
De zaak
Tbs of géén tbs – de laatste zitting in de al drie jaar slepende strafzaak tegen V. draait om één ding. Is er sprake van een geestelijke stoornis, waardoor de rechtbank V. gedwongen in een inrichting kan laten opnemen? En dat ná een langdurige vrijheidsstraf: het OM eiste twaalf jaar cel plus tbs wegens poging tot femicide. Van die eis schrok de verdachte zó dat hij prompt toestemming gaf voor een psychiatrisch onderzoek, wat hij steeds had geweigerd. Tbs is immers onbeperkt verlengbaar, steeds met een of twee jaar, wat in de praktijk kan uitlopen op levenslang.
De psychiater en de psycholoog zijn opgeroepen als getuige-deskundigen. Dat V. in maart 2022 de deur van zijn ex S. intrapte, en na een schermutseling een kogel door haar slaap schoot, staat wel vast. Er ging een heftige scheiding en een conflict over de omgangsregeling aan vooraf. Het schot kostte haar een oog, en haar reuk en smaak. Volgens V. ging zijn wapen „per ongeluk” af, volgens de officier opzettelijk en was hij goed voorbereid. In z’n browser vond de politie de zoekterm „femicide”, wat neerkomt op partnerdoding, meestal na huiselijk geweld, stalking, jaloezie en extreme controledwang.
Het gedragsrapport pakt relatief goed uit voor V. De hoofdconclusie: er is geen stoornis vastgesteld. V. heeft geen cognitieve beperkingen en een gemiddeld IQ maar wel „kwetsbaarheden”. Het rapport spreekt van een „narcistische dynamiek”, zónder dat een stoornis te noemen.
In het dagelijks leven heeft zo iemand behoefte aan positieve feedback en complimenten, leggen de getuige-deskundigen uit. Bij spanning door conflicten in intieme relaties kunnen jaloezie, dwingende controle en woede optreden, maar dat hoeft niet. Maatschappelijk had V. weinig problemen. Hij werkte jarenlang tot tevredenheid bij dezelfde baas.
Dat V. niet goed kan reflecteren blijkt ook op de zitting, merkt een van de deskundigen op. „Je loopt tegen een soort muur aan bij hem.”
In de verklaring noemt S. hem consequent ‘het monster’
De officier kwalificeert zijn gedrag als „intieme terreur”: geweld, dreigen, intimideren, vernielen, achtervolgen. S. verbleef tijdelijk op geheime opvangadressen en droeg bij de moordaanslag een alarmknop, die ze ook gebruikte. De relatie hield ze 22 jaar vol. Ze hebben samen een dochter. In haar verklaring noemt S. hem nu consequent „het monster”. Een „eigen mening hebben” in deze relatie was volgens haar „niet te doen”. De 112-meldingen door S. van bedreiging, stalking en vernieling gaan terug tot 2012 en eindigden meestal in sepots. Op een paar veroordelingen na: vernieling, geweld, dronken rijden. Eenmaal moest hij de cursus agressieregulatie volgen. Ook kreeg hij een „gedragsinstructie”. Die hij overtrad.
Heeft V. last van opgekropte gevoelens? Nee, zegt hij. Was hij controlerend en jaloers? „Nee, ik herken dat niet.” En desgevraagd: „Nee, ik hoef nergens aan te werken, ik kan best goed omgaan met mensen en met mezelf”. Zijn conclusie na maanden voorarrest: ik ga mijn dochter nooit meer zien, ik heb het zelf verpest, ik wil niet meer samenwonen maar alleen zijn, mijn eigen ding doen.
De advocaat van V. benadrukt de „gecompliceerde” scheiding waarin het slachtoffer een manipulatieve rol zou hebben gespeeld, jeugdbescherming partijdig tégen de vader handelde en er een patroon van tendentieuze aangiftes was. Hij presenteert app-berichten waardoor het „voorstelbaar” is dat V. in de scheiding onrechtvaardig is behandeld. Ook waren er perioden van toenadering, waarin hij haar hulp bood. De moordaanslag zou niet „gender-gerelateerd” zijn of als „femicide” geduid moeten worden. Het kwam eerder voort uit wanhoop zijn dochter „nooit meer” te zullen zien. Deskundigen zien geen stoornis, zegt de advocaat. „Als u dat op eigen houtje toch vaststelt is dat volstrekte willekeur.”
V. leest tot slot een brief voor „die ik al een jaar in m’n zak heb”. Hij zegt zich elke dag schuldig te voelen. Dat hij te ver ging kwam omdat hij zich „niet gesteund voelde door Jeugdbescherming’. […] Nu gaat papa jou misschien nooit meer zien. Maar je bent altijd welkom. En ik accepteer het ook als dat nooit is. Ik hoop dat er rust en herstel komt”.
Het oordeel
De rechtbank veroordeelt V. tot twaalf jaar cel, maar niet tot de „gedragsbeïnvloedende maatregel” omdat het OM naliet het vereiste recente reclasseringsrapport in te dienen. Dat heeft de rechtbank nodig om het risico op recidive te kunnen inschatten. V. moet zijn ex-partner een schadevergoeding betalen, die de rechtbank berekent op 65.698,02 euro. En zijn dochter 10.000 euro, voor geleden schokschade.
V. krijgt geen tbs omdat de rechtbank mét de deskundigen van oordeel is dat hij geen stoornis heeft, maar volledig toerekeningsvatbaar kan worden gehouden. Ernstige strafbare feiten plegen waaronder poging tot moord „is onvoldoende om een stoornis te kunnen vaststellen.” De rechtbank vindt wel dat V. „kwetsbaarheden” laat zien die verband houden met een ‘narcistische dynamiek’.
Maar dat is ook niet voldoende. De rechtbank onderschrijft de zwaktes in zijn persoon en karakter, maar dat „haalt niet het niveau van persoonlijkheidspathologie”. Dat het onderzoek drie jaar duurde is geen aanleiding voor strafkorting. De wettelijk vereiste „redelijke termijn” is niet overschreden omdat de lange duur door zijn eigen weigerachtige proceshouding werd veroorzaakt.
