Inspectie: Cornelius Haga Lyceum opnieuw grotendeels ‘zeer zwak’, nog niet uit gevarenzone

Onderzoek Het oordeel van de Onderwijsinspectie geeft minister Dennis Wiersma (Onderwijs, VVD) de juridische ruimte om in te grijpen op de islamitische middelbare school. Hij laat dat vooralsnog na.
In een nieuwe doorlichting beoordeelt de Onderwijsinspectie de afdelingen mavo en vwo van het Haga Lyceum opnieuw als zeer zwak.
In een nieuwe doorlichting beoordeelt de Onderwijsinspectie de afdelingen mavo en vwo van het Haga Lyceum opnieuw als zeer zwak. Foto David van Dam

De Inspectie van het Onderwijs vindt de leskwaliteit op het Cornelius Haga Lyceum, de veelbesproken islamitische middelbare school van Amsterdam, nog steeds niet goed genoeg. De Inspectie publiceerde dinsdag een kwaliteitsdoorlichting waarin de mavo- en vwo-afdelingen net als vorig jaar als ‘zeer zwak’ worden beoordeeld. De havo-sectie kwalificeert de Inspectie iets hoger (‘onvoldoende’), waardoor die uit de gevarenzone is gekomen.

Het oordeel geeft minister Dennis Wiersma (Onderwijs, VVD) de juridische ruimte om in te grijpen op de school, die in 2019 veelvuldig in het nieuws kwam vanwege AIVD-waarschuwingen over mogelijk salafistisch onderwijs. De Onderwijsinspectie en de toezichthouder van de AIVD nuanceerden die verdenkingen later. In een reactie op het onderzoek donderdag zegt Wiersma vooralsnog geen (financiële) sanctie op te leggen, maar in gesprek te gaan met het bestuur over hoe voldaan kan worden aan de herstelopdrachten en „hoe de school een duurzame toekomst geboden kan worden”.

Samen met de Inspectie wil de minister vervolgens „bekijken welke interventies noodzakelijk zijn”. Het inspectierapport vergroot volgens de minister de zorgen die hij al had over de onderwijskwaliteit en bestuurlijke vaardigheden op het Haga.

‘Niet substantieel verbeterd’

De Inspectie constateert onder meer dat de begeleiding van leerlingen tekort schiet, dat er veel lessen uitvallen en dat het schoolbestuur de kwaliteit van het onderwijs „onvoldoende bewaakt en bevordert”. Volgens de Inspectie is de school er in het afgelopen jaar niet in geslaagd de onderwijskwaliteit „substantieel te verbeteren”.

Behalve de kritiek van de Inspectie loert nog een ander gevaar. Het Haga Lyceum zit sinds vorig jaar onder de zogeheten opheffingsnorm, een volgens de wet benodigd minimumaantal leerlingen. Als dit drie jaar op rij het geval is, kan de onderwijsminister ook op basis daarvan de rijksbekostiging beëindigen.

Het Haga is één van de twee islamitische middelbare scholen in Nederland en kent een roerige geschiedenis. Zijn voorloper, het Islamitisch College Amsterdam, werd in 2010 gesloten vanwege een leegloop na slechte inspectiebeoordelingen. In een zes jaar durende procedureslag vroeg het schoolbestuur de bekostiging aan voor een nieuwe school. Kort na de opening in 2017 kwam de AIVD met beschuldigingen van salafistische invloeden. Ondanks uitgebreid onderzoek vond de Onderwijsinspectie die niet.

Wel schreef de Inspectie een zeer kritisch rapport over onder meer de financiën van de school. De rechter floot toenmalig onderwijsminister Arie Slob (ChristenUnie) terug, omdat die beschuldigingen onvoldoende gefundeerd bleken te zijn. In 2020 werd de directeur van de school, Soner Atasoy, weggestuurd na een interne machtsstrijd. Sindsdien liepen de inschrijvingscijfers op de school terug. Na de eerste negatieve kwaliteitsdoorlichting vorig jaar gaf de Inspectie de school een jaar de tijd voor herstel.