Een macro-economische verrassing: de inflatie in de eurozone is in mei licht gestegen. Ze kwam uit op 2,6 procent op jaarbasis in mei, tegen 2,4 procent in april, zo blijkt uit cijfers van Eurostat.
Aan de vooravond van een rentebesluit door de Europese Centrale Bank, aanstaande donderdag, is dit belangrijk nieuws. Centrale bankiers gebruiken de rentestand om de inflatie te beïnvloeden. Hoe hoger de rente, hoe onaantrekkelijker het voor burgers en bedrijven wordt om geld te lenen. Dit remt de economische activiteit – en daarmee de prijsstijgingen.
De afgelopen tijd leek het erop dat de inflatie in de eurozone aan het dalen was richting de 2 procent, het streefcijfer van de ECB. Breed werd er daarom vanuit gegaan dat de ECB donderdag van plan is de rente met een kwart procentpunt te verlagen, naar 3,75 procent. Ook Klaas Knot, president van De Nederlandsche Bank, zinspeelde in een interview in NRC in april op een renteverlaging, die de economie „een extra zuchtje wind in de rug” zou geven.
Dit zou de eerste renteverlaging zijn van een grote centrale bank sinds de inflatiegolf drie jaar geleden losbarstte. Het nieuwste, plotseling gestegen inflatiecijfer maakt die stap moeilijker. Tegelijkertijd heerst onder analisten nog steeds de aanname dat de renteverlaging plaats zal vinden. Géén renteverlaging deze week zou niet alleen een „grote verrassing” betekenen, maar ook „ernstig reputatieverlies” voor de centrale bank, schreef ING vorige week in een analyse. Christine Lagarde, president van de ECB, heeft al eerder gezegd dat er nog „hobbels op de weg” zijn voordat de inflatie weer op de 2 procent uitkomt.
Minder logisch scenario
Wel lijkt duidelijk dat door de meest recente cijfers toespelingen op verdere renteverlagingen door de ECB zullen uitblijven. ABN Amro voorspelde afgelopen donderdag nog vier renteverlagingen van 0,25 procentpunt dit jaar, waardoor de rente in december zou uitkomen op 2,75 procent. Dat scenario lijkt nu minder logisch.
Wie naar de precieze inflatiedata kijkt, ziet dat de zogenoemde ‘kerninflatie’ flink is toegenomen. Dit is inflatie zonder de prijzen van energie en eten, wat een beeld geeft van de onderliggende economie. De kerninflatie in de eurozone steeg van 2,7 naar 2,9 procent. De prijzen van diensten, van loodgieters tot kappers, stegen zelfs met 4 procent.
In Nederland lag de inflatie nog iets hoger dan in de gehele eurozone. Die was 2,7 procent, berichtte het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) vrijdag op basis van een eerste raming. Ook hier waren met name diensten daarvoor verantwoordelijk. Daar stegen de prijzen met 4,5 procent.
Als de ECB daadwerkelijk besluit de rente te verlagen, markeert dat het begin van een pad omlaag na een bijzonder steile stijging de afgelopen jaren. In juli 2022 bedroeg de rente nog min 0,5 procent, in september 2023 was dat 4 procent. Die ingrepen volgden nadat de inflatie vanaf 2021 flink begon te stijgen. Daar kwam begin 2022 nog de Russische inval in Oekraïne bij, waardoor veel prijzen nog eens extra stegen.
De enorme inflatiecijfers uit die periode zijn inmiddels iets van het verleden. Maar de prijsstijgingen zijn nog verre van stabiel, zoals blijkt uit de recente cijfers. Centrale bankiers willen het scenario vermijden dat de EU gaat lijken op de Verenigde Staten. Daar daalt de inflatie al sinds begin 2024 niet meer echt hard. Volgens de meest recente cijfers uit de VS, ook van vrijdag, kwam de inflatie in april daar op 2,7 procent terecht, vergelijkbaar met de maand ervoor.
De verwachting is dat de Federal Reserve, de Amerikaanse centrale bank, in juni besluit dat hij meer data nodig heeft om een renteverlaging door te zetten. In de VS ligt de rente nu boven de 5 procent, de hoogste stand sinds 23 jaar. Mogelijk volgt wel een renteverlaging in november, vlak voor de verkiezingen. De verwachting van analisten is dat dit goed nieuws kan zijn voor huidig president Joe Biden.