Intern verdeelde Duitse coalitie staat aan de rand van de afgrond

‘De hut staat in de hens’. Met die Duitse versie van ‘Alle hens aan dek’ beschreef SPD-voorzitter Saskia -Esken zondag de stand van zaken in de coalitie van kanselier Olaf Scholz (SPD). Na maandenlange onenigheid lijkt de crisis in de coalitie van sociaaldemocraten, Groenen en de liberale FDP deze week tot een kookpunt te stijgen. Lars Klingbeil, de tweede SPD-voorzitter, noemde het „de week van de beslissingen”.

Kanselier Scholz, die zondagavond al een tête-à-tête met minister van Financiën Christian Lindner (FDP) had, wil vóór woensdagavond nog twee- of driemaal met Lindner en met minister van Economie Robert Habeck (Groenen) spreken in een poging de regering overeind te houden. Woensdagavond komen de belangrijkste ministers, fractieleden en de drie partijbesturen bijeen. Scholz wil dan een weg uit de regeringscrisis kunnen presenteren. Als hem dat niet lukt, betekent dat mogelijk het einde van de regering.

De drie partijen zijn in voortdurend conflict met elkaar sinds het Constitutioneel Hof in Karlsruhe vorig jaar in november de eerste begroting van de coalitie, die van 2021, als ongrondwettelijk bestempelde. In die begroting werden de grote onderlinge verschillen tussen de drie partijen overbrugd door een truc: 60 miljard euro die nog door de regering Merkel was vrijgemaakt om de gevolgen van de coronapandemie op te vangen, maar die niet was gebruikt, werd overgeheveld naar een fonds voor investeringen in de energietransitie. Daarmee werden zowel de Groenen als de FDP tevredengesteld: de Groenen willen investeren in de economie en in verduurzaming, voor de FDP is het begrotingsevenwicht de heilige graal. Na het oordeel uit Karlsruhe gaan het begrotingsevenwicht en de door de Groenen gewenste investeringen echter niet langer samen.

Kwakkelende economie

De diametraal tegenovergestelde opvattingen en de gevoelde noodzaak eraan vast te houden worden deze weken versterkt door de kwakkelende Duitse economie. Die krimpt dit jaar voor het tweede jaar op rij, iets wat sinds 2002 niet meer is gebeurd. Burgers en industrie willen initiatief zien van de politiek, maar de maatregelen die FDP, Groenen en SPD voor ogen hebben stroken geenszins met elkaar.


Lees ook

Het Duitse buisnessmodel is in groot gevaar

De elektriciteitscentrale van autofabrikant Volkswagen in de Duitse stad Wolfsburg. De problemen binnen de Duitse economie zijn het duidelijkst in de auto-industrie.Foto Annegret Hilse/Reuters

Vorige week werd de groeiende animositeit tussen de drie partijen op haast groteske manier duidelijk. Scholz nodigde op dinsdag vertegenwoordigers van de industrie uit voor een top in het Kanzleramt – volgens deelnemers een gesprek zonder concrete resultaten. Op dezelfde dag sprak Lindner op een andere top met vertegenwoordigers van het midden- en kleinbedrijf. Wederzijdse afgevaardigden waren op de concurrerende toppen niet uitgenodigd. Een week eerder stelde Habeck al een nieuwe „impuls voor de economie” voor, namelijk 10 procent subsidie voor investeringen van bedrijven. Lindner en Scholz wisten niets van Habecks plan – waarmee ook dat plan vooralsnog een loze belofte is.

Op vrijdag werd bovendien een plan van Lindner gelekt, dat volgens Lindner voor intern gebruik was bedoeld, waarin de FDP-voorman een aantal voorwaarden stelt aan het voortbestaan van de coalitie. Het document werd al gauw gezien als een bom onder de coalitie, aangezien de meeste voorstellen botsen met kernwaarden van de andere twee regeringspartijen. Zo wil Lindner de pensioenen niet verhogen en in plaats daarvan belastingen verlagen bij topverdieners en bedrijven, de bijstandsuitkering naar beneden bijstellen, en de vermindering van CO2 uitstoot aan marktwerking overlaten door het invoeren van een CO2-prijs. Voor sociaaldemocraten en Groenen zijn dat geen onderhandelbare punten. Ook in april kwam Lindner al met een reeks eisen die moest worden ingewilligd om in de regering te blijven, waaronder het bevriezen van de bijstandsuitkering – aan veel van die eisen heeft de regering-Scholz toen wél gehoor gegeven.

FDP speelt hoog spel

In het verbond van SPD, Groenen en FDP speelt de FDP al sinds een aantal maanden hoog spel. Lindner dreigt steeds weer uit de regering te stappen om zo concessies bij de andere partijen af te dwingen. De FDP staat er van de drie partijen het belabberdst voor: in de drie deelstaatverkiezingen dit najaar behaalde de FDP nergens de kiesdrempel van 5 procent en de partij is dus in geen van die drie deelstaatparlementen vertegenwoordigd, en ook volgens peilingen voor de Bondsdagverkiezingen lijkt de FDP de 5 procent-drempel niet te halen.

Lindner heeft daaruit geconcludeerd dat de huidige koers van de regering en de rol van de FDP daarin de partij geen goed doet. Daarom wil hij een radicaal andere koers van Scholz, en hij klampt zich daarbij vast aan twee klassieke (of in de ogen van critici: oudbakken) FDP-thema’s: de Schuldenbremse (het begrotingsevenwicht) en belastingverlagingen.

Maar zelf opstappen uit de regering acht Lindner, zo lijkt het, ook niet bevorderlijk voor de kiezersgunst. Daarom maakt hij het liever zijn coalitiepartners dusdanig moeilijk dat Scholz het initiatief moet nemen om Lindner en zijn FDP-collega’s te ontslaan.

Voor de SPD en de Groenen zijn nieuwe verkiezingen nu ook niet aantrekkelijk, want beide partijen staan op fors verlies. Als de regering onder Scholz valt, is het hoogst onwaarschijnlijk dat de SPD Scholz nog eens als lijsttrekker naar voren schuift, waardoor Scholz er veel aan gelegen zal zijn de boel tot september 2025 bij elkaar te houden. Ook Habeck kan niet zeker zijn van steun van zijn partij bij een tumultueuze regeringsval.

Verkiezingen

Als de drie partijen er niet uitkomen op woensdag, of uiterlijk voor volgende week als de nieuwe begroting rond moet zijn, zijn er meerdere mogelijkheden. Scholz kan proberen met de Groenen maar zonder de FDP te regeren en zoeken naar een andere coöperatieve partij in de Bondsdag. De meest voor de hand liggende kandidaat daarvoor zou de CDU/CSU-fractie zijn, maar die hebben gezien een ruime voorsprong in de peilingen hun zinnen gezet op nieuwe verkiezingen.

De andere mogelijkheid is dat Scholz de ‘vertrouwensvraag’ stelt, waarmee de Bonsdagleden Scholz weg zouden kunnen stemmen. Ongeveer drie maanden later zouden dan verkiezingen volgen; in Berlijn wordt al gespeculeerd over begin maart.