Is de Iraanse zedenpolitie in stilte opgeheven?


Protesten In Iran is verwarring gerezen over de vraag of de door velen gehate zedenpolitie, die toeziet op de naleving van de strenge kledingvoorschriften voor vrouwen, in stilte is opgeheven.

Twee vrouwen steken over in Teheran op 9 november. Sinds 1979 hebben de religieuze leiders altijd vastgehouden aan het dragen van de hijab, al was het toezicht daarop niet steeds even streng.
Twee vrouwen steken over in Teheran op 9 november. Sinds 1979 hebben de religieuze leiders altijd vastgehouden aan het dragen van de hijab, al was het toezicht daarop niet steeds even streng.

Foto Abedin Taherkenareh/EPA

In Iran is verwarring gerezen over de vraag of de door velen gehate zedenpolitie, die toeziet op de naleving van de strenge kledingvoorschriften voor vrouwen, in stilte is opgeheven. Evenmin is duidelijk of dit het einde zou betekenen van de verplichting een hoofddoek te dragen. Sinds de Islamitische Revolutie van 1979 geldt de hijab als een onaantastbaar symbool van het regime.

De Iraanse procureur-generaal Mohammad Jafar Montazeri verklaarde zaterdag op een religieuze conferentie in de stad Qom desgevraagd dat de zedenpolitie, de Gasht-e-Ershad, „is opgeheven”. Regeringswoordvoerders wilden dit bericht naderhand echter niet bevestigen.

Wel onderstreepten sommige staatsmedia dat Montazeri helemaal niet gaat over de zedenpolitie. Eerder had Montazeri ook het parlement ingelicht dat de wet die vrouwen de hoofddoek, de hijab, voorschrijft zou worden herzien. Bijzonderheden gaf hij niet. Andere functionarissen verklaarden de afgelopen dagen dat er niet getornd zal worden aan de kledingvoorschriften.

‘Misleiding’

Van een meer coulante opstelling van de kant van de autoriteiten viel in elk geval ook in de praktijk nog weinig te bespeuren. Een amusementscentrum werd zondag op last van de politie gesloten omdat vrouwen bij de receptie geen hoofddoek droegen. De Revolutionaire Garde, vanouds een steunpilaar van het regime, dreigde maandag dat de veiligheidstroepen meedogenloos zouden optreden tegen „relschoppers, boeven en terroristen”.

Die waarschuwing was vooral bedoeld voor deelnemers aan de protesten, die zich al sinds half september in grote delen van Iran voordoen. Maar de demonstranten toonden zich niet onder de indruk van de berichten over de opheffing van de zedenpolitie. Ze vermoedden dat het slechts om een poging van het regime gaat om de bevolking te misleiden in de hoop dat de betogers hun demonstraties staken.

Iraanse vrouw in een politiewagen. Ze werd gearresteerd vanwege „ongepaste” kleding in 2007 tijdens een periode van verscherpt toezicht op de kledingvoorschriften.
Foto Behrouz Mehri/AFP

Om duidelijk te maken dat ze niet van plan zijn om op te geven, riepen de tegenstanders van het regime voor deze week een driedaagse staking uit, van maandag tot en met woensdag. In veel Iraanse steden, met name in het Koerdische noordwesten, bleven deze maandag winkels daarom inderdaad dicht.

In het verleden zijn stakingen soms een effectief wapen gebleken, met name in de nadagen van het bewind van de sjah, in de jaren 70, toen stakingen in de oliesector de toenmalige regering in grote verlegenheid brachten. Maar waarnemers stellen dat dit onder de huidige omstandigheden minder valt te verwachten, omdat veel Iraniërs financieel mede door jarenlange sancties van het buitenland al in nood verkeren. Daardoor kunnen ze zich inkomensverlies als gevolg van stakingen niet permitteren.

Er circuleren berichten dat de regering de zedenpolitie van de straat haalde om het vuur van de betogers niet nog meer aan te wakkeren

De huidige onrust in Iran brak half september juist door toedoen van de zedenpolitie uit. Agenten pakten een jonge Koerdische vrouw, Mahsa Amini, in Teheran op omdat ze haar hoofddoek niet conform de voorschriften zou hebben gedragen. Nadat ze in hechtenis was genomen overleed ze, vermoedelijk door harde klappen op haar hoofd. Na haar begrafenis begonnen protestdemonstraties, die zich al snel over het hele land verspreidden.

Sindsdien is er van de zedenpolitie echter weinig meer vernomen. Er circuleerden zelfs berichten dat de regering haar expres van de straat had gehaald om het vuur van de betogers niet nog meer aan te wakkeren. Sinds het uitbreken van protesten lopen vooral in Teheran maar ook in andere steden veel vrouwen zonder hoofddoek. Meestal werd daartegen ook niet opgetreden.


Lees ook: Het WK in Qatar is een nieuw strijdperk tussen de Iraanse protestbeweging en het regime

Dat gold niet voor de talrijke demonstraties her en der in het land. Daar werden betogers dikwijls met traangas en vaak ook met kogels bestookt. De hardhandige onderdrukking van de protesten werd goeddeels overgelaten aan de Basij, een militie, aan de reguliere politie en – bij de hevigste onlusten – aan de Revolutionaire Garde.

Interne verdeeldheid

Sinds 1979 hebben de religieuze leiders altijd vastgehouden aan het dragen van de hijab, al was het toezicht daarop niet steeds even streng. Wanneer de autoriteiten de teugels lieten vieren, leidde dat er doorgaans al snel toe dat vrouwen hun hoofd meer ontblootten. De huidige Gasht-e-Ershad dateert van 2006. De agenten waren herkenbaar aan hun groene auto’s met witte strepen. Groepjes inspecteurs, bestaande uit mannen en in zwarte chaders gehulde vrouwen, patrouilleerden dikwijls in de buurt van plaatsen die veel jongeren trokken.

Nog niets erop wijst dat de Iraanse leiders vrouwen en meisjes beter behandelen of het geweld tegen vreedzame burgers staken

Amerikaans ministerie Buitenlandse Zaken

Hoe de tegenstrijdige signalen van de regering moeten worden geduid is niet duidelijk. Die zouden ook op interne verdeeldheid kunnen duiden bij de machthebbers. Een deel van hen zou volgens onbevestigde berichten graag harder optreden dan de laatste weken is gebeurd, terwijl een andere factie juist meer geneigd is tot concessies om de mensen zo van straat te krijgen.

Ook in het buitenland is sceptisch gereageerd op de berichten over de opheffing van de zedenpolitie. Washington liet maandag weten dat „niets erop wijst dat de Iraanse leiders vrouwen en meisjes beter behandelen of het geweld staken dat ze tegen vreedzame betogers aanwenden”, aldus een woordvoerder van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken maandag. Een zegsman van het Duitse ministerie van Buitenlandse Zaken zei eveneens dat het bericht „niets verandert”.