Het was de vader van Italo de Lorenzo die als allereerste Italiaan in Nederland een ijssalon opende, en die daarmee meteen ook het woord ‘ijssalon’ introduceerde in de Nederlandse taal. De zaak, Venezia, zat vanaf 1930 aan de Utrechtse Voorstraat. Italo werd in 1939 geboren, als derde kind van Carlina en Guido de Lorenzo.
In 1971 begon Italo de Lorenzo zijn gelijknamige ijssalon Venezia, samen met zijn vrouw Mia aan de Utrechtse Oudegracht. Ruim dertig jaar werkten ze hier zeven dagen per week, van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat. „Het was geen plek waar je alleen ijsjes haalde”, zegt dochter Mariangela (42). „Je kon er pizzapunten van Broodje Mario krijgen, taart van Doornekamp, en er was cappuccino met slagroom. Sommige klanten kwamen er dagelijks.”
In de zomers had Venezia met het terras erbij meer dan honderd zitplaatsen. In 2002 sloot de zaak, Italo en Mia de Lorenzo bleven boven de oude salon wonen. Van die salon werd in 2021 een kopie gebouwd in het Arnhemse Openluchtmuseum, tot grote trots van de familie.
Italo werd geboren in Utrecht, maar groeide na het overlijden van zijn moeder op in de Italiaanse Dolomieten, bij twee tantes. Die namen acht kinderen, van wie een of beide ouders waren gestorven tijdens de Tweede Wereldoorlog, onder hun hoede op een boerderij. Vader Guido bleef achter in Nederland en zag zijn kinderen pas weer na de bevrijding. Daarna kwam hij elke winter naar Italië en bezochten de kinderen hun vader in de zomers in Nederland. „Die Italiaanse tantes deden hun best en mijn vader zag overal het positieve van in”, vertelt dochter Romana (56). Maar later, toen hij zelf kinderen had, besefte De Lorenzo dat hij een moeder in zijn opvoeding had gemist.
In Italië ontdekte Italo de Lorenzo het bobsleeën. In 1964 werd hij Europees kampioen, een jaar later werd hij tweede op het WK. Zijn sporttalent had gevolgen voor zijn militaire dienst: hij werd officier en trainde de befaamde alpini, de berginfanterie. Toen hij op een honderdste seconde het goud miste op het WK van 1967, stopte hij met de sport. Wel zou hij later nog, samen met de Nederlands sportjournalist Frans Henrichs, als sportcommentator voor Nederlandse media werken. Samen richtten ze in 1978 de Bob- en Sleebond Nederland (BSBN) op, waarvan De Lorenzo later tot erevoorzitter werd benoemd.

De liefde
Dat hij uiteindelijk weer in Nederland belandde, kwam door de liefde. In de zomers verbleef De Lorenzo bij zijn vader in Utrecht, waar hij meehielp in de zaak. Positief was hij daar destijds niet over. „Mijn vrienden hadden vakantie in Italië en ik moest werken, ver van mijn vrienden vandaan”, zei hij in een interview.
De Utrechtse Mia, dochter van een Frans-Nederlandse moeder en Chinese vader, had een bobsleefoto van De Lorenzo in de krant gezien. Haar tienerhart sloeg meteen op hol en ze kwam geregeld naar de ijssalon – niet per se voor het ijs. Mia’s jongere zus belde De Lorenzo uiteindelijk op om hem op haar verjaardag uit te nodigen. Hij vroeg of zij „het meisje met de brillen” was (bril is in het Italiaans meervoud) dat soms in de zaak kwam – maar dat was dus haar zus Mia. De Lorenzo ging diezelfde avond nog langs het huis van de familie, om Mia te ontmoeten. „Vanaf dat moment was Nederland het mooiste land ter wereld voor me”, aldus De Lorenzo tegen de Utrechtse nieuwssite De Nuk.
Dat hij de zaak van zijn vader voortzette was vanzelfsprekend, maar hij deed het niet louter uit plichtsbesef. Dochter Romana: „Hij vond het werk leuk, de interactie met klanten en vooral dat hij hier samen kon werken met zijn vrouw en gezin.”
„Mensen wilden altijd weten welke van zijn dochters het lekkerste ijs maakte, maar daar trapte hij niet in”
Het echtpaar was bijna zestig jaar getrouwd en kreeg drie dochters. Mariangela, de jongste dochter, is de enige die niet ‘in het ijs’ is gegaan. Haar zus Carlina runt ijszaak Roberto Gelato in de Poortstraat, Romana zet Venezia als ijskiosk voort. „Mensen probeerden Italo altijd een antwoord te ontlokken op de vraag welke van zijn dochters het lekkerste ijs maakte, maar daar trapte hij niet in”, zegt Michiel Huisinga (38), die Italo ontmoette tijdens een introductie op de Utrechtse herensociëteit De Vereeniging en met wie hij bevriend raakte.
Romana wilde de ijszaak voortzetten, maar wel in afgeslankte en minder arbeidsintensieve vorm. „De recepten worden ieder jaar een beetje aangepast, maar de recepten van mijn opa Guido vormen nog altijd de basis”, vertelt Romana. „Hij had twaalf smaken en vond dat prima.” Haar vader Italo was vooruitstrevender en bedacht meerdere smaken. „Hij zei tegen zijn vader: in Italië eten mensen elke dag Italiaans, maar Nederlanders eten ook graag Indisch, Surinaams, Thais.” Dus, vond hij, moest er meer variatie komen.
Italo de Lorenzo was boven alles een sociaal mens. Hij zat in meerdere genootschappen, was voorzitter van de Ondernemers Vereniging Centrum Utrecht, en richtte de vereniging voor Italiaanse ambachtelijke ijsbereiders ITAL op.
Hij was een „man van schoonheid”, en ging graag naar musea en de opera. „Italo was een echte heer, een charmante man die hield van het leven en genereus alles deelde met zijn omgeving”, zegt Michiel Huisinga. „Op het moment dat Italo ergens binnenkwam, werd de sfeer direct een stuk zonniger.”

Man van principes
Hij was ook een man van principes, zegt zijn dochter Mariangela: „‘Heb de waarheid en de vrede lief’, liet hij op de binnenplaats bij zijn woning schilderen. Hij vond het belangrijk om altijd de waarheid te vertellen en was er de persoon niet naar om onder het mom van het bewaren van de goede vrede dan maar je mond te houden.”
In 2016 werd bij Italo De Lorenzo longfibrose vastgesteld. De familie kreeg te horen dat ze rekening moest houden met een prognose van twee weken tot maximaal vijf jaar. Het werden er acht, dankzij De Lorenzo’s inspanningen om met ademhalingsfysio vitaal te blijven en dankzij de verzorging van zijn vrouw Mia. Mariangela: „Mijn vader was als de Rolling Stones, die gingen ook eeuwig op afscheidstournee.”
Op de uitvaart neurieden de genodigden samen zijn lievelingsliedje: de Monty Python-klassieker Always Look on the Bright Side of Life.
Na zijn overlijden, op 2 januari van dit jaar, speelde de stadsbeiaardier Quel mazzolin di fiori op het carillon van de Domtoren.
