Israël bagatelliseert de invloed van het stoppen van Amerikaanse wapensteun. Het land heeft zelf genoeg munitie, „ook voor de missie in Rafah”. Dat heeft een woordvoerder van het Israëlische leger vrijdagochtend gezegd, melden internationale persbureaus. De Verenigde Staten maakten bekend dat ze bepaalde wapenleveranties, zoals aanvalswapens en munitie, hebben opgeschort nu de aanval op de stad Rafah in het zuiden van de Gazastrook doorgaat.
De Israëlische premier Benjamin Netanyahu heeft donderdag in een video gezegd dat zijn land ook zonder Amerikaanse hulp „met hand en tand” blijft doorvechten in Rafah. Hij acht het onmogelijk Hamas te verslaan zonder Rafah in te nemen. „We zullen doen wat we moeten doen om ons land te beschermen”, voegt de Israëlische premier daar op de Amerikaanse televisie aan toe. Netanyahu hoopt wel dat hij de „meningsverschillen” met de Amerikaanse president Joe Biden over de aanval op Rafah kan „overbruggen”.
In navolging van de Verenigde Staten overweegt ook Duitsland om geen wapens meer aan Israël te leveren. Dat heeft de Duitse minister van Defensie Boris Pistorius donderdag op televisiezender ZDF gezegd. „Dit wordt momenteel achter gesloten deuren besproken”, aldus Pistorius. De uiteindelijke beslissing ligt bij bondskanselier Olaf Scholz en buitenlandminister Annalena Baerbock. De Duitse defensieminster „begrijpt” de Amerikaanse beslissing.
In Rafah zijn deze week hevige gevechten gaande. Israëlische tanks en militairen dringen steeds verder de stad binnen en Hamas-strijders vuren raketten af, meldt de Arabische nieuwszender Al Jazeera. Sinds het Israëlische leger maandag met een grondoffensief begon zijn al zeker 110.000 Palestijnen Rafah ontvlucht. Dat maakte het VN-agentschap voor Palestijnse vluchtelingen (UNRWA) vrijdagochtend bekend. „De enige hoop is een staakt-het-vuren”, stelt de VN-organisatie.
Lees ook Brits-Palestijnse chirurg Abu-Sittah toegang geweigerd tot Nederland
Google heeft de afgelopen jaren illegaal als monopolist geopereerd op de online advertentiemarkt. Zo heeft een Amerikaanse federale rechter in de staat Virginia donderdag geoordeeld in een zaak die mogelijk grote gevolgen zal hebben voor het bedrijf.
De rechtszaak, die in 2023 werd aangespannen door het Amerikaanse ministerie van Justitie en een aantal staten, draaide om de technologie die het vliegensvlugge proces mogelijk maakt waarmee online advertenties op websites en in apps verschijnen. Google heeft volgens de rechter een te dominante positie op de markt voor deze technologie, waar miljarden in omgaan.
Zowel de technologie die uitgevers van websites gebruiken om hun advertentieruimte aan te bieden, als de software die aankopen tussen advertentieaanbieders en -verkopers mogelijk maakt, zijn grotendeels in handen van Google.
Door het opkopen van bedrijven die concurrerende technologie aanboden heeft Google „bewust monopoliemacht opgebouwd en behouden”, zo is te lezen is het vonnis. Hierdoor kon het technologiebedrijf kunstmatig hoge prijzen vragen voor zijn diensten, in het nadeel van bijvoorbeeld online nieuwssites.
Opsplitsing
Wat de gevolgen van de uitspraak zullen zijn voor Alphabet, het moederbedrijf van Google, moet nog blijken. Pas in een volgende zitting zal de rechter oordelen welke maatregelen genomen moeten worden om de dominante positie van Google te verminderen. Google heeft aangekondigd in hoger beroep te gaan.
Afgelopen augustus oordeelde een Amerikaanse rechter dat Google een monopolie heeft op de zoekmachinemarkt. Het Amerikaanse ministerie van Justitie wil daarom dat het bedrijf wordt opgesplitst, onder andere door haar eigen browser Chrome te verkopen.
De dominante positie van grote technologiebedrijven wordt de afgelopen jaren vanuit verschillende hoeken aangevochten. Naast tegen Alphabet, heeft de Amerikaanse overheid ook processen lopen tegen Meta, Amazon, en Apple. Ook de Europese Commissie doet onderzoek naar deze miljardenbedrijven.
Lees ook
‘Big Tech heeft de democratische staat op feodale wijze aan zich onderworpen’
De enorme onrust die Donald Trump veroorzaakt, dreunt flink door in de bestuurskamers van de grote centrale banken.
In Washington kwam de positie van Jerome Powell, de voorzitter van de Amerikaanse Federal Reserve, donderdag onder druk te staan: impliciet dreigde Trump op zijn sociale mediakanaal Truth Social met Powells ontslag. De „beëindiging van de termijn van Powell”, schreef Trump, „kan niet snel genoeg komen”. De termijn van Powell loopt tot mei 2026.
Trump verwijt Powell te traag te zijn met renteverlagingen, die de president ziet als goed voor de economie, goed voor de beurs – en goed voor zijn eigen vastgoed- en cryptovermogen. Powell zelf zei de afgelopen weken herhaaldelijk dat het „niet is toegestaan onder de wet” om hem te ontslaan: de Fed heeft een onafhankelijke positie ten opzichte van de regering. Maar de wettelijke bescherming van Powell is niet zonneklaar. Een eventueel ontslag zou waarschijnlijk moeten worden uitgevochten voor het Hooggerechtshof.
Trump verwees naar de Europese Centrale Bank als voorbeeld voor de Fed van Powell. De ECB verlaagde de rente voorbije maanden al enkele malen en kondigde donderdag een nieuwe renteverlaging van een kwart procentpunt aan. Het belangrijkste ECB-rentetarief, de depositorente voor banken, komt op 2,25 procent te liggen, terwijl de Fed-rente blijft steken op een bandbreedte tussen de 4,25 en 4,5 procent.
De reden voor de laatste renteverlaging van de ECB: Donald Trumps handelsoorlog. Door de verwachte klap daarvan voor de Europese economie is nu een lagere rentestand nodig, meent het ECB-bestuur. „De groeivooruitzichten zijn verslechterd als gevolg van oplopende handelsspanningen”, zei ECB-chef Christine Lagarde in een persconferentie.
Effect op de economie
Waar zowel de Fed als de ECB mee worstelt, is het even complexe als lastig te voorspellen effect op de economie van Trumps invoerheffingen. Die heffingen verhogen enerzijds de inflatie, omdat ze producten duurder maken. Tegelijk kunnen ze inflatieverlágend werken omdat ze de economische groei aantasten: ze schaden de handel en het vertrouwen van burgers en bedrijven. Minder bbp-groei werkt als een rem op de prijsstijgingen.
De Fed zit in het lastigste parket. Trumps heffingen, tot wel 145 procent op invoer uit China, lijken grote negatieve effecten te gaan hebben op de Amerikaanse economie. Powell zei woensdag dat hij door Trumps heffingen per saldo hogere inflatie én lagere economische groei verwacht. De Amerikaanse centrale bank streeft een dubbel doel na: prijsstabiliteit (inflatie van 2 procent) en maximale werkgelegenheid.
Het probleem voor de Fed is dat inflatiebestrijding gebaat is bij hogere rentes, maar economische groei – en dus werkgelegenheid – juist bij lagere rentes. Voorlopig lijkt Powell, tot woede van Trump, de rente gelijk te willen houden.
Intussen ondermijnt Trump met zijn aanval op Powell de positie van de Fed verder. Trump nam, als fan van lage rentes, Powell al vaker onder vuur, ook in zijn eerste termijn als president (2017-2021). Maar zijn jongste aanval is bijzonder fel van toon. Door impliciet te dreigen met Powells ontslag, speelt de president met vuur in een tijd van nervositeit op de financiële markten. Beleggers zien de onafhankelijkheid van centrale banken als essentieel voor financiële stabiliteit.
Inflatiepuzzel
De ECB staat minder onder spanning, maar wordt door Trump wel met een inflatiepuzzel opgezadeld. De inflatie in de eurozone (2,2 procent in maart), ligt dichtbij het ECB-doel van 2 procent maar kan te laag of juist te hoog uitkomen door de Trump-schok.
De ECB schat in dat Trumps heffingen in elk geval op de korte termijn inflatieverlagend voor de eurozone zijn. ECB-chef Lagarde sprak van een „negatieve schok” die de export en de investeringen raakt, en zo de economische groei. Andere inflatiedrukkende factoren zijn volgens de ECB de gedaalde olieprijs en de verwachte toestroom in Europa van goedkope Chinese goederen, die door Trumps extreem hoge heffingen tegen China niet meer naar de VS gaan.
Lagarde sprak tegelijkertijd van „uitzonderlijke onzekerheid” – óók over de ontwikkeling van de inflatie. Inflatieverhogend op de wat langere termijn is onder meer het onlangs aangekondigde Duitse pakket aan investeringen in infrastructuur en defensie (deels ook als reactie op Trumps beleid). „Het netto effect op de inflatie zal in de loop der tijd duidelijk worden.” Ze wilde zich, zei ze daarom „niet vastleggen op een bepaald rentepad”.
Geen barricade van schoolmeubilair of een verkleedfeest, maar zwaar vuurwerk en vechtpartijen: lopen examenstunts dit jaar meer uit de hand dan gebruikelijk? Op meerdere scholen verliep de viering van de laatste schooldag van middelbare scholieren die in mei eindexamen doen deze week onstuimig.
Op het Rudolf Steiner College in Rotterdam staken jongeren woensdag zwaar vuurwerk af en probeerden ze deuren in te trappen. „Agenten werden bekogeld met eieren en fruit”, zegt een politiewoordvoerder. De school was al gesloten, de politie gebruikte wapenstokken toen jongeren niet wilden vertrekken. „Dit geweld ziet er altijd heftig uit, maar werd wel nodig geacht”, zegt de politie. In Rotterdam was het donderdag ook onrustig bij het Emmauscollege. „Jongeren gooiden eieren, ook naar de politie.”
Het is het begin van afscheid nemen van je middelbare schooltijd, een vormende fase waarin jongeren sociaal veel uitproberen
In Almelo wilden zo’n tachtig tot honderd leerlingen dinsdag een onaangekondigde eindexamenstunt doen bij het Alma College. Daarbij ontstond „een grimmige sfeer”, zegt de politie Oost-Nederland. Jongeren staken zwaar vuurwerk af en pleegden vernielingen. Vier jongens en een meisje werden aangehouden.
In Almere braken woensdag, op het Oostvaarders College, vechtparijen uit bij een stunt met een confetti- en een schuimkanon. Drie jongeren werden opgepakt. In Noord-Brabant arresteerde de politie een scholier die bij een stunt mogelijk een explosief in zijn rugzak had.
Lees ook
Leerlingen examenstunt Almere geschrokken van politieoptreden: ‘Kijk, die heeft iedereen geslagen’
Trend
Of examenstunts vaker ontsporen dan voorheen, is lastig te zeggen. Cijfers ontbreken. De VO-raad, de koepelorganisatie van voortgezet onderwijs, ziet op basis van anekdotes wel een trend. „Voor corona had je soms een uitschieter, nu zien we jaarlijks tien tot twintig incidenten”, zegt een woordvoerder. Dat wijt hij onder meer aan sociale media. „Een sensationeel filmpje levert je zo tweehonderd likes op.”
„De rebellie van de jaren zeventig is weer terug”, zegt Jaques Dane van het Onderwijsmuseum in Dordrecht, die het fenomeen examenstunts onderzocht. „Het jaar na de treinkaping van De Punt [in 1977] deden scholieren in Haarlem alsof ze hun leraren gijzelden, compleet met bivakmutsen op.”
Stunts zijn volgens Dane van alle tijden. „De laatste jaren probeerden scholen ze in te dammen door te overleggen met scholieren. Nu lijkt dat ongeorganiseerde weer terug.”
Socioloog Beate Völker ziet hoe de examenstunt rituele trekjes heeft. „Het is het begin van afscheid nemen van je middelbare schooltijd, een vormende fase waarin jongeren sociaal veel uitproberen. Spelen met machtsverhoudingen hoort bij een stunt, net als jouw eindexamencohort als groep presenteren aan de rest van de school. Leraren door de mangel halen is eigenlijk reflecteren op je schooltijd.”
Ook volgens Völker kennen examenstunts een lange geschiedenis van uit de hand lopen. „Nu is het wel bijzonder heftig. Ik zie verharding.”
Bij Völker zelf ging de examenstunt er enkele decennia terug „heel braaf” aan toe. „We gingen zingend langs de lokalen en veegden de volgeschreven schoolborden leeg.”