Israëls aanval op Irans nucleair programma is een gok

Uren nadat Israël tweehonderd vliegtuigen de lucht in stuurde voor de grootschalige aanval op Iraanse nucleaire installaties en andere doelwitten, richtte premier Benjamin Netanyahu zich tot de wereld in een Engelstalige videoboodschap. Om te voorkomen dat Iran „op zeer korte termijn” een kernwapen zou kunnen maken, besloot Israël het land te raken in het hart van diens atoomprogramma. „De Joodse staat weigert slachtoffer te worden van een nucleaire holocaust”, aldus Netanyahu. Maar is de Iraanse nucleaire dreiging daadwerkelijk zo groot?

Terwijl de geruchten van een aanstaande Israëlische aanval op Iran al rondzongen, oordeelde het Internationaal Atoomenergieagentschap van de Verenigde Naties (IAEA) in Wenen donderdag dat Iran in overtreding is van afspraken onder het non-proliferatieverdrag. Het merendeel van het bestuur van de atoomwaakhond – bestaande uit 35 landen – stemde in met een veroordeeling van Iran, dat niet de volledige waarheid vertelt over zijn nucleaire activiteiten.

Het IAEA stelt dat Iran het tempo van zijn uraniumverrijking fors aan het opvoeren is. De afgelopen maanden verrijkte het land meer dan 400 kilo uranium tot een zuiverheid van 60 procent – dat is slechts een stap verwijderd van het niveau [van zuiverheid] dat nodig is voor de productie van een kernwapen. Want, eenmaal verrijkt tot 90 procent zuiverheid kan er een kernwapen mee gemaakt worden. Gezien de recente uitbreiding en al bestaand verrijkt materiaal, zou Iran daarmee nu in totaal tien kernwapens mee kunnen bouwen, zoals een raket met nucleaire lading.

Volgens experts duurt het slechts een paar weken voor Iran om die laatste stap van verrijken [van 60 naar 90 procent zuiverheid] te realiseren. Vervolgens zou Iran nog een jaar nodig hebben om daadwerkelijk wapens met het uranium te kunnen maken.

Het grote onbekende is of Iran inderdaad probeerde zo snel mogelijk een kernwapen te maken. Maar reëel is ook dat Iran middels het verrijken zijn onderhandelingspositie wilde verbeteren, in de gesprekken met de Verenigde Staten over het beperken van het Iraanse nucleaire programma. Immers, er gaat niet alleen een dreiging vanuit, maar ook de kans voor Iran om concessies te doen.

De VS en Iran zouden elkaar zondag in Oman ontmoeten voor een zesde ronde van onderhandelingen. En hoewel er een impasse dreigde over de vraag of Iran wel of niet op eigen bodem uranium mag blijven verrijken, leken beide partijen nog steeds te zinnen op een overeenkomst.

Vorige deal succesvol

Een andere grote vraag is of de aanval van Israël wel de beste manier is om te voorkomen dat Iran nucleaire wapens kan gaan maken. De nucleaire deal die Iran met westerse landen in 2015 sloot was succesvol in het terugdringen van de nucleaire activiteiten van het land. Teheran beperkte zijn verrijking van uranium tot een zuiverheid van 3,67 procent, en schroefde zijn atoomprogramma pas weer op toen de VS uit het akkoord stapten, onder president Donald Trump tijdens zijn eerste termijn.

Het is nog onduidelijk hoe effectief de aanvallen van Israël zijn in het schade toebrengen van het Iraanse atoomprogramma. Analisten wijzen erop dat deze bombardementen het programma mogelijk niet meer dan een paar jaar zullen vertragen. Israël slaagde erin meerdere Iraanse atoomgeleerden uit te schakelen en wist naar eigen zeggen Irans belangrijkste – deels ondergrondse – verrijkingsfabriek bij de plaats Natanz te beschadigen. Meerdere nucleaire installaties lijken (vooralsnog) gespaard te zijn.

Zo is het niet duidelijk of de belangrijke Iraanse Fordow-installatie ook doelwit is geweest, of nog gaat worden, in de huidige Israëlische aanvalsstrategie. Fordow – dat diep ligt begraven in een berg – is moeilijk bereikbaar voor Israël om serieuze schade toe te kunnen brengen.

Israël vreesde dat niet-ingrijpen Iran in staat stelt op korte termijn een kernwapen te bouwen. Hoewel Israël juist dit met de aanvallen wil voorkomen, kan het op de lange termijn juist het tegenovergestelde bereiken, stelt Midden-Oosten expert Jonathan Panikoff van de Amerikaanse denktank Atlantic Council in een analyse. Volgens Panikoff kunnen de bombardementen nu net het zetje geven aan de leiders in Teheran om te kiezen daadwerkelijk „snel voor een bom te gaan, of het risico te lopen er nooit een te krijgen”.