Mehmet en Veysi zitten verslagen op een kleedje langs de weg naast hun kudde schapen. De twee neven zijn ’s ochtends vanuit hun dorp naar de zuid-Turkse stad Urfa afgereisd in de hoop de beesten te verkopen voor het Offerfeest, maar het loopt niet bepaald storm.
„Schaap kopen?”, vraagt Veysi aan de verslaggever. „Je hoeft hem heus niet mee te nemen naar Istanbul, slacht hem gewoon hier en verdeel het vlees onder de armen!”
Vrijwel niemand kan zich nog een schaap veroorloven, verzucht Mehmet. „Vorig jaar kostte een schaap 5.000 lira, dit jaar al 17.000 lira (480 euro), net zoveel als het minimumloon”, zegt hij. Gevraagd waarom het zo slecht gaat met de economie, is Mehmet op zijn hoede. „Laten we zeggen dat het volk bij de vorige verkiezingen een gepaste reactie heeft gegeven”, zegt hij. Bij die stemgang leed de AKP van president Erdogan een historische nederlaag.
Een schapenverkoper een straat verderop windt er minder doekjes om. Dat de mensen zo verarmd zijn, legt Kemal Puse (42) rustig uit, komt door de regering van president Erdogan. „De AKP heeft zichzelf zo erg verrijkt dat ze het contact met het volk is verloren”, zegt hij. „Daardoor kennen ze onze problemen niet en zijn ze vervreemd geraakt van onze waarden. De gedachte achter het Offerfeest is bijvoorbeeld dat de rijken delen met de armen. Maar dat doet deze regering allang niet meer.”
Toch presenteert Erdogan zich nog altijd als ‘de man van het volk’ die het opneemt tegen ‘de elite’. Zoals wel meer rechtse populisten voedt hij dit imago niet met progressief economisch beleid, maar met polariserende identiteitspolitiek. Terwijl de ongelijkheid in Turkije juist toeneemt, werpt Erdogan zich vanuit zijn paleis op als verdediger van ‘vaderlandslievende moslims’ door zijn islamitische identiteit te contrasteren met de ‘ontwortelde’ en ‘verwesterde’ levensstijl van de seculiere oppositie. Die truc werkt des te beter doordat een groot deel van die oppositie Erdogans kiezers wegzet als religieuze boerenpummels. Daardoor blijft de Turkse politiek verlamd door polarisatie en wisselen zelfs AKP-stemmers die diep ontevreden zijn niet snel van kamp.
Opponent uit eigen nest
Maar daar komt langzaam verandering in. Dat komt niet alleen doordat de seculiere oppositiepartij CHP zich steeds meer openstelt voor religieuze kiezers, maar ook doordat er islamitische alternatieven voor de AKP zijn opgestaan. Momenteel is de belangrijkste daarvan de in 2018 opgerichte Yeniden Refah Partisi (YRP, Opnieuw Welvaart Partij). Deze partij is vernoemd naar de Refah Partisi (Welvaartspartij), waar Erdogan in de jaren tachtig en negentig lid van was, en wordt geleid door Fatih Erbakan, de zoon van de zeer invloedrijke islamitische politicus Necmettin Erbakan.
Hoewel de YRP bij de presidentsverkiezingen van 2023 na veel gesteggel besloot Erdogan te steunen, keerde de partij zich bij de lokale verkiezingen van afgelopen maart tegen de president. Dat was erg slecht nieuws voor Erdogan, want tegen deze opponent uit eigen nest haalt zijn islamitische identiteitspolitiek weinig uit. De YRP won landelijk 6,2 procent van de stemmen, werd de derde partij van Turkije en wist één miljoen stemmen van de AKP weg te snoepen. In de provincies Urfa en Yozgat, AKP-bolwerken waar de CHP nooit voet aan de grond zou krijgen, werd de YRP in één klap de grootste.
Lees ook
Stemming laat zien: als de Turkse oppositie verandert, kan Turkije veranderen
In Urfa dankt de YRP die overwinning vooral aan de populariteit van haar burgemeesterskandidaat Mehmet Kasim Gülpinar. Deze voormalige AKP’er staat bekend als oncorrumpeerbaar en geniet veel status in Urfa, niet in het minst omdat zijn vader en grootvader ook al belangrijke lokale politici waren. In de Turkse politiek kan zo’n familiereputatie voor kiezers zwaarder wegen dan partijkleur, zeker in de provincies.
Het is niet zonder reden dat Gülpinar (54) uitgerekend voor de YRP koos toen de AKP hem geen kandidaat maakte, vertelt de kersverse burgemeester vanuit zijn kantoor. „De YRP past het best bij de conservatieve aard van Urfa. Iedereen hier identificeert zich met hoca Erbakan (‘leermeester’ Erbakan).”
In Urfa bijvoorbeeld wist iedereen dat het volk mij wilde, maar de AKP dacht: Urfa winnen we toch wel
Volgens Gülpinar koos de AKP in Urfa en ook elders ongeschikte kandidaten. „Dat laat zien dat ze zijn losgezongen van de samenleving”, zegt hij. „In Urfa bijvoorbeeld wist iedereen dat het volk mij wilde, maar de AKP dacht: Urfa winnen we toch wel.” Gevraagd waarom de regeringspartij hem dan niet op het stembiljet in Urfa zette, glimlacht de burgemeester. „Ik vermoed dat sommige figuren tegen mijn kandidatuur waren”, zegt hij cryptisch. „Als iets tegen de wet is, verzet ik me daartegen.”
Sinds zijn aantreden is Gülpinar direct begonnen met een campagne tegen zelfverrijking binnen het gemeenteapparaat. Zo verbood hij het privégebruik van dienstauto’s en opende hij een Whatsapp-hotline tegen „verspilling en corruptie.” „Mensen gaan te nonchalant met staatsgelden om”, zegt de burgemeester streng. „Dat kan niet, zeker niet nu het volk verpletterd wordt door inflatie.”
Ondanks die principiële taal gaat Gülpinar liever niet in op vragen over corruptie binnen de regering. „Corruptie is helaas iets van alle partijen”, zegt hij ontwijkend.
Bescheiden decor
Op het hoofdkantoor van de YRP in Ankara zijn ze een stuk feller op de AKP. „Weet je waarom de mensen op ons stemmen?” vraagt mede-partijoprichter Mehmet Altinöz (51) opgewonden. „Omdat die AKP’ers kreeft eten terwijl burgers in de rij staan voor brood. Omdat ze naar de Malediven op vakantie gaan terwijl burgers niet eens familie in hun geboortedorp kunnen opzoeken. Daarom!”
Altinöz – perfect geknipte grijze baard, overhemd en stropdas – zit in zijn werkkamer met twee partijgenoten die uit de provincie naar Ankara zijn gekomen. „Gewoon met de bus, niet met Turkish Airlines businessclass”, benadrukt de politicus. Het decor is al even bescheiden en ook daar maakt hij graag een punt van. „Deze tv heb ik van een collega. Die deuren zijn veertig jaar oud. Uit de tijd dat hoca Erbakan dit kantoor oprichtte.”
Necmettin Erbakan (1926-2011) was de grondlegger van islamitische politieke bewegingen in het moderne Turkije. In 1969 richtte hij Milli Görüs (‘nationale visie’) op, een brede beweging die zich afzette tegen de strikt seculiere staatsideologie en vijf politieke partijen voortbracht, waarvan er vier werden gesloten door de overheid.
Erdogan ziet er van buiten misschien uit als een vrome moslim, maar zijn beleid is absoluut niet islamitisch
Erdogan was dan wel Erbakans leerling, vertelt Altinöz, maar brak juist met zijn leermeester door in 2001 de AKP op te richten. Waar Erbakans partijen fel anti-imperialistisch waren, zocht de AKP zeker in haar beginjaren juist toenadering tot het Westen. En waar Erbakans economisch beleid linkse trekjes had, omarmde Erdogan het neoliberalisme. „Erdogan zag dat je met Erbakans principes niet aan de macht kon komen”, zegt Altinöz. „Dus deed hij die principes de deur uit.”
Dat Erdogan in het Westen vaak wordt neergezet als ‘islamist’, vindt Altinöz dan ook ronduit lachwekkend. „Erdogan ziet er van buiten misschien uit als een vrome moslim, maar zijn beleid is absoluut niet islamitisch”, zegt hij met een brede grijns. „Hij omarmt juist het kapitalistisch systeem en is helaas verantwoordelijk voor het morele en spirituele verval van Turkije.”
Ook op het dossier Israël schiet Erdogan wat Altinöz betreft ernstig tekort. Dat zijn regering begin mei aankondigde de handel met Israël stop te zetten, komt volgens Altinöz alleen maar doordat YRP daar eindeloos op aandrong. „En het is niet genoeg”, zegt de politicus, die onder meer pleit voor de sluiting van de NAVO-basis in Kürecik in Oost-Turkije.
Lees ook
Turks handelsembargo tegen Israël is mede een gevolg van Erdogans slechte verkiezingsresultaten
Het onderwerp Israël daargelaten vertoont de YRP de nodige gelijkenissen met sommige extreemrechtse partijen in het Westen die – ironisch genoeg – fel anti-islam zijn. Zo benadrukt Altinöz dat „het gezin de bouwsteen van de natie is”, pleit hij voor traditionele man-vrouw-verhoudingen en wil hij een verbod op organisaties die „lhbti-propaganda verspreiden”. Bovendien is de YRP ‘antivax’ en verspreidt de partij complottheorieën.
Op economisch vlak doet de retoriek van de YRP juist weer erg links aan. Altinöz wil meer staatsinterventie in de economie en hekelt de bezuinigingsplannen van financiënminister Mehmet Simsek, die de markten de laatste tijd juist enigszins geruststelde door de rentes te verhogen. „Daarmee pers je al het sap uit de gewone man om het kapitalistische systeem te besproeien”, zegt Altinöz. „Geen wonder dat het Westen zo blij is met Simsek.”
‘Realistisch blijven’
Burgemeester Gülpinar, zelf een zeer vermogend zakenman, lijkt deze standpunten wat extreem te vinden. Rentes zijn dan wel verboden in de islam, erkent hij, „maar we moeten wel een beetje realistisch blijven.” De Turkse economie is nu eenmaal vervlochten met de wereldmarkten, daar ontkom je niet aan. En ten aanzien van het Westen is Gülpinar eveneens een stuk milder. Hij genoot dan ook Frans onderwijs en ontving nota bene een Légion d’Honneur, Frankrijks hoogste onderscheiding, voor het bevorderen van de Frans-Turkse betrekkingen.
Wat de burgemeester dan eigenlijk bij de YRP doet? „Deze partij past goed bij Urfa, dat zei ik toch”, zegt Gülpinar wat ongeduldig. „Ikzelf ken de partij verder nog niet zo goed, ik zit er pas vier maanden bij. We hebben het nooit gehad over hun denkbeelden.”
Dat de YRP desondanks Gülpinar maar al te graag op het stembiljet zette om zo Urfa te kunnen veroveren, laat zien dat de zelfverklaarde puriteinen misschien meer op Erdogan lijken dan ze zelf zouden erkennen. Ze lijken in ieder geval tot hetzelfde inzicht te zijn gekomen dat Erdogan had toen hij Erbakan onttroonde: ideologische zuiverheid doet er minder toe zodra de macht lonkt.