Is Nederland nog wel aantrekkelijk voor topbankiers?

Wie wordt de nieuwe topman van ABN Amro? De zittende bestuursvoorzitter Robert Swaak vertrekt in de eerste helft van 2025. Maar het vinden van een opvolger is allerminst gemakkelijk, concludeerde het FD onlangs. Belangrijk struikelblok zou het toekomstige salaris, inclusief bonussen, zijn. Dat zou niet aantrekkelijk genoeg zijn om voldoende geschikte kandidaten te vinden voor de functie van topman van een van de grootste banken van Nederland.

De beloning van bankiers, je zou het bijna een garantie voor maatschappelijke en politieke ophef kunnen noemen. Toen de Raad van Commissarissen van ING in 2018 het salaris van de toenmalige topman Ralph Hamers met 50 procent wilde opschroeven, leidde dat tot een storm van kritiek. Om de bestuursvoorzitter te behouden, was een betere beloning noodzakelijk dan de gemiddeld 2,5 miljoen euro per jaar die hij tot dan toe verdiende, redeneerde president-commissaris Jeroen van der Veer. „Ralph Hamers is Eredivisie, maar werd Jupiler League betaald”, verdedigde hij de stap – om de verhoging na alle ophef alsnog terug te draaien. In 2020 vertrok Hamers naar de Zwitserse bank UBS, waar hij in zijn eerste zestien maanden omgerekend zo’n 11,5 miljoen euro verdiende.

Deze week was het thema weer in het nieuws. Het FD schreef dat het kabinet-Schoof af zou willen van de huidige Nederlandse bonusregels voor de financiële sector. Het ministerie van Financiën ontkent dat in een reactie. Het gaat volgens een woordvoerder om een al veel eerder aangekondigde evaluatie van de wet die de bankierssalarissen regelt. Die gaat dit najaar naar de Tweede Kamer.

Toch laaide de discussie over de bonussen weer op. Niet alleen door de aankomende evaluatie en de zoektocht naar een topman van ABN Amro. Headhunters uit de financiële sector klagen al een tijdje: buitenlandse bankiers zouden nauwelijks te vinden zijn en goede Nederlandse bestuurders trekken sneller naar het buitenland omdat zij te weinig zouden verdienen in eigen land.

Klopt dat? Is Nederland nog wel aantrekkelijk voor bankiers?

EU staat hogere beloning toe

Eerst even een klein stukje geschiedenis. Want hoe zit het ook alweer met bonussen in de Nederlandse financiële sector? Na de financiële crisis besloot de Nederlandse regering de beloningen aan banden te leggen. De Wet beloningsbeleid financiële ondernemingen (Wbfo) regelt dat bankiers nog maximaal 20 procent van hun vaste salaris aan variabele beloning mogen krijgen. Het idee daarachter is dat van te grote extra’s perverse prikkels zouden ontstaan waarbij het resultaat boven ethisch bankieren gaat. „Excessieve bonussen en vertrekvergoedingen zijn niet meer van deze tijd”, zei minister Jeroen Dijsselbloem (Financiën, PvdA) destijds.

De Nederlandse regels zijn strenger dan wat binnen de Europese Unie de norm is. Europese wetgeving staat een bonusplafond van 100 procent van het vaste salaris toe voor een bepaalde groep bankiers. In Nederland geldt het maximum voor al het personeel. Banken die in handen zijn van de staat mogen bovendien geen bonus uitkeren. Dat geldt momenteel voor de Volksbank en ABN Amro. Bij die laatste bank verdient topman Swaak nu net iets meer dan 800.000 euro. Kleinere banken zoals NIBC en Van Kempen betalen bijna twee keer zoveel aan salarissen inclusief extra beloningen.

In het Verenigd Koninkrijk zijn de bonusplafonds dit jaar flink verhoogd. Amerikaanse banken als Goldman Sachs en JP Morgan Chase kunnen medewerkers in Londen beloningen tot wel tien keer het vaste salaris uitkeren. In de VS zelf geldt geen plafond.

Volgens Jan Bouwens, hoogleraar accountancy aan de Universiteit van Amsterdam, zijn zo verschillen ontstaan tussen Nederland en andere landen. „Stel je hebt een bank in Duitsland met een vergelijkbaar balanstotaal als ABN Amro, maar je kunt wel twee keer het salaris verdienen dat je in Nederland kunt krijgen. Dan is iemand toch al snel geneigd te kiezen voor de Duitse bank.”

Kleine vijver

Brouwens stelt dat „de pool van medewerkers geschikt voor topfuncties richting de raad van bestuur steeds kleiner” wordt. Bouwens: „Je vist nationaal in een kleine vijver. Nederland is heel aantrekkelijk voor Nederlandse bankiers. Maar niet aantrekkelijk voor de beste Nederlandse bankiers. En ga je naar het buitenland kijken, dan wordt het moeilijk ervaren bestuurders te vinden vanwege die salarisverschillen.”

Chris de Groot, directeur van headhuntersbureau Financial Assets, dat personeel werft voor de financiële sector, zegt er al jaren tegenaan te lopen. „Zoek je een buitenlandse kandidaat? Vergeet het maar. En dat geldt niet alleen voor topfuncties bij banken, maar ook voor bijvoorbeeld vermogensbeheerders.”

Duurzame bank Triodos maakte deze week bekend de vergoedingen voor eigen commissarissen te willen verhogen. Dat is volgens Triodos nodig om in aanloop naar de eigen beursgang later dit jaar „hooggekwalificeerde leden” aan te trekken. De vergoeding van de president-commissaris bij Triodos moet stijgen van 30.000 naar 52.000 euro per jaar. Individuele leden gaan van 20.000 naar 35.000 euro.

Harde cijfers over hoeveel Nederlandse bankiers als gevolg van de bonusstructuur afzien van een topfunctie of naar het buitenland vertrekken zijn er niet. Maar volgens Raymond Zaal, onderzoeker en docent financiële ethiek aan de Rijksuniversiteit Groningen, leidt de bonusstructuur in de praktijk niet tot grote uitstroom van Nederlandse bankiers. „Er lopen er wel wat rond in de top van Europese banken, maar het zijn er niet zoveel. Vergeet ook niet dat mensen, tegen de tijd dat ze op dat punt in hun carrière zijn, maatschappelijk geworteld zijn in Nederland.”

Critici wijzen er bovendien op dat banken vaak een te smalle blik hebben op wie in aanmerking komt voor een topfunctie. Hoewel banken genderdiversiteit belangrijk zeggen te vinden, worden er bijvoorbeeld nog altijd voornamelijk mannen benoemd, zo bleek in 2022 uit een analyse van persbureau Bloomberg. Van de dertig grootste Europese banken verving tussen 2020 en 2022 de helft de bestuursvoorzitter. Geen van hen benoemde een vrouw.

Kamer wil geen uitbreiding van de regels

Dit najaar wordt de Nederlandse wetgeving opnieuw geëvalueerd door het ministerie van Financiën. „Dat is in 2018 al zo afgesproken, dus dat is niet nieuw”, benadrukt een woordvoerder. „Ergens in de komende maanden zal dat rapport naar de Tweede Kamer worden gestuurd.”

De Nederlandse Vereniging van Banken wil daarom nog niet ingaan op de vraag of de wetgeving aangepast moet worden. Wel ziet de branchevereniging dat banken op een ander niveau last hebben van de regelgeving. „Een goede IT’er kiest eerder voor een ASML, waarvoor het bonusplafond niet geldt, dan voor een bank. Terwijl er op het gebied van bijvoorbeeld kunstmatige intelligentie hele belangrijke uitdagingen liggen die de toekomst van banken mede bepalen.”

Betrokkenen uit de financiële sector betwijfelen of een lobby voor hogere bonussen kansrijk is. In de Tweede Kamer is momenteel een grote meerderheid tegen uitbreiding van de regels. De angst voor bankiers die onverantwoorde risico’s nemen is nog altijd groot.

Raymond Zaal deed onderzoek naar onetisch gedrag in de bancaire sector. „Natuurlijk zijn er enkele voorbeelden van hoe het mis kan gaan, maar een relatie tussen onethisch gedrag en de bonusstructuur heb ik nooit gevonden. Over het beeld dat hoge bonussen zouden leiden tot het nemen van grote risico’s ben ik dan ook sceptisch. En zelfs als ze het zouden willen, dan is er zoveel toezicht dat het niet gemakkelijk om als bankier echt hele grote risico’s te nemen.”


Lees ook

Hoe het monster van de financiële markten ons boven het hoofd groeide

Hoe het monster van de financiële markten ons boven het hoofd groeide

Terugkomend op de zoektocht van ABN Amro concludeert hoogleraar Bouwens dat het op zijn minst zou schelen als de bank weer volledig in private handen is. „Dan zit je in ieder geval niet meer vast aan het absolute bonusverbod. Maar dan ben je er nog niet. Als je op zoek gaat naar een bestuursvoorzitter van een bank van de grootte van ABN Amro, moet je kijken wat op de internationale markt een passend inkomen is.”