N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Analyse
Begrotingsdiscipline Als vrijdag het EU-overleg begint over de hervorming van de begrotingsregels, zal de rol van Nederland opvallen: de voormalige leider van de ‘vrekkige vier’ stelt zich ineens soepel op.

Een constructieve opstelling, bij Nederland? Diplomaten en ambtenaren in Brussel moeten soms nog even met hun ogen knipperen. Jaren stond Nederland er bekend als misschien wel de grootste hardliner in discussies over de begrotingsdiscipline en andere Europese geldkwesties. Nog maar drie jaar geleden was het Den Haag dat fel de leiding nam in het verzet tegen een coronaherstelfonds – als aanvoerder van de zogeheten ‘vrekkige vier’ (met Oostenrijk, Zweden en Denemarken).
Hoe anders is dat nu. Deze vrijdag beginnen de Europese Financiënministers de onderhandelingen over hervorming van de begrotingsregels en duidelijk is nu al: Nederland zit dit keer níét bij de hardliners. Nederland denkt mee, doet voorstellen en handreikingen, sluit coalities met Zuid-Europese landen. En is daarmee plots het tegenbeeld van de halsstarrige houding van Duitsland.
Dat verschil in toon en houding tussen Den Haag en Berlijn valt op in Brussel en tekent hoeveel er in korte tijd is veranderd. Drie jaar geleden zette Europa de begrotingsregels tijdelijk in de vriezer, om regeringen alle ruimte te geven de coronacrisis te lijf te gaan. Nu die pauzeperiode afloopt, wil de Europese Commissie de regels opfrissen.
En daar wordt het explosief. Duitsland ziet in de voorstellen van de Commissie een grote versoepeling. Absoluut ongewenst, vindt Christian Lindner, de Duitse minister van Financiën. „Het is niet een soort fetisj van ons, steeds maar kleinere begrotingstekorten en minder hoge staatsschulden, maar we zijn ervan overtuigd dat dat op den duur in ieders voordeel is”, zei hij donderdag in een interview met NRC.
Samen met Spanje
De oude regels, een begrotingstekort van maximaal 3 procent en een staatsschuld van ten hoogste 60 procent van het bruto binnenlands product, vormen een beetje de heilige schrift van de Europese muntunie. En net als religieuze geboden worden ook deze regels consequent gebroken – zonder dat de toorn van de Europese Commissie ooit echt gewekt is. Dit tot ergernis van landen als Nederland en Duitsland, die zich (meestal) juist wel netjes aan de regels houden.
Maar als Lindner hoopte dat hij Sigrid Kaag (D66) als bondgenoot aan zijn zijde zou vinden, is hij bedrogen uitgekomen. De Nederlandse minister van Financiën vindt nog steeds dat Brussel niet werkeloos moet toekijken als lidstaten hun tekorten en schulden laten oplopen. Maar Kaag benadrukt dat de regels landen ook weer niet moeten belemmeren om te groeien.
Het is de toon van Kaag, niet die van Lindner die in Europa de wind mee heeft. Brussel stelde in april voor de regels te wijzigen en lidstaten meer tijd te geven hun schulden af te bouwen en hun begrotingstekort terug te dringen. Daartoe maken ze zelf een plan, waarin ze meer tijd kunnen ‘kopen’ als ze aantonen extra investeringen te doen in zaken die gelden als Europese prioriteiten – zoals de klimaattransitie of defensie.
Het betekent méér flexibiliteit, en een breuk met het oude, vaak als rigide beschouwde regime. De druk op lidstaten om te bezuinigen na 2009, nog tijdens de economische crisis, heeft veel kwaad bloed gezet en landen in vooral Zuid-Europa met een stevig trauma opgezadeld.
Die geschiedenis heeft de tegenstelling tussen noord en zuid in begrotingsdiscussies verder versterkt. Groot was dan ook de verbazing toen Kaag vorig jaar samen met haar Spaanse collega Nadia Calviño een visiestuk presenteerde. De twee kunnen het uitstekend met elkaar vinden en slaagden erin met een gezamenlijk voorstel te komen.
Met maatwerk in plaats van onwrikbare regels zouden lidstaten volgens Calviño en Kaag op hun begroting blijven passen zonder dat ze worden gedwongen tot roekeloze bezuinigingen. Het lijkt, erkennen diplomaten en ambtenaren in Brussel, opvallend veel op het voorstel waarmee de Europese Commissie dit jaar uiteindelijk naar buiten kwam.
„Kaag heeft haar kaarten uitstekend gespeeld”, zegt Philippa Sigl-Glöckner, een Duitse econoom die aan het hoofd staat van de financiële denktank Dezernat Zukunft. Sigl-Glöckner heeft het Duitse optreden van de afgelopen maanden met een kritisch oog gevolgd. Tegelijkertijd oogstte de handelwijze van Nederland haar bewondering.
„Nederland is natuurlijk niet het grootste land in de EU. Dus wat doe je? Je zoekt een ander land, je bouwt een coalitie en dan kun je behoorlijk ver komen door je eigen wensen met de Europese realiteit te balanceren”, aldus Sigl-Glöckner. „Als ik naar Duitsland kijk, vraag ik me af wat er precies aan de hand is. De strategie van de Duitse regering ontgaat me.”
Pragmatisch oliemannetje
Nederland, zo klinkt het in Brussel, vindt steeds beter zijn rol in de nieuwe Europese orde na het vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de EU. En in plaats van aan de flanken van een discussie te gaan zitten, kiest Nederland nu duidelijk de rol als pragmatisch ‘oliemannetje’, steeds op zoek naar wisselende coalities om de eigen belangen te verdedigen.
De begrotingsdiscussie is daarvan een goed voorbeeld. Begin juni was Kaag in Spanje, eind deze maand reist ze naar Portugal. Een reis naar Italië staat voor de komende maanden in de planning. Kaag doet daarbij duidelijk haar best de reputatie van Nederland te verbeteren.
Onder aanvoering van Jeroen Dijsselbloem (PvdA) en Wopke Hoekstra (CDA) kreeg Nederland in Zuid-Europa een ijzeren reputatie. Kaag probeert anders over te komen. „Ik geloof niet in kunstmatige stereotypes”, zei ze onlangs in een interview met El País na haar bezoek aan Calviño. „Die zitten het behalen van goede begrotingsregels alleen maar in de weg.”
De nieuwe Nederlandse koers is niet alleen bij Kaag merkbaar. Haar ministerie heeft er veel jongere ambtenaren bij gekregen en een onlangs aangestelde topambtenaar voor buitenlandse betrekkingen op Financiën is lang niet zo eurosceptisch als haar voorganger.
Men keek daar lange tijd met flink wat wantrouwen naar hoe de Europese Commissie de begrotingsregels hanteerde. Berucht is een uitspraak van oud-voorzitter Jean-Claude Juncker, die, gevraagd waarom hij niet harder optrad tegen Franse overtredingen, antwoordde met: „Parce que c’est la France!”
Dat wantrouwen is de laatste jaren weggeëbd. Er wordt voorzichtig tevreden gekeken naar het Europese coronaherstelfonds, van waaruit miljarden aan giften en leningen aan de lidstaten worden uitgekeerd. Aan die uitbetalingen zijn strakke afspraken verbonden over het hervormen van de eigen economie. De Commissie doet dat zo streng dat Nederland zelf óók grote moeite moest doen om aanspraak te maken op zíjn deel. Het heeft, zo erkennen Haagse ambtenaren, het vertrouwen van Nederland in de Europese Commissie versterkt.
En dan is Nederland zelf ook nog eens scheutiger geworden: in de Voorjaarsnota tekent het kabinet een begrotingstekort op dat de komende jaren ver boven de 3 procent uitstijgt. Streng zijn in Brussel is moeilijker vol te houden als je niet meer zo streng voor jezelf bent.
Dat heeft wel gevolgen voor de as Den Haag-Berlijn. Nederlandse ambtenaren zijn nu niet meer zo zeker als voorheen over wat Duitsland in een vergadering gaat inbrengen, valt te horen. Soms school Nederland achter de grote Duitse rug, soms haalde Nederland de kastanjes voor het buurland uit het vuur. Zo konden beide landen meeliften op elkaars strakke lijn. En ook nu komt het Den Haag niet slecht uit dat Berlijn er stevig ingaat: al te veel soepelheid ziet Nederland nog altijd niet zitten.
Maar de onverbiddelijkheid waarmee Lindner nu inzet op harde schuldnormen is voor Nederland niet per se positief, zegt Sander Tordoir, als econoom verbonden aan de denktank Centre for European Reform. „Nederland probeert in de discussie vooral de handhaving te versterken. Maar omdat Lindner zich zo rigide opstelt en zich in een hoek vast schildert, wordt het voor Den Haag een stuk lastiger dat andere punt te maken.”
Vrees voor terugkeer oude regels
Deze vrijdag is pas een eerste stap, in een discussie die vooral dit najaar verhit dreigt te worden. Komen de ministers er dit jaar helemaal niet uit, dan gelden de oude regels weer. Lindner heeft al gezegd dat hij die uitkomst prima vindt, zo slecht kan hij leven met het voorstel dat nu op tafel ligt.
In Brussel wordt echter gewaarschuwd voor de gevolgen van dat scenario, omdat de financiële ruimte om te investeren in doelen als klimaat en defensie dan veel te klein wordt. Maar ook omdat bepaalde facties binnen de Italiaanse regering inmiddels óók pleiten voor het oude scenario, omdat ze zich over de handhaving tóén in elk geval geen enkele zorgen hoefden te maken. Be careful what you wish for, klinkt het in Brussel.
Het ziet ernaar uit dat Kaag het in de onderhandelingen die zullen volgen zonder haar kompaan Calviño moet stellen. Spanje heeft vervroegde verkiezingen uitgeschreven en rechts ligt op winst. Omdat Spanje daarnaast het voorzitterschap van de Europese Unie op zich neemt, kan het vanwege de diplomatieke etiquette inhoudelijk niet meer zo uitgesproken zijn als voorheen.
Toch is de sleutelrol voor Kaag daarmee niet verdwenen, zegt Philippa Sigl-Glöckner. „Het aan boord krijgen van Duitsland wordt bij deze onderhandelingen de grootste uitdaging. En Nederland kan dat als geen ander, want het vormt voor Berlijn geen verdachte bondgenoot.”
