Israël verbiedt VN-organisatie voor Palestijnse vluchtelingen. Dit zijn de gevolgen voor Gaza

Nog één dag en dan moeten de kantoren leeg zijn. Israël heeft UNRWA, de organisatie van de Verenigde Naties voor Palestijnse vluchtelingen, opgedragen om uiterlijk donderdag twee gebouwen in bezet Oost-Jeruzalem te ontruimen. De werkvisa van internationale medewerkers van UNRWA verlopen deze woensdag al; zij worden overgeheveld naar de Jordaanse hoofdstad Amman.

Dit alles is het gevolg van twee wetten die Israël over UNRWA aangenomen heeft. In bezet Oost-Jeruzalem – dat Israël als integraal deel van het eigen land ziet – wordt de organisatie geheel verboden. Daarbuiten mag ze blijven bestaan, maar wordt het Israëliërs verboden om contacten met de organisatie te onderhouden.

De wetten hebben potentieel grote consequenties voor de Gazastrook, waar UNRWA veruit de belangrijkste verstrekker van noodhulp is. Die hulp wordt, volgens de afspraken van het staakt-het-vuren, door het Israëlische leger tot de Gazastrook toegelaten. Maar dat mag dus geen contact meer hebben met de ontvanger aan Gazaanse kant.

Voertuigen van UNRWA rijden op 21 januari in de buurt van Rafah. Foto Haitham Imad/EPA

Israël stelt dat de taken van UNRWA overgenomen kunnen worden door ngo’s of een ander deel van de Verenigde Naties. Maar in Gaza, zegt de Rotterdamse hoogleraar humanitaire studies Thea Hilhorst, fungeert UNRWA als een soort overheid. „Die kun je er niet zomaar tussenuit halen. Hoe zou de Nederlandse gezondheidszorg functioneren als ze het morgen ineens zonder overheid moet stellen? Als andere partijen bijvoorbeeld de onderwijstaak van UNRWA zouden moeten overnemen, zou het jaren duren om dat in goede banen te leiden.”

Volgens het Peace Research Institute Oslo zullen humanitaire operaties in Gaza door het verbod hun „operationele ruggengraat” verliezen, waardoor de distributie van hulp ook voor andere partijen extreem moeilijk wordt. Die organisaties zijn bovendien woedend op de manier waarop Israël hun zusterclub aanpakt. Een „rechtstreekse aanval op de VN”, noemt Hilhorst het.

Daar komt bij dat hulporganisaties wereldwijd onder zware druk staan sinds het aantreden van Donald Trump als president van de Verenigde Staten. Door het intrekken van Amerikaanse subsidies vrezen veel organisaties in het Midden-Oosten dat ze medewerkers moeten ontslaan en hun werkzaamheden moeten staken.

Recht op terugkeer

UNRWA werd opgericht in 1949, een jaar nadat Israël zo’n 750.000 Palestijnen had verdreven om een eigen staat te kunnen stichten. Die vluchtelingen raakten verspreid over de Palestijnse gebieden, maar ook over de buurlanden Jordanië, Syrië en Libanon. Ook de nakomelingen van de verdrevenen van 1948 staan als vluchteling geregistreerd; inmiddels zijn dat er tegen de zes miljoen. Zij hebben allen het recht op terugkeer naar het grondgebied van hun voorouders. Israël weigert dat recht te erkennen.

Israël is bezig met een grootschalige campagne om UNRWA verdacht te maken. Wie de organisatie googelt, krijgt eerst een gesponsorde post van de Israëlische regering met „de waarheid over UNRWA”. Israël beschuldigt de organisatie onder meer van banden met Hamas.


Lees ook

Nederland wacht met overmaken UNRWA-bijdrage, terwijl humanitaire situatie in Gaza schrijnend is

Minister Caspar Veldkamp (NSC, Buitenlandse Zaken) tijdens een debat in de Tweede Kamer over het Midden-Oosten op 21 januari.

Die strategie van de Israëlische regering komt neer op het „recyclen van weerlegde beschuldigingen”, zegt Hilhorst. „Het is platte politieke propaganda. Israël houdt UNRWA er ook verantwoordelijk voor dat de hulp aan Gaza niet goed doorkwam toen daar gevochten werd. Een rookgordijn, om de aandacht van de eigen schuld af te leiden. Israël heeft zelf die hulp tegengehouden.”

Fundamenteel zit het Israël onder meer dwars dat de vluchtelingenstatus niet alleen geldt voor degenen die het in 1948 verdreven heeft, maar ook voor hun nazaten. Evenmin zint het Israël dat UNRWA het recht op terugkeer van al die vluchtelingen naar Israëlisch grondgebied benadrukt. „Maar Israël kan de rechten van Palestijnen niet wegfantaseren door simpelweg UNRWA te verbieden”, zegt Hilhorst.

Een man loopt voor een UNRWA-gebouw in de Gazastrook, dat is verwoest door Israëlische bombardementen. Foto Omar Al-Qattaa/AFP

Jeruzalem

Vooruitlopend op het verbod heeft UNRWA een groot hoofdkantoor in bezet Oost-Jeruzalem zo goed als ontruimd. „Je moet het zien als een kleine universiteitscampus”, zegt Lex Takkenberg, die dertig jaar voor de VN-organisatie werkte, onder meer als operationeel directeur en chef ethiek. Die compound beslaat 3,4 hectare en is naar schatting 70 tot 100 miljoen dollar (67 tot 96 miljoen euro) waard.

Al langer hebben Israëlische projectontwikkelaars hun oog laten vallen op het complex, dat direct aan West-Jeruzalem grenst. De verwachting is dat de Israëlische politie de locatie vannacht zal bewaken; vermoedelijk zal het terrein op termijn in een illegale nederzetting transformeren. UNRWA, zegt Takkenberg, zag de bui hangen en heeft de inboedel – „documenten, archieven, auto’s, computers” – naar de Palestijnse stad Ramallah verplaatst.

Het internationale personeel vormt maar een klein deel van de dertigduizend UNRWA-medewerkers; het grootste deel zijn Palestijnen. De meesten van hen kunnen vooralsnog op scholen en klinieken van de organisatie blijven werken, verwacht Takkenberg. „In Gaza beheert UNRWA alle vrachtwagens, loodsen en distributiecentra. Het is erg onhandig als de ontvangende partij van de noodhulp geen contact mag hebben met de partij die de hulp toelaat. Want Israël blijft volgens het bestand verplicht om zeshonderd vrachtwagens per dag toe te laten.”

Ondanks alle retoriek die het tegen de organisatie in stelling brengt, zou Israël UNRWA dankbaar moeten zijn, aldus Takkenberg, die tegenwoordig actief is als adviseur van de Jordaanse ngo Arab Renaissance for Democracy and Development. „Want eigenlijk is Israël volgens het internationaal recht verantwoordelijk voor het wel en wee van de bevolking in het gebied dat het bezet houdt. Dus ook voor scholing en gezondheidszorg. UNRWA neemt het land een flinke taak uit handen.”


Lees ook

In opspraak geraakte VN-organisatie UNRWA is al sinds 1949 onmisbaar voor de Palestijnen

Uitzicht vanaf het dak van de UNRWA-meisjesschool in Jalazone over de scheidingsmuur en de olijfgaard naar de Israëlische nederzetting Beit El.