorbijgegaan aan het maatschappelijk en economisch nut van dat werk, aldus Van Gaalen. En het opvangen van mensen kan nu eenmaal een keuze zijn met slechts een „humanitaire opbrengst”.

Europa is „bezig met een sociaal experiment op ongekende schaal”, stelt Van de Beek. „Waarom zouden we daarmee doorgaan?”

Cultuurbotsingen

Van de Beek doet meer dan rekenen alleen: aan zijn werk zit ook een zware ideologische component. In zijn boek schrijft hij dat hij massa-immigratie niet alleen als financieel onhoudbaar ziet, maar dat hij de orthodoxe islam en de westerse cultuur ook onverenigbaar acht, wat zal „leiden tot – al dan niet gewelddadige – cultuurbotsingen”. Dat de meeste moslims vredelievende mensen zijn noemt hij „irrelevant”, omdat de geschiedenis volgens hem uitwijst dat een klein clubje gewelddadige fanatici toch een oorlog kan ontketenen. Europa is „bezig met een sociaal experiment op ongekende schaal”, stelt hij. „Waarom zouden we daar mee doorgaan?”

Een constante in zijn denken vormt de vermeende teloorgang van de Nederlandse cultuur. Op zijn site stelt hij dat progressieven in de bres springen voor de inheemse bevolking in de VS en „het behoud van hun eigen taal en cultuur”. Dit zou volgens hem ook moeten gelden voor de „Nederlandse indigenous population”, de Nederlanders zonder migratieachtergrond, die het recht zouden moeten hebben om „zich te vrijwaren van al te abrupte of ingrijpende veranderingen van die taal en cultuur door massale immigratie”.

Door dergelijke stellingnames zijn veel migratiehoogleraren kritisch op Van de Beek. In de migratiewetenschap, en overigens ook in het rapport van de Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen 2050, geldt migratie als een gegeven van de geglobaliseerde economie. Valt deze man, die op eigen houtje rekensommen maakt die niet onderworpen zijn aan wetenschappelijke peer review, wel serieus te nemen?

Nadat Van de Beek door de Volkskrant was geïnterviewd over zijn boek, reageerden migratiehoogleraren Leo Lucassen en Hein de Haas in die krant dan ook met een gepeperd opiniestuk over Van de Beek. Het verschil van inzicht werd er niet minder op toen bleek dat de twee zich vergaloppeerd hadden met een gebrekkige data-onderbouwing. Toen vervolgens een eindredacteur verantwoordelijk bleek voor een van de fouten in het opiniestuk, verweet Van de Beek op X hoofdredacteur Pieter Klok een „hit piece” te hebben gepubliceerd, als onderdeel van een „reinigingsritueel”.

Het paste bij Van de Beeks opvatting, zoals neergeschreven in zijn boek, dat hoger opgeleiden zich schuldig maken aan ‘deugpronken’ – een in rechtse onlinemedia gangbare term voor ‘zich moreel boven anderen verheffen door de juiste standpunten tentoon te spreiden’. Wie zijn werk onheus bekritiseert, kan op X ook verwensingen verwachten, zoals: „Leugens, een hoogleraar onwaardig.” En: „Je ondermijnt je integriteit.” Verscheidene bronnen aarzelden om aan dit artikel mee te werken, omdat ze geen trek hadden om online bestookt te worden door aanhangers van Van de Beek.


Lees ook

Aantal eerste asielverzoeken met kwart gedaald, blijkt nét na kabinetscrisis over asielmaatregelen

Vluchtelingen bij het aanmeldcentrum in Ter Apel.

‘Weggezet als racist’

Marco Pastors kan die uithalen online wel plaatsen. „Hij doet gedegen onderzoek, maar wordt weggezet als racist. Het is lastig om daar dan boven te staan, zo duid ik dat.”

De rol van journalisten is natuurlijk belangrijk bij het „politiek bestempelen van onderzoekers”, zegt Pastors, sinds twaalf jaar directeur van het Nationaal Programma Rotterdam Zuid, een publiek-privaat samenwerkingsverband om de leefbaarheid in dat achtergestelde stadsdeel te verbeteren. „Wat is er rechts-radicaal aan serieus onderzoek naar bijdragen en kosten van verschillende groepen in ons land? Het moet gaan om de beoordeling: heeft hij navolgbare dingen gedaan met beschikbare CBS-data, en wat is daar tegenin te brengen?” Hij noemt Van de Beek „een heel integere onderzoeker”.

In Poeldijk, op de avond van LPF Westland, moet Van de Beek zijn sheets over arbeidsmigratie overslaan, met het oog op de tijd. Wel pleit hij voor meer robotisering en een privaat gefinancierde uitkering bij arbeidsverlies van migranten. „Zodat niet alleen de lusten voor de tuinder zijn en de lasten voor de samenleving.” Een tomatenteler op de eerste rij zegt dat het „al zeventig jaar gaat” over automatiseren, maar dat „handjes” [van arbeidsmigranten] nodig blijven voor het plukken.

„Zo zie je maar”, reageert Van de Beek, „dat de werkelijkheid supercomplex is”.