Een maandelijks salaris van 137.000 roepies (omgerekend zo’n 1.500 euro) in plaats van een fractie daarvan. IJzerwerker Vivender Ram (42) heeft daar wel oren naar, net als zijn collega, timmerman Sumit Kumar (25). Als dagloners ontmoeten ze elkaar dagelijks op het kruispunt in het centrum van Ghaziabad, een satellietstad van de Indiase hoofdstad New Delhi, waar ze wachten op nieuwe klussen. „Het is veel geld, en vast werk. We kunnen zelf kiezen of we daar twee of drie jaar blijven, of langer”, zegt Ram. ‘Daar’ is Israël.
Sinds de uitbraak van de Gaza-oorlog worden Palestijnse arbeiders uit Gaza en de Westelijke Jordaanoever uit Israël geweerd. Het land komt nu zo’n 70.000 arbeiders tekort en wendt zich daarom tot andere landen, vooral in Azië. Israël sloot in december een overeenkomst met India over de werving van 30.000 Indiase arbeiders voor de bouw – timmerlieden, stukadoors, tegelzetters en staalbewerkers – voor een periode van één tot vijf jaar.
Lees ook
Gevangenen van Israël: duizenden Palestijnen konden na hun werk niet terugkeren naar Gaza
De rekrutering is in volle gang in de noordelijke deelstaten Uttrakhand, Haryana en Uttar Pradesh. Op wervingsevenementen in de eerste twee deelstaten kwamen tienduizenden arbeiders af. De overheid van Uttar Pradesh is nog bezig de aanmeldingen te verzamelen. Dat gaat eerst per district, zoals in Ghaziabad. Wie voldoet aan de basisvoorwaarden van scholing en medische keuring, kan in deelstaathoofdstad Lucknow een vaardighedentest doen.
Arbeiders Ram en Kumar dragen een paar vesten over elkaar tegen de kou van de vroege ochtend die in het districtskantoor van het ministerie van Arbeid en Werkgelegenheid in Ghaziabad hangt. De elektrische kacheltjes staan net aan. De twee mannen hebben, voordat hun werkdag begint, hun medische keuring afgerond en komen nu het laatste papierwerk inleveren.
Angst voor de oorlog
Onder de dagloners wordt veel gediscussieerd over de kansen die in Israël zouden liggen. Kumar hoorde van leeftijdgenoten die besloten zich niet aan te melden, „vanwege angst voor de oorlog”. Hijzelf is niet bang. Hij kan ook om de hoek, bij het gebouw waar hij raamkozijnen moet vervangen, van de steiger vallen. „Uiteindelijk is het hetzelfde werk, er zijn nu eenmaal risico’s.”
Zo zien de ambtenaren dat ook. Het kantoor kreeg de afgelopen dagen tientallen telefoontjes binnen op een speciale hulplijn. Anurag Mishra, directeur en toezichthouder op de werkgelegenheid in het district, had een antwoord klaar om geïnteresseerden die twijfelden, te overtuigen . „Natuurlijk weten mensen van de oorlog. We legden uit dat de bombardementen vooral buiten Israël plaatsvinden, niet bij de bouwplaatsen. Je kunt ook zeggen: Israël heeft steun van de VS en het VK, je bent misschien juist extra beschermd.” Uiteindelijk, is de overtuiging van de ambtenaar, krijgen de arbeiders niet alleen een goed salaris geboden, maar een grote kans: „De buitenlandervaring kan van pas komen in hun carrière.”
Hoge werkloosheid
Arbeidsmigratie is niets nieuws voor Indiërs, vooral naar de Golfstaten. Zij kunnen er een speciale emigratieverklaring van de overheid voor krijgen. Dat kan een uitkomst zijn voor jongeren in de grote steden : van de Indiase werknemers onder de 29 jaar heeft 17 procent geen werk, volgens de jongste kwartaalcijfers van de overheid. In die stedelijke gebieden ligt het algemene werkloosheidscijfer op ruim 6 procent. Veel mensen hebben informeel of zwart werk.
Israël was al een vaste bestemming voor verplegend personeel, dat in India speciaal wordt getraind. „Hun migratie is formeel geregeld, geïnstitutionaliseerd. Maar het is maar de vraag hoe dat voor de bouwvakkers uitpakt”, zegt Nicolas Blarel van het Intitute for Political Science aan de Universiteit van Leiden, die eerder de Indiase arbeidsmigratie naar de Golfstaten onderzocht. „De nieuwe wervingsovereenkomst betreft mensen die waarschijnlijk minder goed zijn opgeleid, en misschien minder weten over hun rechten als werknemer”, vertelt hij in een telefoongesprek.
Bij Blarel leven nog allerlei vragen, bijvoorbeeld over de juridische bescherming van de arbeidsmigranten, zegt hij. „Welke steun kunnen zij straks verwachten van bijvoorbeeld de Indiase consulaire diensten?” Betrokken instanties als het ministerie van Buitenlandse Zaken of de arbeidsinspectie geven geen toelichting. Zo is er onduidelijkheid over de papieren, de betaling voor de reis en onderkomens en verzekeringen. Over zulke zaken uit de overeenkomst is weinig bekendgemaakt – als het al is vastgelegd, stelt Blarel.
Enkele Indiase vakbonden zijn ronduit tegen uitvoering van het plan: vanwege de positie van de migranten, maar ook omdat de overeenkomst kan worden opgevat als politieke steunbetuiging aan Israël. De Indiase arbeiders vervangen immers de Palestijnse. De ambtenaren in Ghaziabad willen op deze kritiek niet ingaan en doen die af als de gebruikelijke kritiek van de oppositie op overheidsplannen. Directeur Mishra wil wel zeggen dat de wervingsacties op ongebruikelijke wijze verlopen: „Doorgaans organiseren bedrijven zelf de rekrutering, via een Indiaas tussenbureau. Nu heeft de overheid opdracht gegeven dit te organiseren.”
Nationalisme
Er zit naast een economische ook een politieke kant aan de samenwerking tussen India en Israël. Tussen de premiers Narendra Modi en Benjamin Netanyahu bestaan nauwe banden. De twee vinden elkaar in streng anti-terreurbeleid en hun eigen versies van nationalisme, stelt ook onderzoeker Blarel. Na de Hamas-aanval van 7 oktober steunde Modi zijn Israëlische ambtgenoot direct. Tegelijkertijd „moet India meerdere belangen balanceren”, aldus Blarel.
Het land wil zich steeds meer internationaal laten gelden als vertegenwoordiger van het mondiale zuiden, dat zich juist grotendeels achter de Palestijnen heeft geschaard en de Israëlische vergelding veroordeelt. En dat kan wringen, hoewel de officiële lijn na decennia onveranderd is: steun voor een tweestatenoplossing. Mogelijk wilde India met de afspraken over de arbeidersmigratie „Israël wel heel snel te hulp schieten”. Of de uiteindelijke overeenkomst ook gunstig uitpakt voor de Indiërs, moet blijken.
Lees ook
Indiase premier Modi opent omstreden hindoetempel met toespraak over ‘goddelijk India’