Is kunstmatige intelligentie wel zo intelligent? Deze boeken helpen je AI beter te begrijpen

Recensie Boeken

AI-boeken Wat moet je lezen om kunstmatige intelligentie beter te begrijpen? NRC selecteerde zeven nieuwe boeken en nog steeds actuele klassiekers.

Beeld Getty Images
Beeld Getty Images

Is kunstmatige intelligentie de laatste uitvinding die de mens ooit gaat doen? Of is AI eigenlijk helemaal niet zo slim als we nu misschien denken?

Sinds ChatGPT ruim een jaar geleden werd gelanceerd, komen er continu nieuwe boeken uit over AI. Van AI-doomers, die in de technologie een existentieel risico zien, tot AI-accelerationists die de ontwikkeling niet snel genoeg vinden gaan. Allemaal doen ze een poging ons te helpen om AI beter te begrijpen.

NRC maakte een selectie van de beste boeken. Wat zijn de nieuwkomers die een plek in de boekenkast verdienen? En welke klassiekers zijn nog altijd de moeite van het lezen waard?

1 James Bridle – Manieren van zijn: Voorbij de menselijke intelligentie


Kunstenaar en technologiecriticus James Bridle beschrijft in deze wervelwind van een boek hoe de opkomst van kunstmatige intelligentie dwingt tot een andere blik op wat intelligentie ís. Is het alleen iets wat zich afspeelt in een (menselijk) brein? Of is het allang overal om ons heen? Als een computer slim kan zijn, waarom zien we planten en dieren dan doorgaans niet als ‘slim’? En: hoe stuurt de maatschappelijke opvatting van wat intelligentie is hoe we met computers omgaan?

Van gibbons tot bomen tot slijmzwammen: de natuur zit bomvol intelligentie die lang onopgemerkt bleef. Bridle geeft een sterk argument voor een nieuwe blik op de wereld om ons heen. We moeten ons volgens hem niet meer afvragen: lijk je op mij? Maar: hoe is het om jou te zijn? Misschien ook wel als het om computers gaat. (WvN)

Vert. door Robert Neugarten, 2023. Volt, 424 blz. € 29,99

2 Mustafa Suleyman – The Coming Wave: Technology, Power, and the 21st Century’s Greatest Dilemma


Het duurt niet lang meer of we kunnen AI de opdracht geven: „Verdien een miljoen euro via Amazon in een maand tijd.” En dat het dan ook nog lukt.

Kunstmatige intelligentie verbetert zichzelf zo snel dat ze arbeidsverhoudingen, de aard van werk en maatschappelijke ongelijkheid razendsnel op hun kop zal zetten. Mustafa Suleyman, een van de oprichters van AI-gigant DeepMind, zet in dit boek uiteen wat de enorme beloftes én risico’s zijn van deze technologie.

Wie AI goed weet te benutten, kan een ongelooflijke turbo zetten op zijn eigen vaardigheden, maar maatschappelijke instituties, de politiek en mensen zelf zijn niet goed voorbereid op de „tsunami van verandering” die op ons afkomt, volgens Suleyman. (WvN)

2023. Crown Publishing Group, 352 blz. € 27,99

3 Bennie Mols – Slim, slimmer, slimst: hoe kunstmatige intelligentie de mens een turboboost geeft


In een wereld waar de discussie over kunstmatige intelligentie vaak verzandt in tegenstrijdige meningen en doemscenario’s, biedt Bennie Mols in zijn boek Slim, slimmer, slimst een verfrissende kijk op de relatie tussen mens en machine. Als ervaren wetenschapsjournalist heeft Mols een doel voor ogen: de veelbelovende mogelijkheden van samenwerking tussen mens en AI onder de loep nemen en nuchter analyseren.

Mols neemt de lezer mee door verschillende thema’s die verband houden met AI, waarbij hij zowel enthousiast is over succesvolle voorbeelden als kritisch kijkt naar de tekortkomingen. Zijn enthousiasme gaat gepaard met een realistische kijk op de aard van kunstmatige intelligentie: machines die op een specifieke manier slim zijn, maar desondanks machines blijven. De fijne schrijfstijl en het compacte formaat maken dit boek toegankelijk voor iedereen die interesse heeft in een positiever begrip van de samenwerking tussen mens en AI. (JdW)

2023. Veen Media, 100 blz. € 12,99

4 Nick Bostrom – Superintelligence: Paths, Dangers, Strategies


Deze klassieker van Oxford-filosoof Nick Bostrom verkent de existentiële risico’s van kunstmatige intelligentie. Als de mensheid iets maakt wat slimmer is dan zichzelf, wat is dan de kans dat die uitvinding zich tegen de makers keert? Een confronterende gedachteoefening van Bostrom in het boek is de paperclip maximizer. Wat als een zeer geavanceerd en superintelligent AI-model de opdracht krijgt: maak zoveel mogelijk paperclips? Volgens Bostrom is het niet gezegd dat een computer de morele kaders heeft om te voorkomen dat hij de opdracht letterlijk uitvoert, dus écht zoveel mogelijk paperclips gaat maken, ten koste van álles.

Dat kan ertoe leiden dat de computer robots aan het werk zet om eindeloos grondstoffen te winnen, om alle materie om te zetten in paperclips, zoveel mogelijk, totdat er uiteindelijk alleen maar paperclips op de aarde over zijn. Iets om rekening mee te houden als we AI op de samenleving loslaten, volgens Bostrom. Het boek is uit 2014, dus ruim vóór de generatieve-AI-revolutie, maar niet minder actueel geworden. (WvN)

2014. Oxford University Press, 328 blz. € 13,99

5 Kashmir Hill – Je gezicht is nu van ons


Dit onthullende en goed geschreven boek van New York Times-journalist Kashmir Hill over de opkomst van het Amerikaanse techbedrijf Clearview AI toont de gevaren van gezichtsherkenning. Het bedrijf van topman en oprichter Hoan Ton-That bouwde software die, met behulp van een database met tientallen miljarden foto’s van gezichten, vrijwel elke westerse burger kan identificeren.

Een goudmijn voor opsporingsinstanties, zo blijkt, die er ook gretig gebruik van maken. Zelfs de Nederlandse politie zet de software van Clearview AI in om criminelen te identificeren op camerabeelden. Ton-That bouwt zijn database door, zonder toestemming, websites met foto’s op het internet leeg te schrapen.

Het boek legt mooi de dilemma’s bloot die gepaard gaan met gezichtsherkenning. Zo helpt Clearview AI kindermisbruikers te identificeren en worden moordzaken ermee opgelost. Tegelijkertijd zit een jonge, zwarte man onterecht vast nadat hij door Clearview AI als dader is geïdentificeerd. Gezichtsherkenning-technologie is notoir slecht in het herkennen van gezichten met een donkere huidskleur. En ook de politie is er niet per se bij gebaat, zo blijkt. Agenten worden van straat gehaald en achter een bureau gezet om camerabeelden te identificeren. (SB)

Vert. door Jan Willem Reitsma, Koen Boelens, 2023. POM.press, 344 blz. € 23,50

6 George Dyson – Analogia: The Entangled Destinies of Nature, Human Beings and Machines


Technologiehistoricus George Dyson graaft diep in de geschiedenis van computers en technologie om te onderzoeken hoe de toekomst van AI eruitziet. Zal die techniek inderdaad mensen overbodig maken, wordt kunstmatige intelligentie uiteindelijk beter dan natuurlijke intelligentie? Dyson komt tot de conclusie: nee, dat is onmogelijk. Omdat AI in de kern digitaal is, uit enen en nullen bestaat, zal die de analoge wereld nóóit helemaal kunnen vervangen.

De analoge, natuurlijke wereld is eindeloos complex, verbonden, onvoorspelbaar – allesbehalve digitaal. Daarom kan digitale techniek nooit de plek van de analoge wereld innemen. Sterker: omdat AI die belofte niet waar kan maken, zal de toekomst juist analoog zijn in plaats van digitaal. Dyson voorspelt een maatschappelijke revolte tegen de techniek, en een herwaardering van het analoge, de natuur, het persoonlijke. Geen lichte kost dit boek, maar van een zeldzame originaliteit en diepgang. (WvN)

2020. Penguin Books, 304 blz. € 14,95

7 Stuart Russell – Human Compatible: AI and the Problem of Control


In deze AI-klassieker legt de Britse hoogleraar informatica Stuart Russell uit waarom kunstmatige intelligentie misschien wel de laatste uitvinding is die de mens ooit zal doen. Superintelligentie zou, volgens Russell, de „grootste gebeurtenis” in de geschiedenis van de mensheid zijn, iets wat eeuwigdurende welvaart kan opleveren. En tegelijkertijd ons einde kan betekenen.

Het probleem: hoe houden we superintelligentie onder controle als die slimmer wordt dan wij? Russell verwacht geen Terminator-achtige scenario’s, waarbij machines ons willen vernietigen. Hij vreest dat mensen AI de verkeerde doelen meegeven, waardoor wij uiteindelijk de controle verliezen over onze eigen systemen.

De oplossing ligt, volgens Russell, niet bij bedrijven die de technologie ontwikkelen, maar bij de overheid die de regels hiervoor opstelt. De mantra van AI-bedrijven – hoe intelligenter een machine, hoe beter – keurt hij af.

In zijn boek legt Russell op toegankelijke – en humoristische – wijze uit hoe mens en machine op een duurzame manier kunnen samenleven. En hoe machines, mits juist geprogrammeerd, ons misschien wel kunnen helpen. Om meer tijd te hebben voor waar mensen uiteindelijk op aarde zijn: contact met andere mensen. (SB)

2019. Penguin Books, 352 blz. € 13,50

Lees ook: Wat zijn de risico’s van AI? En wat kun je ermee? NRC praat je bij over kunstmatige intelligentie