Internationaal Gerechtshof spreekt Rusland vrij van financieren terrorisme in Oost-Oekraïne

Het Internationaal Gerechtshof (ICJ) heeft Rusland woensdag vrijgesproken van het financieren van terrorisme door geld te geven aan separatistische bewegingen in Oost-Oekraïne. Rusland hoeft dan ook geen schadevergoeding te betalen aan Oekraïne, zoals die laatste had geëist. Wel heeft Rusland een deel van het anti-terrorismeverdrag van de Verenigde Naties overtreden, door geen onderzoek te doen naar individuele steun van Russen aan de bewegingen.

Het is de uitkomst van een slepende zaak die in 2017 door Oekraïne aanhangig werd gemaakt bij het ICJ in Den Haag. Het land beschuldigde Rusland van het steunen van „illegale gewapende groepen” in de Oost-Oekraïense regio’s Donetsk en Loehansk, en van discriminatie. De groepen waren volgens Oekraïne onder meer verantwoordelijk voor het neerhalen van de MH17 en het beschieten en bombarderen van Oekraïense burgers.


Lees ook
Maakt Oekraïne kans met rechtszaak tegen Rusland?

Maakt Oekraïne kans met rechtszaak tegen Rusland?

Anti-terrorisme

Volgens het hof gaf Rusland weliswaar financiële steun aan de groepen, maar is er onvoldoende bewijs om te stellen dat Rusland wist dat het geld gebruikt zou worden voor terrorisme. Dat het land geen onderzoek heeft ingesteld naar individuele financiële steun vindt de rechter Rusland wel kwalijk te nemen, omdat Oekraïne genoeg bewijs leverde voor een dergelijk onderzoek.

Het hof weigerde volgens persbureau Reuters om inhoudelijk uitspraak te doen over de Russische verantwoordelijkheid voor de MH17-ramp in 2014. Een vliegtuig van Malaysia Airlines werd toen door een Boek-raket boven Oekraïne neergehaald. Alle 298 inzittenden, onder wie 196 Nederlanders, kwamen om het leven. Een Nederlandse rechter stelde eerder vast dat Rusland verantwoordelijk is voor het neerstorten van het toestel.

Wel oordeelde het ICJ dat Rusland het anti-discriminatieverdrag heeft geschonden door onderwijs in het Oekraïens op de geannexeerde Krim niet toe te staan. Een aanklacht over Russische discriminatie van Krim-Tartaren en Oekraïners werd verworpen. Een Oekraïens verzoek voor compensatie werd wederom niet toegekend.

De kans was klein dat Rusland de uitspraak had gevolgd, zou het hof het land wel hebben veroordeeld. Kort na het escaleren van de invasie in Oekraïne, in 2022, legde het al een ICJ-uitspraak naast zich neer die opriep de strijd te staken. Waarschijnlijk zal Rusland de vrijspraak nu willen inzetten als propagandamiddel om de strijd in Oekraïne te rechtvaardigen.