Israëlische activisten die voor de Palestijnen opkomen worden opgepakt, bekogeld en uitgescholden

Een doordeweekse avond op een kruispunt in West-Jeruzalem. Verkeer stroomt rond een pleintje, met in het midden een fontein. Op een groot wit spandoek staan de woorden „verzet tegen genocide”. Daaromheen staan een stuk of honderd Israëlische activisten, de meesten twintigers en dertigers, met trommels, leuzen scanderend door megafoons:

„De regering mishandelt mensen en pleegt genocide.”

„Zeg niet ‘we wisten het niet’, want Gaza is onze verantwoordelijkheid.”

Onder de demonstranten is activist Atalya Ben Abba (27), gekleed in een kleurige trui. „We kunnen niet stil zijn als er zulke misdaden worden begaan in onze naam. We moeten ons verzetten, en anderen inspireren om hetzelfde te doen.”

Ben Abba is een refusenik, een dienstweigeraar. Ze moest er vier maanden voor de militaire gevangenis in. Er zijn maar weinig dienstweigeraars in de zwaar gemilitariseerde Israëlische samenleving, waar het leger in hoog aanzien staat en de dienstplicht geldt. Het idee dat ‘onze jongens en meisjes’ deelnemen aan oorlogsmisdaden, wil er bij het gros van de Israëliërs niet in.

Ben Abba zegt dat het haar anderhalf jaar geleden al begon te dagen dat de Israëlische regering als doel had Gaza te vernietigen. „Politici maakten hun intenties heel duidelijk, zoals met de uitspraak dat er ‘geen onschuldigen’ zijn in Gaza.”

Dienstweigeraar Atalya Ben Abba: „Politici maakten hun intenties heel duidelijk, zoals met de uitspraak dat er ‘geen onschuldigen’ zijn in Gaza.”

Foto Kobi Wolf

Gijzelaars

In de Israëlische samenleving was er de afgelopen anderhalf jaar nauwelijks aandacht voor de systematische verwoesting van het Palestijnse leven in Gaza. Vooral in Tel Aviv gaan mensen weliswaar wekelijks in groten getale de straat op, maar waar het die in gele accessoires – symbool voor de gijzelaars – en ‘Bring them home now’-T-shirts gehulde demonstraten om gaat, zijn de Israëlische gijzelaars en soldaten in Gaza, en verzet tegen de regering. Nauwelijks om het lot van de Palestijnen.

Uit opiniepeilingen van afgelopen zomer bleek dat een grote meerderheid van de Israëlische bevolking de aanvallen op Gaza en het aantal Palestijnse slachtoffers gerechtvaardigd vindt. Recente peilingen wijzen wel uit dat een meerderheid voorstander is van een akkoord met Hamas, om de gijzelaars thuis te krijgen.

Degenen die zich uitspreken voor de Palestijnen in Gaza vormen een zeer kleine minderheid, en hun protest wordt onderdrukt. Die onderdrukking geldt vooral voor Palestijnen in Israël, die circa een vijfde van de bevolking uitmaken. Zij kunnen al voor een bericht op sociale media over Gaza worden verhoord of opgesloten.

In de aanloop naar een gepland antioorlogsprotest in Tel Aviv zette de Israëlische politie vorige maand in een document uiteen dat het protest alleen mocht plaatsvinden zonder spandoeken met referenties aan etnische zuivering en genocide, en zonder afbeeldingen van kinderen of baby’s in Gaza. Die zouden „aanzetten tot geweld”. De politie stelde de voorwaarden later bij.

Afgelopen zondag demonstreerden honderden Israëliërs bij de grens met Gaza tegen de aanhoudende aanvallen en blokkade van hulpgoederen. Ook hier greep de politie hardhandig in, en arresteerde activisten.

Activisten die tegen de verwoestende oorlog protesteren worden opgepakt.

Foto Kobi Wolf

Demonstranten worden door de politie hard aangepakt.

Foto Kobi Wolf

Politiegeweld

Ben Abba betreurt het dat de groep met wie ze op straat staat maar een zeer klein deel van de samenleving vertegenwoordigt. Ze neemt behalve in Jeruzalem ook deel aan de wekelijkse protesten in Tel Aviv, als onderdeel van een klein blok van activisten tegen de bezetting die aandacht vragen voor Gaza. „We zien wel dat er wat meer mensen met ons meedoen. Maar het protest wordt gewelddadig onderdrukt.”

Ook nu staan er tien politieagenten op het plein. Uit het niets beginnen ze hardhandig de demonstranten te duwen. „Schande. Schande. Schande”, scanderen die. Een van de agenten filmt met zijn telefoon de activisten, van wie er binnen een mum van tijd acht worden weggesleept en opgepakt.

Veel demonstranten op het plein, onder wie Ben Abba, maken deel uit van de groep Free Jerusalem, die dit protest organiseerde. Het is een anarchistische club van jonge Israëlische Jeruzalemmers die zich verenigen in hun protestacties tegen de bezetting van Palestina, apartheid, en genocide in Gaza.

Sommige activisten willen niet praten, anoniem blijven, of enkel met hun voornaam in de krant, uit angst voor repercussies. Er is ook huiver voor framing door de media: „Ik wil niet dat de aandacht verschuift van de genocide in Gaza naar ons”, zegt een activist telefonisch, voorafgaand aan het protest.

Er hebben zich deze avond activisten uit andere groeperingen aangesloten, zoals Omdim Beyachad (We staan samen) en Zazim (We bewegen), die een geluid vertegenwoordigen dat behalve tegen de bezetting sterk is gericht op „coëxistentie” tussen „Joden en Arabieren”. Niet radicaal genoeg, vinden de radicalere, antizionistische activisten. Zij zien niet het gebrekkige samenleven, maar kolonisatie en apartheid als kern van het probleem.

Demonstraties waarbij het leed in Gaza centraal staat trekken vrij weinig mensen.

Foto Kobi Wolf

Israëlische media

Vorig jaar hing Free Jerusalem geregeld posters op in het Israëlische West-Jeruzalem met daarop Palestijnse ontheemden en doden in Gaza. Dat was een reactie op de berichtgeving in Israëlische media, waarin het vrijwel uitsluitend gaat over het leger en de gijzelaars, en waarin Palestijnen veelal worden aangeduid als terroristen.

„Toen Israël op 18 maart vierhonderd mensen doodde in Gaza, werd er op televisie gesproken over vierhonderd gedode terroristen”, zegt een activist, die anoniem wil blijven.

De media spelen een belangrijke rol in het feit dat het volk niet begrijpt wat we in Gaza doen, zegt docente Givat (56). „Israëliërs zijn volledig gericht op hun eigen pijn en lijden, maar we moeten hen herinneren aan het vreselijke lijden aan de andere kant.”

Ze zegt te demonstreren „tegen de oorlog en de tienduizenden doden in Gaza en de vele gijzelaars die door de regering worden verlaten. En dat alles om Bibi [bijnaam voor de Israëlische premier Benjamin Netanyahu] aan de macht te houden”.

Spandoek verscheurd

Behalve geweld door de politie is er tijdens het protest in Jeruzalem ook vijandigheid van omstanders. Een jonge man grijpt een spandoek met het woord „genocide” uit de handen van een demonstrant, scheurt het doormidden, en maakt hem uit voor „Israël-hater” en „zichzelf hatende Jood”.

„Hamas is verantwoordelijk voor iedere dode in Gaza. Wij vallen alleen terroristen aan. Zij verschuilen zich achter burgers. Ik wil niet dat er burgers doodgaan, maar veel van hen zijn aan Hamas verbonden,” zegt de man, met een Amerikaans accent.

Om dergelijke reacties van omstanders te negeren, draagt de 35-jarige activist David oordoppen. Hij werkt als zelfstandige, omschrijft zichzelf als antizionist, is gehuld in de kleuren van de Palestijnse vlag en draagt een spandoek met de teksten „stop de oorlog” en „stop aanvallen op journalisten”.

David: „Ik ben hier om voorbijgangers te laten zien dat wij de karakteristieken van de genocidale daden die in Gaza gepleegd worden herkennen. Als iemand die hier woont heb ik de verantwoordelijkheid om dat zo hard mogelijk te schreeuwen.” Hij beschrijft een „verwijdering van de samenleving” die hij niet eerder in die mate had gevoeld.

Michal Brody-Bareket van de groep Moeders tegen de oorlog kreeg vorig jaar een fles water tegen haar hoofd gegooid.

Foto Kobi Wolf

Nadat de politie de demonstranten anderhalf uur lang heeft opgejaagd en de kelen schor zijn geroepen, valt de menigte langzaam uiteen. Langs de autoweg toont wiskundedocent Michal Brody-Bareket, van de groepering Moeders tegen de oorlog, wier zonen of dochters in Gaza dienen, haar protestbord aan passanten.

„Precies een jaar geleden stond ik ook op deze plek, met de tekst ‘er is geen militaire oplossing’, toen er vanaf het dak van een gebouw een fles water op mijn hoofd werd gegooid.” Nu staat er „Een bloedige regering die ons allemaal doodmaakt” op haar spandoek, en schreeuwt een jonge vrouw haar vanuit een auto „Bibi voor altijd” toe.