Is AI de kunstenaar van de toekomst?

Artificiële intelligentie Met artificiële intelligentie bleek het mogelijk een niet van echt te onderscheiden nieuw nummer van Drake en The Weeknd te maken. AI rommelt aan de fundamenten van wat kunst is. Moet onze perceptie van creativiteit veranderen?

The Weeknd (links) en Drake tijdens optredens in de Ziggo Dome in Amsterdam.
The Weeknd (links) en Drake tijdens optredens in de Ziggo Dome in Amsterdam. Foto’s ANP / bewerking NRC

Of ik het gehoord heb? En of ik het geloof? Op een ochtend in april sturen drie verschillende vrienden me min of meer dezelfde vragen. De eerste voegt er een YouTube-linkje aan toe. De tweede laat die moeite al achterwege, misschien rekent hij erop dat ik inmiddels toch wel weet waar het over gaat. De aanleiding van de berichten is een nieuw nummer van rapper Drake en zanger The Weeknd, ‘Heart on my sleeve’ geheten, maar de aanleiding is in zekere zin arbitrair: het had net zo goed een ander nummer kunnen zijn, van andere artiesten. Het gaat erom dat deze artiesten niks met dit werk te maken hadden. Dat kunstmatige intelligentie de basis vormde van dit opzwepende nummer.

De ‘samenwerking’ belandde medio april online via een anonieme TikTok-gebruiker geheten Ghostwriter977, die de bijbehorende muziek en tekst wel zelf schijnt te hebben gemaakt. Zijn stem had hij – met kunstmatige intelligentie dus – laten vervormen tot de stemmen van Drake en The Weeknd, en daarmee trok zijn werk miljoenen luisteraars op Spotify, Twitter, Apple Music – tot de muziek van al die kanalen verwijderd werd. Toch was er, ook toen het nummer niet meer makkelijk te vinden was, iets rigoureus veranderd: er was gerommeld aan de fundamenten van wat kunst is en in de toekomst zal zijn.

De imitatie klonk levensecht. Via kunstmatige intelligentie waren patronen gezocht in de stemmen van Drake en The Weeknd, en ‘Heart on my sleeve’ vloeide daaruit voort: op hun typische manier gerapt en gezongen, elk detail klopte, Drakes nasale stem, zijn stopwoordjes, zijn pauzes en versnellingen, van begin tot eind was dit geloofwaardig. Een gewoon Drake-nummer. Als compliment klinkt dat gek, maar hier was het wel degelijk een troef.

Zoals elke hartstochtelijke muziekluisteraar ken ik genoeg artiesten die elkaar subtiel of minder subtiel nadoen. Maar dit was anders: de laatste tijd duiken er talloze overtuigende covers op: Kurt Cobain die ‘Let it be’ zingt, een nieuw nummer van Jay-Z. De werkelijkheid wordt niet meer geïmiteerd, maar gevormd – allemaal op vervreemdend menselijke wijze, zonder dat er nog een mens aan te pas kwam.

Verwijderen terecht?

Dit roept intrigerende nieuwe vragen op, die nog lang niet allemaal goed te beantwoorden zijn. Moeten we onze perceptie van wat creativiteit inhoudt hierdoor veranderen? Aan wie behoort een stem, dus de hoorbare klank die iemand voortbrengt, eigenlijk toe? Kun je copyright bezitten over andermans creatie die jouw stem imiteert? En: valt het te rechtvaardigen dat die kunstmatige samenwerking van Drake en The Weeknd overal werd verwijderd, zoals de afgelopen maanden gebeurde, net als andere, minder verfijnde AI-muziek?

Advocaten hebben er al op gewezen dat er juridisch gezien eigenlijk geen grond is om ‘Heart on my sleeve’ te verwijderen, zolang het niet onder de naam van de artiesten wordt uitgebracht. Tot nu toe houden labels het er steeds op dat het merk van hun artiest wordt aangetast door die kunstmatige creaties – maar de vraag is of dat wel een houdbare claim is als het gaat om werken die los van die artiest tot stand zijn gekomen. Immers: mensen mogen elkaar imiteren, mits ze niets direct plagiëren, dus kun je vrij eenvoudig beargumenteren dat ook kunstmatige intelligentie vocalen en stijlen mag nabootsen. Zo’n nieuw, volledig door bots gecreëerd nummer maakt concreet gezien geen inbreuk op iets wat wettelijk is beschermd.

Een van de lastige aspecten aan het vormen van regels op grond van kunstmatige intelligentie is dat veel zich in zo’n intimiderend hoog tempo voltrekt. Afspraken kunnen wanneer ze worden opgesteld alweer achterhaald zijn, voorspellingen reeds gedateerd. Dit weekend vergeleek de roemruchte zakenman Warren Buffett de ontwikkeling van kunstmatige intelligentie met de ontwikkeling van de atoombom. Enkele dagen daarvoor vertrok AI-pionier Geoffrey Hinton bij Google om vrijuit over zijn zorgen te kunnen praten. Niemand heeft nog grip op de situatie. Bots die worden aangedreven door kunstmatige intelligentie kunnen zichzelf inmiddels allang verbeteren en aanscherpen, dus welbeschouwd kan niemand nog inschatten wat voor werk ze straks gaan maken. Worden artiesten overbodig? Krijgen we geschiedvervalsing als er straks AI-nummers van Bob Dylan opduiken die racistisch blijken?

‘Heart on my sleeve’ vond ik overigens verrassend aanstekelijk, een van de beste Drake-nummers in tijden

Uiteraard zijn er ook de onvermijdelijke relativeringen. De ooit grensverleggende Britse band Massive Attack liet via officiële kanalen weten dat veel hedendaagse muziek zo formulematig is dat ze makkelijk te kopiëren valt – een nogal kortzichtige, wel erg ouwelijke opvatting. Nick Cave had een boeiender reactie, toen hij begin 2023 een AI-tekst van een typisch Nick Cave-nummer kreeg voorgeschoteld: „Writing a good song is not mimicry, or replication, or pastiche, it is the opposite. It is an act of self-murder.”

Caves antwoord werd veel gedeeld, zeker muzikanten en schrijvers citeerden hem gretig, even leek men gerustgesteld: pfoe, ja, gelukkig, dit klonk mooi, ferm ook. En inderdaad, Cave zei iets zinnigs, al was het maar omdat die computer-gegenereerde Cave-tekst van de ene groteske platitude naar de andere schmierde (‘I’ve got the blood of angels, on my hands / I’ve got the fire of hell, in my eyes’). Anderzijds kun je erover twisten of Cave zelf nou de beste pleitbezorger is voor het unieke bestaansrecht van zijn werk. Welbeschouwd verschilt zijn houding niet van de slager die roept dat vlees essentieel is en nóóit zal en kan verdwijnen.

Een belangrijker punt is dit: Caves wat theatrale repliek had ook zo aan het einde van de 18de eeuw geformuleerd kunnen zijn, toen het idee van de individuele, als het even kon geniale kunstenaar steeds breder werd uitgedragen. Terwijl hij reageerde op ontwikkelingen die destijds in geen enkel opzicht denkbaar waren. Cave sprak over iets wat zich onttrekt aan alle regels van hoe kunst de afgelopen eeuwen werd gemaakt.

De romantiek is voorbij, maar veel romantisch gedachtegoed blijkt steeds weer verrassend levend. Het beeld van de scheppende, ploeterende eenling spreekt nog steeds sterk tot de verbeelding en resoneert ook in copyright-wetten: de kunstenaar verdient bescherming, plagiaat is strafbaar. Op zichzelf leveren die regels al genoeg troebele kwesties op – waar eindigt eerbetoon en begint diefstal? – maar de achterliggende gedachte is hoe dan ook helder: wat iemand bedenkt, hoort aan diegene toe.

Ploeterend mensdom

De vraag die meer en meer opdoemt, is aan wie kunst toebehoort waar niemand concrete inspanning voor heeft geleverd. Hoe gaat onze maatschappij zich verhouden tot alle overtuigende, gelaagde, steeds verfijndere kunst die via bots allemaal nog op ons losgelaten wordt? Dinsdag kwam het nieuws naar buiten dat Spotify tienduizenden nummers heeft verwijderd die met AI waren gemaakt. Diverse grote labels, waaronder Universal, hebben hun zorgen geuit over de ‘explosieve ontwikkeling’ van kunstmatige intelligentie. Spotify zelf heeft aangegeven dat het steeds beter wordt in het herkennen van ‘kunstmatig gedrag’ – maar hoe de streamingdienst dat doet, blijft in het midden.

Mogelijk vraagt de situatie om veel meer disclaimers, of zelfs om wettelijke verandering: dat bij AI-kunst verplicht vermeld wordt dat er kunstmatige intelligentie aan te pas is gekomen. En wellicht verandert gaandeweg het idee van het creatieve genie, wordt dat iets van het verleden – of gaat men het door de opkomst van deze technologie op den duur juist meer waarderen.

Zelf vond ik ‘Heart on my sleeve’ verrassend aanstekelijk, een van de beste Drake-nummers in tijden. Hij klonk scherper en frisser dan op het recente werk dat hij zelf heeft uitgebracht. Dit aspect werd in veel reacties op deze technologie onvermeld gelaten, ook Massive Attack en Cave gingen wel erg makkelijk voorbij aan dat wat kunstmatige intelligentie nu juist zo interessant maakt: de detailgevoeligheid, de snelheid, het onbevattelijke leervermogen. Is het niet ook een prettig vooruitzicht dat er op deze manier straks steeds sneller en steeds overweldigendere kunst zal worden gemaakt?

Op den duur komt vermoedelijk de eerste AI-wereldhit uit, het eerste AI-meesterwerk, wellicht verschijnt er kunstmatig geschreven poëzie die men hoger aanslaat dan wat dichters produceren. Of is dat laatste onwaarschijnlijk? Mijn eigen waardering verdween niet door de wetenschap dat Drake en The Weeknd hier zelf los van stonden. Maar om me heen merkte ik wel dat het nummer vlug wegzakte, zelfs nog voor het offline werd gehaald. Misschien kwam dat deels door de ontstaansgeschiedenis. Want hoe meer er met AI gemaakt wordt, hoe meer muziek losgekoppeld zal worden van de maker en diens verhaal. Misschien schuilt de collectieve bewondering voor zeg, een symfonie van Beethoven of een doordacht Béyonce-album toch deels in een basaal, onvervangbaar besef: dat wij dit in een iets ander leven mogelijk zelf ook hadden kunnen presteren, dat dit niet is gecreëerd door bots die we niet kunnen begrijpen maar door een hunkerend, aarzelend, dromend, ploeterend mens dat daar eindeloos veel moeite in heeft gestoken.