Een prominente Israëlische universiteit dreigt met juridische stappen als het Nederlandse onderzoeksinstituut NIAS niet terugkomt van het besluit af te zien van samenwerking met Israëlische instellingen uit protest tegen de vernietiging van Palestijnse universiteiten en het academische leven in Gaza.
Dat laat de rector van de Hebrew University in Jeruzalem, Tamir Sheafer, weten in een reactie op de stap van het NIAS. Die komt volgens hem neer op „discriminatie” in strijd met Europese wetgeving. Sheafer noemt dat „onacceptabel”.
Behalve de Hebrew University, de op een na oudste van het land, heeft ook de Israëlische vereniging van universiteiten bezwaar aangetekend bij de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, waar het NIAS onder valt.
Directeur Jan Willem Duyvendak van het NIAS, gevestigd in Amsterdam, spreekt van „intimidatie”. „Wij willen een open discussie over academische verantwoordelijkheden. Wat we nu krijgen zijn dreigementen met juridische stappen.” Hij verwerpt het verwijt van discriminatie: „Alle individuele academici blijven altijd bij ons welkom, ook dit jaar ontvangen we weer een gastonderzoeker uit Israël. Waar we ons tegen verzetten zijn institutionele banden in landen met regimes die de academische vrijheid geweld aandoen. Dat geldt niet alleen voor Israël, ook voor Rusland, China, Iran of Soedan.”
Gesponsorde evenementen
In juni maakte het NIAS (Netherlands Institute for Advanced Study), dat jaarlijks tal van internationale gastonderzoekers ontvangt, bekend dat medewerkers niet meer naar Israël zullen reizen of deelnemen aan door Israël gesponsorde evenementen. Het instituut zal geen directe financiële steun meer aannemen van de staat Israël of van instellingen in dat land. Individuele wetenschappers blijven „warm” welkom.
Reden voor de stap van het NIAS zijn zorgen over „scholasticide”, de vernietiging van Palestijnse academische infrastructuur, aldus een verklaring op de site van het instituut. Alle universiteiten en 80 procent van de scholen in Gaza zijn verwoest. De Hebrew University protesteerde in september bij de KNAW al dat de maatregel discriminerend zou zijn en strijdig met Europese regels. De beschuldiging dat Israël doelbewust de universiteiten en academische infrastructuur in Gaza vernietigt noemt rector Sheafer „ongefundeerd”.
Vrijwel tegelijk heeft ook de Israëlische vereniging van universiteitsbesturen zich gemeld. Het Brusselse advocatenkantoor Kesher, dat de juridische belangen van de vereniging behartigt, maande het NIAS in oktober terug te komen van zijn besluit. Volgens Kesher botst die met het neutrale karakter van een publieke instelling als het NIAS. Het kantoor verwijst naar een uitspraak uit 2009 van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Dat bekrachtigde de veroordeling wegens discriminatie van een Franse burgemeester die had opgeroepen tot een boycot van Israëlische producten.
NIAS-directeur Duyvendak bestrijdt de analogie. „Het gaat ons om de verdediging van academische vrijheid. Die houdt ook toegang in tot een wetenschappelijke infrastructuur en die is in Gaza compleet vernietigd. Het is juist onze taak om dan kritisch na te denken over de besteding van publieke middelen.”
In een antwoord aan Sheafer eind december verwerpt ook de KNAW „met kracht” de beschuldiging van discriminatie. In de brief stelt de organisatie dat de onrust over de Gaza-oorlog toeneemt en reflectie op de rol van academische instellingen daardoor urgenter wordt. De KNAW steunt „de behoefte om voortdurend kritisch na te denken over institutionele samenwerkingen en relaties”.
Rector Sheafer schrijft NRC het antwoord van de KNAW „zeer teleurstellend” te vinden. Zijn universiteit beraadt zich op nadere stappen.
Aan Nederlandse universiteiten woedt sinds het begin van de Gaza-oorlog in oktober 2023 een hevige discussie over samenwerking met Israëlische instellingen, die volgens critici betrokken zijn bij de oorlog of bij repressie van de Palestijnen. Een commissie van de Tilburg University adviseerde eind vorig jaar de samenwerking in onder meer EU-projecten op te schorten. Het bestuur moet daar nog over beslissen.
Oproep tot boycot
NIAS-directeur Duyvendak is „heel blij” met de KNAW-reactie. Hij zou het liefst zien dat de Akademie een helder beoordelingskader opstelt om institutionele samenwerking te toetsen. „Nu zijn universiteiten en wetenschappelijke instituten daar elk voor zich mee bezig.”
Medewerkers van verschillende instituten die onder de KNAW vallen, waaronder het International Institute of Social History (IISG) gaven in september in een petitie uiting aan hun „verdriet en woede” over de zwijgzaamheid van de KNAW over Gaza. Ze riepen de Akademie op banden met Israëlische instellingen te verbreken en „zoveel mogelijk” de BDS-beweging te volgen die aandringt op boycot van Israël terwille van „de Palestijnse strijd voor rechtvaardigheid en bevrijding”.
Vorig jaar zei KNAW-president Marileen Dogterom in een interview met NRC dat de Akademie geen „politieke organisatie” wil zijn, maar openstaat voor debat. Na de Russische invasie van Oekraïne in 2022 volgde de organisatie het Europese beleid om Rusland te boycotten. In de Gaza-oorlog, die ook aan universiteiten de meningen sterk verdeelt, onthield de organisatie zich vooralsnog van publieke stellingname.
Het NIAS bood vorig jaar – en dit jaar opnieuw – ruimte aan twee Palestijnse onderzoekers uit de Gaza-strook, in een programma dat het instituut heeft opgezet voor bedreigde wetenschappers, onder meer uit Oekraïne en Rusland. Het instituut ontvangt dit jaar ook een Israëlische onderzoeker, afkomstig van de Hebrew University. De afgelopen achttien jaar nodigde het NIAS ten minste tien Israëlische wetenschappers uit als gastonderzoekers.