N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Recensie Muziek
Opera Componist Saariaho en schrijver Oksanen maakten met de opera Innocence een actueel meesterwerk over onze obsessie met schuld.
Ergens in de menselijke geschiedenis kreeg de keten van oorzaak en gevolg een nasleep die we schuld gingen noemen. Een groeiende olievlek waarin we dreigen te verdrinken, want de schuldvraag beperkt zich allang niet meer tot de ‘daders’. Bij de schietpartij in Rotterdam anderhalve week geleden werd meteen gezocht naar instanties of mensen die de moorden hadden kunnen of moeten voorzien en liefst ook nog beletten.
Met zulke kwellende vragen worstelt een tiental hoofdpersonen in Innocence, een opera van de Finse componist Kaija Saariaho en de librettist en romancier Sofi Oksanen, die zaterdag in première ging bij De Nationale Opera. Hij komt niet zelf aan het woord: de minderjarige dader die tien medeleerlingen en een docent doodschoot op een internationale school. We weten dat hij na tien jaar vrijkomt. In een flashback zien we hem als zwijgende figurant die ten prooi valt aan klassikale pesterij, maar verder is hij het spookbeeld met wie iedereen elke dag weer moet afrekenen.
Sopraan Lucy Shelton zingt breekbaar en rauw tegelijkertijd de overlevende lerares die na de schietpartij alle opstellen van de dader napluist en hierin zijn fascinatie voor seriemoordenaars ontdekt. Ook de priester (bariton Frederik Bergman) belandt in een crisis: hij zag de jongen in diens kindertijd genieten van het vergiftigen en sterven van een vogel. Had hij iets moeten zeggen?
De dertien personages vormen allemaal onmisbare stenen in de ingewikkelde architectuur van schuld, hoe groot of klein hun rol ook is. Het draaiende decor toont de afzonderlijke lijnen, maar ook de samenhang tussen die mensen en verleden en heden.
Het verhaal begint op het moment dat de broer van de moordenaar tien jaar na dato trouwt met een meisje dat hij heeft ontmoet op reis in Boekarest. Sopraan Lilian Farahani zingt het Roemeense weeskind, de enige stem met warmte en lichtheid. Ze belichaamt onschuld, een vrouw zonder familie, en dus zonder de vloek van het verleden die daaraan kan kleven. Want het gezin waarin ze wordt opgenomen heeft niet, zoals zij, een individuele identiteit, maar is vader van, moeder van en broer van. De bruid weet daar niets van.
De dienstdoende serveerster – een door merg en been gaande vertolking van mezzo Jenny Carlstedt – blijkt de moeder van een van de vermoorde kinderen. Haar aanwezigheid brengt een dramatische kettingreactie op gang in en rondom de feestzaal. Bariton Thomas Oliemans geeft met een enorme reikwijdte in zijn laagte en hoogte klank aan de woede en wanhoop van de vader die zijn kind „leerde schieten als een volwassene”. Zijn duet met de serveerster in de keuken is huiveringwekkend. Ook sopraan Lenneke Ruiten (moeder) en tenor Markus Nykänen (bruidegom) geven vocaal en acterend een enorme diepte aan hun personages en hun vergeefse verlangen naar een nieuw begin.
De overlevende leerlingen moeten afrekenen met eigen angsten en demonen. De muziek van Saariaho biedt nergens rust: geen moment kan iemand meedrijven op een trage en vredige stroom, haar zee van klank herbergt vreemde wezens. Onderhuidse gevoelens krijgen een eigen stem, en het Residentie Orkest en dirigent Elena Schwarz weten die tot in elke porie van de luisteraar te laten doordringen. De enige met een verlossend woord is de magistrale Finse folkzangeres Vilma Jää, vermoorde dochter van de serveerster, met een stem uit een andere wereld.
Met Innocence heeft de opera er een eigentijds meesterwerk bij dat in de oren en het hart nog lang naklinkt, en dat ons als mens en samenleving grondig bevraagt.