De manshoge bronzen theepot is nog half ingepakt. De sculptuur zou moeten blinken in de middagzon van het gloeiendhete India in mei, maar is nu bedekt door lagen bubbeltjesplastic. Er hangt stof in de lucht, van de bouwplaats waar het nieuwe standbeeld de blikvanger moet worden. Het treinstation van het Indiase stadje Vadnagar, in deelstaat Gujarat, is bijna volledig gerenoveerd. De onthulling komt na de landelijke verkiezingen, als naar verwachting de Indiase pers hierheen stroomt.
Op dit station begon de triomftocht van Narendra Modi, die nu tien jaar premier is van India. Modi werd geboren in Vadnagar, hij hielp zijn vader na elke schooldag met het verkopen van thee op het perron.
Narendra Modi (73) vindt zijn levensverhaal een goede analogie voor de ambities van zijn land: als de zoon van een chaiwalah premier kan worden, dan kan de voormalige kolonie India uitgroeien tot een wereldmacht.
In de algemene verkiezingen, die dit keer in India zes weken duren en begin juni aflopen, zet hij met zijn partij BJP vol in op een derde regeringstermijn. Modi wil bouwen aan een ‘nieuw’ India dat uitgesproken hindoeïstisch is en een gemoderniseerde economie heeft. Algemeen wordt aangenomen dat Modi weer wint. Als de stemmen op 4 juni geteld zijn, hangt veel af van hoe overtuigend die winst blijkt. Bij opnieuw een grote overwinning zal Modi, zo wordt verwacht, het stempel van zijn hindutva-gedachtegoed nog zwaarder op het land drukken, ten koste van religieuze minderheden. Is de marge krapper, dan kan de samenwerking met een coalitie ervoor zorgen dat hij op ideologisch vlak zijn koers matigt.
Modi is de eerste Indiase premier die is geboren na de onafhankelijkheid van het land van 1947. Het streven om van India een land alleen voor hindoes te maken, heeft sinds dat moment meerdere oplevingen gekend maar was niet eerder zo prominent. Modi’s partij, de BJP, geldt als de politieke tak van de RSS, de breed uitgewaaierde maatschappelijke organisatie die pleit voor dit zogeheten ‘Hindu Rashtra’.
Voor hindutva-aanhangers van het eerste uur was nationaliteit gelijk aan religie: ‘Indiaas zijn’ betekent: hindoe zijn. Dit staat haaks op de ideeën van de belangrijkste strijders voor de Indiase onafhankelijkheid. Het land werd in 1947 ingericht als seculiere staat, maar een RSS-sympathisant vermoordde een jaar later premier Mahatma Gandhi, juist vanwege diens ideaal van een pluriform land.
De organisatie werd daarna korte tijd verbannen, maar bleef actief in een netwerk van lokale maatschappelijke initiatieven, die nog altijd het hindutva-gedachtegoed kunnen verspreiden, terwijl zij aan armenzorg doen of in actie komen bij natuurrampen. In eigen scholingsprogramma’s hameren zij op de hindoeïstische inborst van het Indiase volk. Sommige organisaties sturen paramilitaire groepen aan: jonge mannen krijgen fysieke training opdat zij de hindoeïstische waarden kunnen beschermen – tegen andere culturele en religieuze invloeden die in India te vinden zijn.
Afdelingskantoortje
Om de hoek van het treinstation van Vadnagar ligt zo’n lokaal RSS-afdelingskantoortje. De achtjarige Modi stapte er ooit binnen op zoek naar buitenschoolse activiteiten. In Vadnagar was weinig te doen, zo beschrijft zijn biograaf Nilanjan Mukhopadhyay. Op school speelde Modi graag toneel, maar alleen als hij een hoofdrol kreeg.
Ook in de RSS „was Modi nooit verlegen”, merkte Chandubhai Ramin (76), een inmiddels gepensioneerde basisschoolleraar die ongeveer tegelijkertijd lid werd. „Ik denk dat het theatrale hem aansprak: de grote groepen, de gezamenlijke oefeningen, marsen en speeches”, zegt Ramin.
Narendra, de derde zoon in een gezin met zes kinderen, stortte zich op de dagelijkse fysieke en ideologische trainingen – yoga, meditatie en vechtsportoefeningen. Hij trok op de fiets langs de krappe arbeidershuisjes in het oude centrum, om anderen over te halen zich bij de RSS aan te sluiten. Als tiener doorliep hij snel meerdere rangen in de organisatie, en zagen medestanders „zijn intellect”, aldus Ramin: „Modi dacht niet alleen na hoe hijzelf beter werd van hindutva, maar hoe hij het zo kon organiseren dat de hele maatschappij de juiste kant op zou bewegen.”
Zijn overtuigingen waren zo sterk, dat hij na zijn schooltijd besloot fulltime RSS-‘werker’ te worden, onder meer als secretaris van aangesloten organisaties in Ahmedabad. Eind jaren tachtig werd hij door de RSS-top aangespoord de overstap te maken naar de politiek. De partij BJP was in 1980 opgericht om het hindoenationalisme ook politiek voor het voetlicht te brengen. Zo kon de RSS zich blijven richten op maatschappelijke projecten.
„RSS probeert onze cultuur te behouden door sterke burgers te trainen”, houdt RSS-medestander Ramin zich netjes aan deze officiële lijn. „Maar het is wel belangrijk dat onze ideeën verder worden verspreid. Ik denk dat het voor het kader evident was dat Modi dat zou kunnen, buiten de RSS om.”
Modi’s doorbraak namens de BJP, was zijn uitverkiezing als deelstaatpremier van Gujarat in 2001. Hij kreeg in die functie nationale bekendheid door investeringen binnen te slepen en grote infrastructuurprojecten te ondernemen, zoals de aanleg van nieuwe snelwegen. Daarmee wist hij enigszins de aandacht af te leiden van de bedenkelijker reputatie die hij verwierf rond de rellen in de deelstaat in februari 2002. In meerdere steden gingen hindoes de straat op nadat 59 pelgrims waren omgekomen bij een treinbrand. Later onderzoek wees op een ongeluk, maar dat weerhield woedende relschoppers er niet van hun wraakgevoelens te botvieren op lokale moslimgemeenschappen. In de pogroms vielen uiteindelijk meer dan duizend doden, vooral moslims. Bevelhebber Modi zou de politie hebben opgedragen de hindoenationalistische knokploegen hun gang te laten gaan.
Er volgden onderzoeken naar de betrokkenheid van de BJP-prominent, Modi kreeg een visumverbod opgelegd in de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk vanwege de gewelddadigheden. Dat werd pas ingetrokken toen hij in 2014 werd verkozen tot premier.
Binnen de BJP en RSS kreeg Modi door dit oogluikend toestaan van het geweld tegen minderheden juist het imago van een sterke, ideologisch gedreven leider. Hij bleef dertien jaar in het zadel in Gujarat, en gold als een machtiger lid dan nationale ministers en zelfs dan BJP-oprichter en premier Atal Bihari Vajpayee.
Modi claimt in deze periode in ‘zijn’ deelstaat het beleidsmodel te hebben ontwikkeld dat hij in latere jaren zou pogen uit te rollen over heel India: de combinatie van economische ontwikkeling en de stelselmatige achterstelling van religieuze minderheden. „Ik ben een nationalist, omdat ik wil dat het land waarin ik geboren ben, slaagt. En ik ben geboren als hindoe. Ik zie daar niets verkeerds in – noem mij een hindoe-nationalist”, zei hij in 2013 tegen persbureau Reuters, toen duidelijk werd dat hij zou meedingen in de nationale verkiezingen.
Die bravoure viel in goede aarde bij RSS-leden, die in hem de voormalige lokale vrijwilliger herkennen. De RSS mag dan officieel geen politieke organisatie zijn, honderdduizenden leden gingen voor hem in de afgelopen twee verkiezingen van deur tot deur. Voor Modi vormen de vele lokale hindutva-afdelingen daarmee kant-en-klare campagnekantoortjes. Op campagne in 2014 verspreidde hij onder hen maskers met zijn gezicht, later gebruikt hij hologrammen. En hij refereerde geregeld aan zijn bescheiden afkomst, om daarmee kiezers en vrijwilligers uit de laagste kasten en armen aan te spreken: de ideale hindoe-samenleving hoeft niet te bestaan uit alleen maar Brahmins, leden uit de hoogste kaste.
Babykrokodil
In zijn geboortedorp Vadnagar lijken herinneringen aan de premier en politieke mythe rond zijn persoon, door elkaar te lopen. Zo herinnert Shri Shamaldas, een klasgenoot die vaak bij de familie Modi over de vloer kwam, zich dat Modi ooit eens een babykrokodil ving – „met zijn blote handen” – de zeventiger houdt twee gebalde vuisten bij elkaar alsof hij een denkbeeldige staart vasthoudt – „en hij nam ‘m zo mee naar school. Wij schrokken ons rot, en toen heeft hij het dier ook weer teruggebracht.” Dat is precies zoals wordt verteld in een stripboek voor kinderen over Bal Modi, (‘het jongetje Modi’). Het personage heeft meer weg van een jonge heilige, die precies doet wat zijn moeder hem zegt, de afwas doet, soldaten te eten geeft, een sporttalent blijkt en schoolgeld voor klasgenootjes ophaalt.
Buurvrouw Sakeri Ben (95), herinnert zich Modi als onstuimig: „Als hij de theekoppen niet brak, dan gooide hij wel met zijn boekentas.” Haar jeugdvriendin, Modi’s moeder Heeraben, maakte zich geregeld zorgen over wat er van het drukke baasje terecht moest komen. Ben: „Maar ik zag hem als een jongen die erop gebrand was zijn eigen keuzes te maken.”
Die eigengereidheid leidde tot een schandaal, toen hij in zijn late puberteit een gearrangeerd huwelijk verliet. „Voordat het bruidje bij het gezin-Modi introk, pakte hij zijn spullen en vertrok. Niemand begreep wat hij van plan was”, herinnert Ben. Nog steeds is er weinig bekend over wat Modi daarna precies deed, totdat hij enkele jaren later in Ahmedabad voor de hindoenationalisten aan de slag ging. De privéaangelegenheid werd verzwegen: een celibatair, ascetisch leven past beter bij de dogmatische visie van RSS-puristen.
Indiase media kwamen Modi’s echtgenote Jashodaben Chimanlal tien jaar geleden op het spoor, omdat de BJP-verkiezingskandidaat voor de landelijke verkiezingen in zijn officiële papierwerk had aangegeven gehuwd te zijn. Ze is van hem „vervreemd”, vertelde zij toen.
Als premier presenteert Modi zich liever als getrouwd met India, officiële gelegenheden zoals staatsbanketten woont hij alleen bij.
Persoonlijkheidscultus
Modi beloofde aan de RSS dat hij het ideaal van de Hindu Rashtra zou waarmaken. Niet eerder was een regering zo ver op streek. Als de BJP opnieuw de algemene verkiezingen wint, zal de regering waarschijnlijk het seculiere en pluriforme karakter van de Indiase staat verder ontmantelen.
Zulke bestuurlijke hervormingen worden door hindoe-nationalisten toegejuicht. Toch klinkt uit de rangen van zowel de BJP als de RSS langzamerhand kritiek over de hoofdrol die Modi inmiddels voor zichzelf opeist.
Al in zijn jaren als deelstaatpremier in Gujarat lag hij geregeld met de RSS-top overhoop. Aan de persoonlijkheidscultus van Modi is nu nergens in India nog te ontsnappen – zijn gezicht prijkt overal, op de vaccinatiepapieren tijdens de coronapandemie, maar ook op maandelijkse gerantsoeneerde zakken rijst voor arme gezinnen.
Kritiek van buitenaf, bijvoorbeeld op zijn handelen in Gujarat, wordt niet op prijs gesteld. Toen de BBC twee jaar geleden in het Verenigd Koninkrijk een portret uitzond waarin uitvoerig werd stilgestaan bij zijn rol in de gruwelijkheden, haalden Modi en BJP-ministers fel uit naar het medium. De documentaire was ‘neokoloniaal’ en ‘vijandig jegens India’.
Sowieso duldt Modi weinig kritiek. Als premier heeft hij geen enkele persconferentie gehouden. Liever ontwijkt hij kritische vragen van journalisten en brengt zelf direct zijn boodschap aan de man, via een maandelijks radioprogramma. De ene keer zet hij de Indiase raketgeleerden in het zonnetje die een succesvolle ruimtemissie hebben volbracht; de volgende maand spreekt hij over zijn favoriete yoga-poses.
Pinautomaat
Dat de Indiase premier het G20-voorzitterschap vorig jaar gebruikte als zijn persoonlijke visitekaartje aan de wereldpolitiek, was tot daar aan toe. Maar bij binnenlandse plechtigheden spreekt hij inmiddels in derde persoon over zichzelf. Tijdens de opening van de belangrijke Ram-tempel in Ayodhya, het slotakkoord van een decennialang bitter landdispuut tussen hindoes en moslims, dichtte Modi zichzelf de rol toe van priester voor de eerste ceremonie en stelde dat zijn positie als premier „door god gegeven is”. Dergelijke uitspraken gaan juist sommige fanatiekelingen uit de hindutva-gelederen te ver: de hindoestaat zou immers een collectief project moeten zijn.
Bovendien schittert de premier in sommige plekken, die cruciaal lijken voor zijn narratief, juist door afwezigheid. Zoals in de voorsteden van Varanasi, de zetel die hij in het parlement vertegenwoordigt. In het afgelopen decennium zorgde hij ervoor dat flink werd geïnvesteerd in de beroemde tempelstad. Zo werden de eeuwenoude kades aan de heilige Ganges gerenoveerd om meer toeristen naar de stad trekken – voor Modi de perfecte combinatie van modernisering en religieuze devotie.
Maar van die inzet is in de voorsteden van Varanasi eigenlijk niets te merken. Modi ‘adopteerde’ enkele kleine dorpjes aan de oevers van de Ganges, waar het schort aan basale voorzieningen, om daar zijn sociale beleid tentoon te spreiden. Er kwam nieuw sanitair bij de kleine huisjes, en er werd een bankfiliaal geopend. Maar de dorpelingen verdienen te weinig om de nieuwe geldautomaat gaande te houden en de toiletblokken zijn niet aangesloten op een riool. Het digitale schoolbord dat werd gedoneerd, werd na één schooljaar verhuisd naar een ander dorp.
Amper vijf jaar na Modi’s tweede uitverkiezing en zijn beloftes aan de inwoners van Nagapur, is van alle projecten eigenlijk alleen een bankje aan de katoenvelden echt bruikbaar. Tegen de rugleuning is een groot goudkleurig plakkaat geschroefd dat herinnert aan de moeite die de premier zich voor het dorp heeft getroost.
„Zeshonderd gezinnen in dit dorp bieden Modi misschien tweeduizend kiezers”, stelt een sociaal werker die liever anoniem blijft. „Ze hebben de premier hier nog nooit gezien, al hoorden ze over zijn beloften. Misschien zijn zijn plannen gewoon té groot.”
Wat heeft Modi de afgelopen tien jaar in India bereikt?
Premier Narendra Modi wil voor de derde keer op rij de verkiezingen in India winnen. Volgens zijn hindoe-nationalistische partij BJP beleeft het land onder hem een „Achhe din” (‘gouden tijd’). Wat zeggen de cijfers over Modi’s impact?