De Iraanse presidentsverkiezingen van deze vrijdag stellen zowel het regime als de bevolking voor een dilemma. Voor het regime is dat: hoeveel verandering laten we toe? Voor veel Iraanse burgers is de vraag eerder: is verandering via de stembus überhaupt mogelijk, of kunnen we de verkiezingen beter boycotten?
Het regime zit met misschien wel de grootste legitimiteitscrisis sinds de stichting van de Islamitische Republiek in 1979. Na de massale anti-regime protesten van bijna twee jaar geleden en een historisch lage opkomst in de parlementsverkiezingen van afgelopen maart (41 procent, volgens overheidscijfers, en mogelijk nog lager), beseft ook de 85-jarige opperste leider Khamenei dat er iets moet veranderen om het voortbestaan van het regime na zijn dood te waarborgen.
Dat de voormalig president Raisi afgelopen maand de dood vond in een helikoptercrash, biedt het regime in die zin „een politieke kans”, aldus Alam Saleh, hoogleraar Iraanse studies aan de Australische Nationale Universiteit. „Het regime wil proberen de kloof met de bevolking, die nog nooit zo groot is geweest, iets te dichten”, zegt hij telefonisch. „Daarom presenteren ze de verkiezingen als een soort referendum over het systeem. Als de opkomst vervolgens boven de 50 procent uitkomt, zal het regime zeggen: zie je wel, we hebben nog wat legitimiteit.”
Lees ook
Hardliner Raisi, die duizenden politieke gevangenen liet executeren, was als president van Iran weinig geliefd
Dit is volgens Saleh precies de reden dat er deze keer iets meer te kiezen valt dan bij de vorige presidentsverkiezingen in 2021. Destijds was de kandidatenlijst zo ontworpen dat Khamenei’s gewenste kandidaat Raisi bij voorbaat zou winnen, maar dit keer staat de uitkomst niet van tevoren vast. Hoewel de Raad van Hoeders van de Grondwet, die de kieslijst samenstelt, traditiegetrouw het gros van de aspirant-kandidaten en alle vrouwen onder hen om dubieuze redenen heeft afgekeurd, stond de Raad naast vijf conservatieven ook één hervormingsgezinde kandidaat toe om een worp te doen naar het presidentschap: Masoud Pezeshkian.
Deze 69-jarige hartchirurg en voormalig gezondheidsminister pleit voor toenadering tot het Westen en werkt nauw samen met voormalig buitenlandminister Javad Zarif, architect van de nucleaire deal uit 2015. Pezeshkian wil de deal, die de VS in 2018 unilateraal opzegde, nieuw leven inblazen om sancties opgeheven te krijgen en zo de economische malaise in Iran te verlichten. Als half-Koerd en half-Azeri doet Pezeshkian het relatief goed bij etnische minderheden, bijna de helft van Irans electoraat. Ook probeert hij zich op te werpen als een verzoener die een handreiking wil doen naar de jonge generatie. „Het probleem van Generatie Z, dat zijn wij”, zei Pezeshkian bij een recente campagnebijeenkomst. „Ze willen verandering, maar wij veranderen steeds niet.”
Voorheen boycotte ik verkiezingen omdat er niets te kiezen viel, maar nu is dat wel het geval
Dat het regime Pezeshkians kandidatuur goedkeurde, biedt kansen die gepakt moeten worden, stelt Abbas Abdi, een prominente hervormingsgezinde activist. „Dat de regering zo actief pleit voor een hoge opkomst betekent dat ze Pezeshkian’s eventuele overwinning zullen accepteren”, zegt hij telefonisch vanuit Teheran. „Dat is een belangrijke verandering. Voorheen boycotte ik verkiezingen omdat er niets te kiezen viel, maar nu is dat wel het geval. Een nieuwe horizon opent zich, en dat komt omdat het systeem zelf zijn beleid bewust heeft aangepast.”
Dat hebben we vaker gehoord, zeggen tal van andere activisten en intellectuelen in Iran die ook deze verkiezingen oproepen tot een boycot. Onder hen zijn onder meer Narges Mohammadi, Nobelprijswinnaar en mensenrechtenactivist die gevangenzit in de beruchte Evin gevangenis, en Sedigheh Vasmaghi, een theologe die tot voor kort vastzat in dezelfde gevangenis, onder meer omdat ze stelde dat de hoofddoekplicht in strijd is met de Koran.
„Hoeveel moeten we nog meemaken?”, zegt Vasmaghi in een interview op een Iraans YouTube-kanaal, waarin ze alle keren afloopt dat ‘hervormers’ op een zijspoor werden gezet door het regime zodra ze buiten de lijntjes tekenden. „Ik heb ook liever Pezeshkian dan één van de vijf anderen als president, maar die voorkeur is niet genoeg om deel te nemen aan een politiek spel dat de hogere gelederen van de regering dient. Waarom zou je dit corrupte systeem legitimeren?”
Massaal boycotten
De veelal jonge Iraniërs die deelnamen aan de zogeheten ‘Vrouw, Leven, Vrijheid’-demonstraties van 2022 zullen de verkiezingen eveneens massaal boycotten, stelt Arash Azizi, een Iraanse historicus die een boek schreef over de protestbeweging. Overigens niet alleen omdat ze de Islamitische Republiek in zijn geheel afwijzen, vertelt hij telefonisch, maar ook omdat Pezeshkian te voorzichtig is en niet overtuigend overkomt op de jongere generatie. „Het helpt niet bepaald dat hij voortdurend zijn loyaliteit aan de opperste leider onderstreept.”
Azizi verwijst onder meer naar een campagnebijeenkomst aan de Universiteit van Teheran, waar Pezeshkian studenten vertelde dat ze Khamenei niet mogen beledigen en zeidat hij „smelt voor de leider.” Gevraagd wat hij als president zou kunnen betekenen voor politieke gevangenen, antwoordde de 69-jarige realistisch, maar weinig inspirerend: „Gevangenen vallen niet onder mijn verantwoordelijkheid, dat is een andere tak van de regering.”
Maar de boycotters weten ook dat als zij niet stemmen, dit ten goede komt aan de conservatieve hardline-kandidaten. De twee koplopers onder hen zijn de voormalige burgemeester van Teheran en parlementsvoorzitter Mohammad Bagher Ghalibaf (62), die als oud-generaal van de Revolutionaire Garde de studentenprotesten van 1999 neersloeg, en Saeed Jalili (58), een conservatieve hardliner die bekend staat als een felle tegenstander van een nieuwe nucleaire deal en toenadering tot het Westen.
Welke kandidaat Khamenei het liefst als president ziet? Dat valt volgens Azizi niet zonder meer te zeggen. Jalili geldt dan wel als Khamenei’s vertrouweling, maar kan als radicale hardliner erg koppig zijn. Ghalibaf is een ervaren technocraat, maar heeft tal van corruptieschandalen aan zijn broek hangen, kwam in opspraak omdat zijn dochter decadent veel shopt in Turkije en staat niet bekend om religieuze zuiverheid. Bovendien is zijn militaire achtergrond en sterke positie binnen de Revolutionaire Garde niet geheel zonder risico’s. „Hij heeft veel weg van een militaire dictator in spe die veel om macht en weinig om ideologie geeft”, zegt Azizi. „Niet bepaald het type naast wie Khamenei rustig kan sterven.”
Er kan best een dynamiek ontstaan waar het regime geen grip op heeft. Khamenei is weliswaar zeer machtig, hij heeft niet iedereen aan een touwtje
Pezeshkian daarentegen is voorzichtig, niet corrupt en heeft geen sterke eigen machtsbasis. „Op zo iemand kan Khamenei gemakkelijker invloed uitoefenen”, zegt Azizi. „Je zou zelfs provocatief kunnen stellen dat Pezeshkian eigenlijk de beste optie voor Khamenei is.”
Maar voor het regime kleven er zeker ook risico’s aan Pezeshkian. „Nu al worden bij zijn campagnebijeenkomsten liedjes gespeeld uit de tijd van de Groene Beweging [massale anti-regime protesten in 2009]”, zegt de Nederlands-Iraanse historicus Peyman Jafari. „Er kan best een dynamiek ontstaan waar het regime geen grip op heeft. Khamenei is weliswaar zeer machtig, hij heeft niet iedereen aan een touwtje.”
‘Onstuimige’ verkiezingen
Ondanks hun strikt gecontroleerde aard verlopen verkiezingen in Iran dan ook niet zoals in landen als Egypte of Syrië, waar een zittend president steevast ergens tussen de 90 en 99 procent van de stemmen claimt en vervolgens weer door kan. „Iran heeft een hybride autoritair systeem, en daarin kunnen verkiezingen best onstuimig zijn”, zegt Mehran Kamrava, Iran-expert aan de Georgetown Universiteit in Qatar. „Het systeem wil dat mensen meedoen en opgewonden raken. Dat creëert een opening in het systeem waarbinnen meer mogelijk is dan normaal.”
Lees ook
Lage opkomst bij verkiezingen ondermijnt draagvlak van het Iraanse islamitische regime
Bij een relatief hoge opkomst – bijvoorbeeld richting de 60 procent – achten zowel Kamrava als Jafari de kans reëel dat Pezeshkian wint. Dat geldt volgens hen des te meer als deze vrijdag geen van de kandidaten een absolute meerderheid behaalt en Pezeshkian door kan naar een tweede ronde tegen één tegenstander. Dat veroorzaakt polarisering, wat momentum kan genereren.
Maar wie er ook wint, de invloed van Irans president blijft beperkt ten aanzien van Khamenei, de Revolutionaire Garde en de rest van het staatsapparaat, benadrukt Jafari. Over Irans buitenlands beleid bijvoorbeeld heeft de president weinig te zeggen. „En ook de vraag wie Khamenei zal opvolgen, moet je los zien van deze verkiezingen”, zegt de academicus. „Geen van de kandidaten is gekwalificeerd voor de rol van opperste leider [die een geestelijke moet zijn] en de opvolgingskwestie wordt waarschijnlijk buiten de president om besloten.”
Die relatieve machteloosheid van het hoogste verkiesbare ambt in Iran is volgens theologe Vasmaghi een zoveelste reden om vrijdag gewoon thuis te blijven. „Waar lijden Iraniërs nu echt onder?”, vraagt ze. „Van een buitenlands beleid vol spanningen, […] tot mensenrechtenschendingen, de onderdrukking van protest, het doden van mensen, inflatie, werkloosheid en de verwoesting van het klimaat: dit alles gaat een nieuwe regering echt niet veranderen.”