Initiatiefnemers van Amsterdams referendum vrezen dat de gemeente het laatste groen verkwanselt: ‘In de berm kun je niet voetballen’

Om te laten zien dat het helemaal de verkeerde kant op gaat met Amsterdam stappen Sylvia Fennis (65) en Sonja Brilman (68) met ferme pas rond metrostation Noord. Op hun jassen en rugzakken prijken buttons („stem tegen”). Aan de ene kant ligt de wijk Elzenhagen. Vol draaiende hijskranen en hagelnieuwe flats. Tweeduizend bomen moesten hier wijken, snuift Fennis. In de nauwe nieuwe straten staan jonge boompjes in zo weinig grond voor lucht en water dat ze misschien niet groot zullen groeien. Wordt ook lastig zonder zon. „Voilà. De probleemwijk van de toekomst”, smaalt Brilman.

Aan de andere kant van het station ligt het Noordplein – geheel bestraat, met daarop stenen plantenbakken. Daarachter het stadsloket, met een vijver met betonnen rand. Verder: een grasveld en een winkelcentrum, waarop duizenden nieuwe woningen zullen verrijzen. En waar Fennis en Brilman nu kordaat folders uitdelen aan iedereen die ze aannemen wil.

Het is geen sinecure een Amsterdammer een flyer te slijten die aanmoedigt op 6 juni deel te nemen aan het eerste stadsbrede referendum in meer dan twintig jaar. Sommigen hebben hun stempas al verscheurd, omdat ze het vertrouwen in de politiek zijn verloren. Anderen wonen nog te kort in het land om te mogen stemmen. Of ze hebben „geen tijd” voor een praatje, of „andere zorgen”.

Flyeren

Referenda waren nooit makkelijk in Amsterdam. In 1995 werd door zo’n volksraadpleging een weilandje behouden. Maar pogingen om de bouw van IJburg en de Noord/Zuidlijn te stoppen, sneefden in 1997 wegens een te lage opkomst. De verzelfstandiging van de GVB werd in 2002 middels een referendum tegengehouden, maar ging vijf jaar later alsnog door. In 2021 is de opkomstdrempel weggenomen, maar het blijft zeer de vraag of het referendum donderdag een succes wordt.

De initiatiefnemers wilden ook eigenlijk helemaal geen referendum. Liever wilden ze een alternatief plan voor vergroening schrijven, maar de gemeenteraad wilde daar niet op wachten, zeggen Fennis en Brilman. Dus verzamelden ze tienduizend handtekeningen en mogen ruim zevenhonderdduizend Amsterdammers, tegelijk met een stem op het Europees Parlement, antwoord geven op de vraag: „Bent u voor of tegen het voorgenomen raadsbesluit over de Hoofdgroenstructuur?”

Pardon? Precies dat horen Fennis en Brilman vaak tijdens het flyeren. Pakweg de helft van de mensen zegt niet te weten dat de envelop twee stempassen bevat. De andere helft weet niet waar het referendum precies over gaat. Welk raadsbesluit? En wat is in ’s hemelsnaam een Hoofdgroenstructuur? De eerste andere Amsterdammer die het beleidsdocument van negentig pagina’s heeft gelezen, moeten Fennis en Brilman nog tegenkomen. Ze vrezen dat ongeïnformeerde kiezers in het stemhokje denken: ik ben voor groen, dus ik stem vóór. Fennis en Brilman hadden geen invloed op de vraagstelling.


Lees ook
Waar zijn de bomen uit Amsterdam gebleven?

Boterzacht

Waar gaat het referendum dan precies over? In de Hoofdgroenstructuur staan de ‘groene’ gebieden die de gemeente wil beschermen tegen bebouwing. Het gaat om 72 vierkante kilometer in de hele stad – van parken en sportvelden tot begraafplaatsen. De vorige versie dateert uit 2011 en een nieuwe versie zou weer tien jaar mee moeten gaan. In de nieuwe versie is zestien vierkante kilometer méér groen aangemerkt dat bescherming verdient. Volgens de gemeente wordt met de nieuwe Hoofdgroenstructuur de „natuur beter beschermd”.

„Trap er niet in”, zeggen de initiatiefnemers van het referendum, „die bescherming is boterzacht.” Want de gemeente laat ruimte voor uitzonderingen voor bebouwing in het bestaande groen. Ook in de 85 gebieden waar nieuwbouwplannen bestaan, geldt rond groen „enige flexibiliteit”, zo staat in het beleidsdocument.

Volgens de initiatiefnemers voegt de gemeente vooral ‘sjoemelgroen’ toe, zoals twaalf vierkante kilometer aan bermen langs de ringweg

Fennis en Brilman denken dat het groen zo stukje bij beetje zal worden opgesnoept. Deze voorspelling doen de vrouwen op basis van berekeningen van de Universiteit van Amsterdam en de gemeente zelf. Die becijferden dat de afgelopen twee decennia in Amsterdam zeshonderd voetbalvelden aan groen is verdwenen – ongeveer een achtste van de hoeveelheid groen in 2003. En de belofte om voor elke gekapte boom een nieuwe te planten, kwam de gemeente niet na. Intussen neemt het aantal inwoners, en dus de behoefte aan groen, ras toe. Amsterdam is volgens de Wageningen University al een van de meest versteende steden van het land.

Volgens de initiatiefnemers is aan de nieuwe Hoofdgroenstructuur bovendien vooral ‘sjoemelgroen’ toegevoegd, zoals twaalf vierkante kilometer aan bermen langs de ring A10. „Daar kun je niet op voetballen of picknicken”, aldus Brilman. Ook de vijver voor het stadsloket is als ‘groene verbinding’ toegevoegd. Fennis organiseerde afgelopen zaterdag honend „een pool party in de betonnen waterbak. Het water van de Sloterplas kleurt in het nieuwe plan ook groen – onder de noemer ‘stadspark’ –, maar dat weerhoudt het college er niet van om een nieuw gebouw voor theater De Meervaart in de plas te plannen.

Sonja Brilman (links) en Sylvia Fennis (rechts), initiatiefnemers van het referendum: „Willen we alleen maar steen en flats met eenpersoonshokjes voor veelverdieners?”

Foto’s Olivier Middendorp

Reuring

Verantwoordelijk wethouder Reinier van Dantzig (Ruimtelijke Ordening, D66) wil niet mondeling op de voorgelegde kritiek van Fennis en Brilman reageren. Eerder legde hij per brief aan de gemeenteraad uit waarom hij zich rond het referendum „terughoudend” opstelt. De raad heeft immers een verordening aangenomen die wethouders gebiedt zich „politiek neutraal” op te stellen en het verbiedt het ambtelijk apparaat te gebruiken voor campagnevoering. Een campagne organiseren is zo „ondoenbaar”, aldus Van Dantzig.

Amsterdammers die benieuwd zijn naar de argumenten vóór de nieuwe Hoofdgroenstructuur, zijn aangewezen op één pagina in de verkiezingskrant, die onlangs op de mat viel. Fennis en Brilman vermoeden dat het de wethouder wel goed uitkomt dat zijn handen gebonden zijn. Hoe minder reuring, vrezen ze, des te lager de opkomst. En de raad kan het referendum – dat slechts raadgevend is – dan makkelijker negeren. De coalitiepartijen PvdA, GroenLinks en D66 lijken al vóór.

De bermen en het water vormen ‘groene snelwegen’ voor de dieren – een cruciale schakel in onze ecosystemen

Woordvoerder
namens de wethouder

Een woordvoerder wil de nieuwe Hoofdgroenstructuur wel verdedigen namens de wethouder. Hij benadrukt dat daarmee méér groen wordt beschermd. Hoofdzakelijk meer bermen en water, maar dat zijn „vaak de ‘groene snelwegen’ voor de dieren van de stad – ze vormen een cruciale schakel in onze ecosystemen”. Verder mag bouwen in het groen alleen onder bepaalde voorwaarden. Een extra fietspad in een park moet bijvoorbeeld wel „functioneel noodzakelijk” zijn.

De woordvoerder wijst ook op de bouwopgave door de groeiende stadsbevolking – vooral vanwege buitenlandse migratie. De gemeente wil tot 2050 voor 250.000 nieuwe inwoners 150.000 nieuwe huizen bouwen. Plus voorzieningen als infrastructuur, scholen en winkels. Nu telt Amsterdam zo’n 450.000 woningen, dus het gaat om een groei van 33 procent. Bij de nieuwbouw wordt volgens de wethouder rekening gehouden met „voldoende groen”.


Lees ook
Steden willen meer groen én meer woningen. Hoe gaan ze dat oplossen?

Een woontoren in Eindhoven is gebouwd als een verticaal bos.

Tombola

Hoe dan, zegt Fennis. „Als je koffie in een kopje schenkt, kom je ook op een punt dat het overstroomt. Misschien passen er gewoon niet meer mensen in deze stad.” Zij verwijt Van Dantzig gebrek aan visie. Arbeidsmigranten zijn geen natuurverschijnsel, aldus Fennis. „Daar zitten politieke keuzes achter. Je kunt er ook voor kiezen om gezinnen belastingkorting te geven in plaats van expats.”

Dan blijkt dat het de initiatiefnemers van het referendum niet alleen om groen gaat. Als het aan Fennis en Brilman lag, luidde de vraag donderdag: hoe willen we in deze stad met elkaar leven? Brilman: „Willen we alleen maar steen en flats met eenpersoonshokjes voor veelverdieners? Of willen we een gemengde stad, met alle lagen van de bevolking?”

Voor zichzelf hoeven ze geen actie te voeren, zeggen ze. Brilman woont in haar eentje op honderd vierkante meter in de Plantagebuurt en een deel van het jaar in een huisje op een volkstuinpark. Fennis is ook gelukkig in haar ruime flat in Noord, met „groen voor en achter”. Het gaat hun om de volgende generaties.

En ze willen al die boze mensen die ze de voorbije weken spraken, die niet meer stemmen, zelfs hun stempas hebben verscheurd, een beetje vertrouwen teruggeven. Fennis: „De gemeente zegt dat ze veel aan participatie doet, maar mensen hebben de ervaring dat er niet naar hen wordt geluisterd. Wij hopen te bewijzen dat wij er wél toe doen met zijn allen.”

Naar eigen zeggen hebben ze de steun van een heel „schimmelnetwerk” in de stad, van zestig bewonersorganisaties die zich bezighouden met stadsnatuur. Fennis is ook actief bij bewonersgroep Red Amsterdam Noord en Brilman is bestuurder bij een volkstuinvereniging. „Dus we hebben elkaar allemaal onder de knop.” Toch durven Fennis en Brilman zich niet te wagen aan een voorspelling van de opkomst of zelfs de uitslag van het referendum. Fennis: „Het is een tombola.”

De wijk Elzenhagen in Amsterdam-Noord, waar tweeduizend bomen moesten wijken voor nieuwe flats.
Foto Olivier Middendorp