Israël deelt harde klappen uit aan zijn tegenstanders, maar wat de politieke strategie is blijft onduidelijk

Bijna een jaar na de zwartste dag uit Israëls bestaan, toen in één klap circa 1.200 mensen in Israël werden gedood door Hamas, strijdt het land op verschillende fronten. Niet alleen in de Gazastrook, waar al ruim 41.000 Palestijnse doden zijn geteld, maar ook met Hezbollah in Libanon en diens beschermheer Iran. De harde acties van Israël tegen de Palestijnen op de bezette Westelijke Jordaanoever – feitelijk een vierde front – blijven daarbij nog buiten beschouwing.

Desondanks bulkt premier Benjamin Netanyahu, die vorig najaar een aangeslagen indruk maakte, weer van het zelfvertrouwen. Afgelopen maandag sprak hij in een videoboodschap de Iraanse bevolking toe en hield haar voor dat er geen plek in het Midden-Oosten is die Israël niet kan bereiken. Openlijk zinspeelde hij zelfs op de val van het islamitische regime. „Als Iran eindelijk vrij is, en dat moment zal veel sneller aanbreken dan mensen denken, zal alles anders zijn.”

Dat herboren zelfvertrouwen ontleende Netanyahu vooral aan de even verrassende als vernietigende klappen die Israël de afgelopen weken wist toe te brengen aan Hezbollah. Het doodde een groot deel van de Hezbollah-top, leider Hassan Nasrallah incluis, en reduceerde Hezbollahs omvangrijke rakettenarsenaal deels tot puin. Deze week vielen Israëls grondtroepen Zuid-Libanon in een „beperkte operatie” binnen om Hezbollah verder noordwaarts te drijven. En deze vrijdag volgde nog een zwaar Israëlisch bombardement op Beiroet. Daarbij zou Nasrallahs vermoedelijke opvolger ook alweer zijn gedood.

De operatie tegen Nasrallah, ‘Nieuwe Orde’ genaamd, suggereert dat Israël de oude machtsverhoudingen in het Midden-Oosten niet langer accepteert. De naam tekent de bijna euforische stemming in Israël.

Gezichtsverlies

De harde klappen voor Hezbollah betekenden niet alleen gezichtsverlies voor de groep zelf maar ook voor Iran. De leiders in Teheran, die eerder talmden met wraak voor de aan Israël toegeschreven dodelijke aanslag op Hamas-leider Ismail Haniyeh in Teheran eind juli, besloten daarop tot een vergeldingsactie. Dinsdag vuurde Iran ruim 180 ballistische raketten af op Israël. De schade bleef – net als die van een Iraanse raket- en drone-aanval in april – beperkt. De meeste projectielen werden door de luchtafweer onschadelijk gemaakt.

Nu is Israël weer aan zet en Netanyahu heeft aangekondigd dat Iran een hoge prijs zal betalen voor zijn aanval. Daarvoor heeft Israël meer speelruimte dan voorheen, nu het minder rekening hoeft te houden met eventuele tegenaanvallen van het verzwakte Hezbollah.

Netanyahu’s extreemrechtse coalitiegenoten, die Iran als een existentieel gevaar voor Israël zien, ruiken hun kans. Ben-Gvir, de minister van Nationale Veiligheid, stelde: „Wat we Libanon hebben aangedaan moeten we ook Iran aandoen. Geen politieke regelingen, geen diplomatie, verpletter ze, verpletter ze, verpletter ze.” Een andere havik, ex-premier Naftali Bennett, verklaarde op X: „Israël heeft nu de grootste kans in vijftig jaar, om het gezicht van het Midden-Oosten te veranderen.” Sommigen in Israël pleiten er voor om de Iraanse nucleaire faciliteiten te verwoesten.

De Iraanse leider ayatollah Ali Khamenei spreekt tijdens het vrijdaggebed in Teheran.
Foto Iranian Supreme Leader Office/EPA

Op zijn beurt heeft Iran gewaarschuwd dat het weer hard zal terugslaan na een Israëlische aanval. Tijdens het middaggebed in Teheran, het eerste in jaren dat hij leidde, prees opperste leider Ali Khamenei vrijdag „het schitterende werk” van de Revolutionaire Garde en noemde de raketaanval een „minimumstraf”.

Met dit scenario van ‘oog om oog, tand om tand’ dreigt het Midden-Oosten alsnog in een verwoestende oorlog te zinken. Daarin kunnen grote delen van de regio worden meegezogen, mogelijk ook de VS. Precies het schrikbeeld van velen. Hoe rampzalig zo’n groter conflict kan uitpakken hebben de bewoners van Gaza ervaren. Ook in Libanon zijn al aanzienlijke verwoestingen aangericht. Er vielen daar al meer dan duizend doden en enige duizenden gewonden, ook veel vrouwen en kinderen. Honderdduizenden zijn in paniek op de vlucht geslagen naar het noorden.

Zowel Iran als Hezbollah had eerder duidelijk gemaakt zo’n escalatie liever te vermijden. De Iraniërs, die over een groot rakettenarsenaal beschikken maar verder geen grote militaire mogendheid zijn, beseffen dat ze zo’n oorlog niet kunnen winnen, zeker niet als Israël steun krijgt van de VS. Tekenend is ook dat Khamenei inmiddels op een veilige plaats is ondergedoken, nadat Nasrallah zelfs verscholen in een ondergrondse bunker in Beiroet nog door de Israëliërs was gedood. De Iraniërs vrezen bovendien dat hun communicatienetwerk – net als Hezbollah’s – door Israël is geïnfiltreerd.


Lees ook

Wie zijn de grote spelers in het Midden-Oosten, nu de oorlog dreigt uit te breiden? En wat willen ze?

Wie zijn de grote spelers in het Midden-Oosten, nu de oorlog dreigt uit te breiden? En wat willen ze?

De enige remmende factor op Israël vormt nog de VS. President Biden wil een maand voor de verkiezingen geen grote oorlog in het Midden-Oosten, maar evenmin kan hij Israël laten vallen. Wel heeft hij gezegd dat hij tegen een aanval op Irans nucleaire faciliteiten is. Anders dan de VS beschikt Israël zelf voor zover bekend niet over de zwaarste bommen, waarmee bijvoorbeeld de verrijkingsfabriek van Natanz, onder een berg, zou kunnen worden verwoest. En ook Israël weet dat het bij een oorlog met een groot land als Iran de VS ook beter niet nodeloos tegen de haren in kan strijken.

Geen wapenstilstand

Dit neemt niet weg dat Biden weinig greep heeft op Netanyahu. Al maanden poogt hij hem tevergeefs tot een staakt-het-vuren te brengen met Hamas. Ook het voorstel van Biden en de Franse president Macron voor een wapenstilstand in Libanon verwierp Netanyahu, nadat hij er naar verluidt eerder mee was akkoord gegaan.

Al lijkt het nu het tij mee te hebben, toch is zo’n bredere oorlog ook voor Israël riskant. Een voorproefje daarvan kreeg het deze week in Zuid-Libanon. Daar sneuvelden acht Israëlische militairen. Volgens Hezbollah zijn het er nu al zeventien. Dat aantal kan verder oplopen, want Hezbollah heeft zich diep ingegraven in Zuid-Libanon en kent het terrein uitstekend. Een grondoorlog kan ook voor Israël lang duren, zonder garantie op succes, zoals in 1982 en 2006 bleek.

Palestijnse kinderen bij een verwoest huis in Gaza, na een Israëlische luchtaanval.
Foto Mohammed Saber/ANP/EPA

Hoewel het leger en de inlichtingendiensten hun reputatie in eigen land hebben opgevijzeld na hun verzaken op 7 oktober 2023, is het volgens analisten een illusie te denken dat Israël met louter militaire middelen een nieuwe orde in het Midden-Oosten kan scheppen. Uiteindelijk moeten militaire zeges worden vertaald in duurzame diplomatieke regelingen en dat is niet eenvoudig.

Geen plan voor Gaza

„Je hebt een politieke strategie nodig”, stelt de Israëlische analist Michael Milshtein van het Moshe Dayan Centrum voor Midden-Oosten-studies in Tel Aviv. En juist daaraan ontbreekt het volgens hem bij Netanyahu en zijn regering, zelfs voor de Gazastrook. „Israël heeft zijn troepen daar nu grotendeels weggehaald, maar Hamas is er nog steeds een dominante speler”, stelt Milshtein. „Netanyahu heeft nog altijd geen plan gepresenteerd hoe het daar verder moet.” Ook in Libanon en Iran is niet helder wat Israël precies wil bereiken, behalve de tegenstander klappen toe te dienen. „We kunnen niet voor altijd blijven doorvechten.”

Hoewel een verdere escalatie nu het meest waarschijnlijk is, zijn er wel degelijk alternatieven. Vorige week sprak de Jordaanse minister van Buitenlandse Zaken, Ayman Safadi, bij de VN in New York kort na Netanyahu. „De Israëlische premier kwam hier vandaag en zei dat Israël is omringd door degenen die het willen verwoesten. Wij zijn hier – de leden van het Moslim-Arabische comité, met een mandaat van 57 Arabische en islamitische landen – en ik kan u zonder voorbehoud vertellen dat wij allemaal de veiligheid van Israël willen garanderen in een context waarbij Israël de bezetting beëindigt en de komst van een Palestijnse staat toestaat.”

Hij kreeg applaus. Maar Netanyahu was toen al vertrokken: om het bevel tot de aanval op Nasrallah te geven.