Jamie xx zoekt het in golfbewegingen tussen zijn emoties

In de kelder van de platenmaatschappij van topproducer Jamie xx (35) in Amsterdam, zit een vermoeide man. Na de hele dag interviews te hebben gegeven in een bloedhete ruimte zonder ramen, hartje zomer, beantwoordt de Britse Jamie Smith de vraag hoe hij zich voelt, met een zucht: „Moe, maar heel voldaan. Als ik muziek maak ben ik geneigd me af te sluiten en me terug te trekken in m’n eigen bubbel. Door er over te praten leer ik dingen over mijn eigen album die ik zelf nog niet helemaal doorhad. Dat het een zwaar maakproces was bijvoorbeeld”, lacht hij, met wat lichte kiespijn.

In Waves, dat op 20 september is uitgekomen, is een vervolg op zijn eerste (zeer goed ontvangen) soloplaat In Colour uit 2015. Net als die plaat is In Waves een zoektocht, maar waar zijn solodebuut een zoektocht was langs genres als house, hiphop, electro en rave, bomvol samples uit alle lagen van de muziek, is In Waves meer een golfbeweging tussen emoties. Emoties die in de knoop zaten. Een golfbeweging, weg van zichzelf en weer naar zichzelf toe. Naar zijn onbezorgde jeugd.

Dat verlangen hoor je meteen op openingstrack ‘Wanna’. Een echte introtrack, die opbouwt naar de zware deephouse van de bijna wanhopige ‘Treat Each Other Right’. Die gaat weer over in het mistige, zacht dansbare ‘Waited All Night’. Dat nummer klinkt bekend: hij maakte het jaren geleden al met vrienden Oliver Sim en Romy Madley Croft, met wie hij op zijn zeventiende de succesvolle indieband The xx oprichtte. In 2010 kregen ze voor XX de Mercury Music Prize voor het album van het jaar. Ook speelde Smith ‘Waited All Night’ al vaker live, net zoals veel andere nummers van het album. Hij is naast muzikant namelijk ook dj, host van clubnachten en houdt van het nachtleven, vooral dat van Londen. In Waves is een eerbetoon aan de stad en zijn jeugd in Brixton, vol house, upcoming dubstep en illegale raves.

Als je veel muziek al af had, waarom duurde het dan toch negen jaar tot een nieuw album?

„Ik ben niet iemand die veel muziek over de schutting gooit, gewoon, om maar iets uit te brengen. Er gaat geen dag voorbij dat ik geen nieuwe muziek maak, maar voor mij moet er een goede reden zijn om een album uit te brengen. Die had ik heel lang niet. Die reden kwam pas toen de coronacrisis toesloeg. Op het perfecte moment. Ik zat er helemaal doorheen.”

Hoe bedoel je? Je hebt toch grote successen gekend?

„Zeker, maar die braken me op een gegeven moment helemaal op. Toen ik op mijn 21ste uit huis ging was ik al vier jaar achtereenvolgens op tour geweest met The xx. Daarna stoomde ik direct door, maakte veel muziek voor en met anderen, zoals Gil Scott-Heron [We’re new here, uit 2011, red.], maar ik maakte weinig voor mezelf. Ondertussen draaide ik in m’n eentje als dj ook over de hele wereld. Toen In Colour uitkwam op mijn 26ste, begon dat allemaal weer van vooraf aan.

„Ik ben jarenlang geconditioneerd geweest door ‘Het Volgende’. De volgende stad, de volgende gig, de volgende show, het volgende album. Dat is gewoon mijn hele leven geweest sinds ik tiener ben. Ik heb geen moment stil kunnen staan om even rond te kijken en te denken: aha, hier ben ik.

„Ik miste de zorgeloosheid van mijn jeugd. De dankbaarheid dat ik muziek mocht maken en daar ook nog eens voor betaald kreeg. Dat gevoel was ik kwijtgeraakt, ik werd klagerig. De passie was weg. Na de I see you-tour met The xx in 2018, bedacht ik dat ik weer écht mezelf zou gaan zijn. Ik richtte mijn studio precies in zoals ik wilde, had veel muziek liggen. De omstandigheden waren perfect, alles erop en eraan, nu zou ik dat album gaan maken. Nou, dat lukte natuurlijk voor geen meter. Daar raakte ik echt even door van de leg.”

En toen kwam corona, maar dat was… goed?

„Heerlijk! Ik speelde een paar weken lang alleen maar Skater XL [videogame, red.] en hing wat rond met mijn katten. Ik moest wel stoppen met muziek maken ‘om’ het muziek maken. Zonder afleiding, terug naar de tekentafel, terug naar mijn roots. Muziek maken hoe ik het deed toen ik als tiener begon. Ik luisterde naar platen uit mijn jeugd, samplede van alles en nog wat, en maakte wat goed voelde zonder na te denken over hoe het zou landen bij het publiek. Zoals vroeger.”

Dat Smith muzikant zou worden was al vroeg duidelijk. Zijn beide ooms waren radio-dj, de een op een piratenradio in Sheffield, en de ander in New York. „Toen ik een jaar of negen was gaven zij me mijn eerste draaitafels. Op die leeftijd is het moeilijk housemuziek volledig te waarderen, maar voor mij waren mijn ooms de coolste gasten ever. Ik ging vaak bij hen langs en luisterde eindeloos naar hun iPods, waar een ronduit eclectische rits muziek opstond, van house tot triphop van DJ Shadow, Latin en soul.”

Die verschillende invloeden en Smiths nostalgische verlangen klinken door op In Waves: ‘Baddy on the floor’ (met producer Honey Dijon) en ‘The Feeling I Get From You’ zijn uptempo blije, bijna ouderwetse housetracks, die worden afgewisseld met keiharde UK-garage rave van ‘Breather’ en een soort afrohouse van ‘All You Children’, dat hij met zijn jeugdhelden van de Australische band The Avalanches maakte.

„Terugkijkend kan ik mijn eigen Waves duidelijker zien. Hopelijk kan ik in de toekomst wat meer bewust blijven van die golven. Niet in paniek raken. Te midden van alles wil ik ook dankbaar zijn voor wat ik mag meemaken. Dat lukt nu gelukkig weer.”