Is dit het einde van het conflict tussen Rwanda en Congo? En drie andere vragen.

Het is het oude recept. Al te vaak had Congolese mensenrechtenactivist Jonas Tshombela dezelfde diplomatieke dans aanschouwd: plechtige handtekeningen, ferme handdrukken, glimmende persbeelden, en dan… stilte. „Het bloedvergieten (…) zal niet worden uitgewist door een diplomatieke handtekening”, vatte hij het samen in weekblad The East African.

Op het ministerie van Buitenlandse Zaken in Washington werd vrijdag desondanks toch weer geschiedenis geschreven: Rwanda en Congo ondertekenden onder toeziend oog van de Amerikaanse buitenlandminister Marco Rubio een langverwacht vredesakkoord als oplossing voor de slepende oorlog in Oost-Congo. De beloftes zijn niet min: een staakt-het-vuren, terugtrekking van buitenlandse militairen, ontmanteling van gewapende groepen en veilige terugkeer van vluchtelingen.

Daarnaast stelt de regering-Trump Amerikaanse investeringen in infrastructuur en mijnbouw in het vooruitzicht. Maar gaat dit akkoord over vrede brengen of over stabiliteit voor de grondstoffenmarkt?

Wat begon als een lokale opstand is inmiddels uitgegroeid tot een slepende oorlog waarbij grondstoffen, grenspolitiek en geo-politieke belangen samenvloeien in Oost-Congo, waar M23, een Tutsi-geleide militie, onderdeel is van Rwanda’s proxy-oorlog. De groep, gesteund door zo’n 7.000 Rwandese militairen nam de afgelopen maanden grote delen van de Oost-Congolese provincies Noord- en Zuid-Kivu in. M23-milities joegen zeker 2,5 miljoen mensen op de vlucht en pleegden ernstige mensenrechtenschendingen: van executies en verkrachtingen tot doelgerichte aanvallen op burgers.

Vier vragen over een conflict waarbij alleen dit jaar al meer dan 7.000 mensen zijn omgekomen.

1Betekent dit akkoord het einde van het conflict?

Beide landen beloven elkaars territoriale soevereiniteit te erkennen. Dat lijkt een logische diplomatieke stap, maar wie naar het terrein kijkt, ziet een andere realiteit. Middels rebellengroep M23, die zelf geen rol speelde bij de totstandkoming van het vredesakkoord, is Rwanda de facto militair aanwezig in Oost-Congo terwijl Congo op zijn beurt geen enkele voet heeft op Rwandees grondgebied. Door de asymmetrie te verhullen onder het mom van wederzijds respect, wordt de kern van het conflict gebagatelliseerd, zegt Henry-Pacifique Mayala, onderzoeker bij onderzoeksinstituut Ebuteli. „Dat misleidende evenwicht suggereert dat beide partijen gelijke verantwoordelijkheid dragen, terwijl de machtsverhoudingen en militaire realiteit volledig uit balans zijn.”

Het „political commitment” dat Kigali en Kinshasa beloven, is bovendien nergens juridisch bindend. Er zijn geen dreigende sancties, geen garanties, geen onafhankelijk toezicht, geen tijdslijnen. Daarmee blijft de uitvoering afhankelijk van goede wil, niet van afdwingbare verplichtingen. Volgens Angela Muvumba-Sellström, hoofdonderzoeker bij het Nordic Africa Institute, houdt de tekst weinig rekening met de werkelijkheid ter plaatse, waar de door Rwanda gesteunde militie M23 een echte bezettingsmacht is geworden met parallelle besturen. „De tekst vermijdt pijnlijke kwesties, terwijl het wordt gepresenteerd als een geweldige oplossing. Wie controleert de naleving? Wie ziet precies toe op de Rwandese militaire aanwezigheid? Wat als M23 zich niet ontwapent?”

Niet alleen mist Muvumba-Sellström een humanitaire stempel in het akkoord, ze ziet vooral een bevriezing van het conflict. „Vredesprocessen verlopen vaak stap voor stap, maar ik had graag enige vorm van tijdlijn gezien. Rwanda zal misschien beloven M23 niet meer te steunen. Maar geloof je dat echt? Terwijl de Amerikaanse en Europese sancties verdwijnen. De internationale gemeenschap heeft Rwanda nooit echt losgelaten.”

Zonder dieperliggende oorzaken aan te pakken, dreigt het akkoord de zoveelste diplomatieke ‘reset’ te worden zonder langdurige vrede, vreest Mayala. „Ja, deze crisis heeft een regionale dimensie, maar het onvermogen van de Congolese staat, corruptie, de sociaal-economische achterstelling: dat zijn de fundamenten van dit conflict. Waarom heeft M23 überhaupt zo ver kunnen doordringen? Die instabiliteit blijft een belangrijke voedingsbodem voor de oorlog. Juist op die bestaande chaos heeft Rwanda altijd gretig ingespeeld.”

2Welke ruimte biedt dit akkoord voor structurele gerechtigheid voor de Congolese bevolking?

Wat niet benoemd wordt, zegt misschien wel het meest. In meerdere overtuigende rapporten wordt M23 in verband gebracht met mensenrechtenschendingen, waaronder executies en verkrachtingen. Toch blijft gerechtigheid voor oorlogsmisdaden uit het verleden in het akkoord onbenoemd. Volgens Muvumba-Sellström blijft die schuldvraag buiten beeld omdat economische belangen het uitgangspunt waren in het vredesproces.

Wie gerechtigheid structureel op de lange baan schuift, krijg nooit duurzame vrede

Angela Muvumba-Sellström
hoofdonderzoeker Nordic Africa Institute

Ze noemt het een gemiste kans om het maatschappelijk middenveld en gemarginaliseerde stemmen niet te betrekken. „Waar zijn de religieuze groeperingen, lokale gemeenschappen of andere belangengroepen, de niet-gewapende partijen, die door het conflict geraakt worden. Dit is écht een top-down vredesproces. En wie gerechtigheid structureel op de lange baan schuift, krijgt nooit duurzame vrede.”

Wat dit akkoord vooral laat zien, vindt Mayala, is dat het Westen vrede in Congo blijft benaderen als een beheersvraag en niet als een rechtvaardigheidsvraag. De tekst mist volgens hem historisch besef. „Een conflict dat structureel draait om ongelijkheid, identiteit, grondstoffen en macht, wordt gereduceerd tot een probleem van veiligheid en investeringen. Decennialange straffeloosheid, daar moeten consequenties aan verbonden zijn. Zonder erkenning van het verleden wordt geweld genormaliseerd. Dat is gevaarlijk.”

3Hoe verhouden Amerikaanse economische belangen zich tot hun rol als vredesbemiddelaar?

De sleutel tot dit akkoord lag niet in Kinshasa of Kigali, maar in Washington. De VS namen nadrukkelijk het voortouw. Waarom? Het antwoord is strategisch én economisch. Volgens De Amerikaanse Afrika-gezant Massad Boulos verhindert het aanhoudende conflict Congo om „het volledige potentieel van haar bevolking en natuurlijke rijkdommen te benutten”.

Washington wil vooral China aftroeven in de race naar kritieke mineralen, essentieel voor de energietransitie. In ruil voor ‘stabiliteit’ beloven de VS investeringen: wegen, mijnbouw en mineralenketens. De opportunistische vorm van diplomatie van de regering-Trump is bekend, zegt Mayala. „Het draait om de uitbreiding van economische belangen. Voor Washington is nog veel onbenut potentieel in Oost-Congo. De oorlog begon ook Amerikaanse belangen te raken. Bij de M23-inname van de AlphaMine in Walikale [een mijn met aanzienlijke Amerikaanse privékapitaalbelangen], in maart moesten de operaties worden opgeschort.”

Waarom Congo altijd een geopolitieke speelbal is geweest van buitenlandse mogendheden

In Oost-Congo vormen grondstoffen de brandstof van gewapende conflicten: milities zoals M23 beheersen mijnen en smokkelen mineralen naar buitenlandse markten, zoals Rwanda. Om zich in te dekken beroepen internationale bedrijven zich vervolgens op nauwelijks controleerbare „conflictvrije” labels. „Uiteindelijk moest hiervoor een vorm van regulering komen”, zegt Muvumba-Sellström. „Zodat anderen ook toegang krijgen tot de rijkdom zonder om de drie jaar oorlog te voeren. Maar of dit de oplossing was? Je hoeft alleen het Amerikaanse track record erbij te halen: Irak, Afghanistan of zelfs Libië. Hun inmenging heeft zelden duurzame vrede gebracht.”

Leden van de M23-rebellengroep in Goma, in het oosten van Congo.

4Wat zegt de afwezigheid van M23 aan de onderhandelingstafel over de legitimiteit van het akkoord?

Terwijl in Washington werd getekend, loopt in Doha een parallel vredesproces – mét de M23 – onder Qatarese bemiddeling. Die onderhandelingen met de Congolese regering blijven slepen, met M23 die het hard speelt en met haar sterke politieke ambities aanstuurt op een permanente bezetting.

Hun afwezigheid bij het Amerikaanse proces roept vragen op over de uitvoerbaarheid van het akkoord, zeker zolang hun relatie met Rwanda onduidelijk blijft. Vooral bij de overeengekomen „voorwaardelijke integratie” van M23 in het Congolese leger, kunnen grote vraagtekens worden geplaatst. Een oplossing die vaker is geprobeerd, maar steeds is mislukt. „Ze zijn niet zomaar van plan zich terug te trekken”, zegt Muvumba-Sellström. „Ze mikken op macht, autonomie, bezetting om de regering in Kinshasa uit te dagen. Krijgen ze daar geen ruimte voor, dan hebben zij een probleem, ook met Kigali.”

Dat M23 en Rwanda officieel als afzonderlijke entiteiten opereren, blijft volgens Mayala een riskante dynamiek. „Het daadwerkelijk stopzetten van militaire steun zou M23 ernstig verzwakken en het machtsevenwicht in Oost-Congo kantelen. Maar zolang Rwanda zijn steun aan M23 niet erkent en de rebellen buiten het akkoord blijven, blijft het proces broos. Terwijl Kigali akkoorden tekent, trok M23 zich in het verleden geregeld terug uit wapenstilstanden, met als reden dat ze niet aan tafel zaten.”