Op de dag dat Daniel Roberts uit de gevangenis komt, nu vijf jaar geleden, loopt hij met zijn tassen richting het station om de trein naar Londen te nemen. Hij zet net de tassen even neer als een limousine hem tegemoet rijdt. De chauffeur vraagt door het raampje hoe hij heet.
„Daniel Roberts.”
„En je bijnaam?”
„Tiny. Tiny Boost.”
„Mooi”, zegt hij en wijst naar de auto. „Dan is deze voor jou.”
Daniel gaat zitten op de leren bank en ziet dat er champagne klaarstaat. De chauffeur kijkt om: „Met de groeten van je vriend Giggs.”
Dat is het moment dat het tot Tiny doordringt dat rap meer kan zijn dan een hobby. „Ik realiseerde me: terwijl ik vastzat, had m’n buurjongen Giggs een carrière gebouwd op hiphop. Met succes zo te zien. Dat dat mogelijk is, ook als je uit Peckham komt, had ik niet eerder bedacht.”
Tiny Boost (32) zit in het zwart gekleed tegenover me op een zwarte bank in een studio in Oost-Londen. Hij zat 8,5 jaar vast voor vuurwapenbezit – extra lang omdat hij eerder voor hetzelfde was opgepakt. Sinds zijn vrijlating werkt hij aan zijn rapcarrière, met vriend Giggs als mentor. „Als tiener had ik geen ander toekomstbeeld dan geld verdienen met drugs of andere illegale dingen. Giggs gaf me een nieuw perspectief.”
In de gevangenis had hij genoeg aantekeningen gemaakt en teksten geschreven om een album te vullen. Hij zet een nummer voor me op, ‘On The Corner’. Door de ruimte dreunt zijn donkere stem, soms paniekerig, alsof hij op de vlucht is. Het album, Strictly For The Streets (2018), gaat over het leven in de buurt waar hij opgroeide.
Die buurt is de wijk Peckham in de Zuid-Londense gemeente Southwark, ten oosten van Brixton en Camberwell, ten westen van Lewisham en Woolwich. Ook inmiddels bekende rapsterren als Dave, Stormzy, Skengdo en AM komen hier vandaan. Deze faam is nieuw voor een wijk die, naast enkele welvarende delen, ook veel sociale problemen kent en regelmatig in het nieuws komt met berichten over steekpartijen, drugshandel en jeugdwerkeloosheid.
Southwark staat, volgens een universitaire studie uit 2021, in de Top-10 van noodlijdende gemeenten, niet alleen van Londen maar heel Engeland. Hier zijn armoede- en werkloosheidscijfers hoog en is er 15 procent meer misdaad dan in de rest van Londen, aldus crimerate.co.uk.
Foto’s: Erik van Cuyk
Nu waren er andere berichten: over succesvolle buurtgenoten die op de radio gedraaid werden en op populaire festivals optreden. Peckham werd de bakermat van UK Drill, het uit Chicago overgewaaide genre dat in de teksten realistisch verslag doet van drugshandel en afrekeningen, en in Engeland nog iets kaler en grimmiger klinkt dan het in de VS al deed. De Britse stijl werd de blauwdruk voor internationale navolging, ook in Nederland.
Peckham is en levendige buurt, met een dorpse bouwstijl en veel kleine eethuisjes. De demografie is gevarieerd, met ongeveer vijftig procent witte Europeanen naast inwoners met een migratie-achtergrond uit Azië en de Arabische wereld. Het overgrote merendeel, bijna veertig procent, is van West-Afrikaanse afkomst: uit Senegal, Ghana en vooral Nigeria. De grootste overzeese gemeenschap van Nigerianen woont in Peckham.
Cateraar
Op een zonnige middag loop ik vanuit Peckham naar café Johnnies in het nabijgelegen Camberwell en ontmoet daar Gbemi Oko, alias G-Eye (27). Zijn pas geboren dochter hield hem de hele nacht wakker, vertelt hij. Na een kop warme chocolademelk vertelt hij over de situatie van de jonge mensen die hij hier kent.
We lopen de hoek om. In deze omgeving staan zowel nieuwe luxe appartementen, voor de vermogende bewoners, als sociale woningbouw, oftewel ‘estates’, hier in de vorm van lage woonblokken van baksteen.
Verderop, op twee hoog, groeide G-Eye op met zijn moeder en oudere broer, en hij woont er nog steeds. In de keuken bereidt hij Nigeriaanse maaltijden, als cateraar. Leuk om te doen, zegt hij, maar hij was liever rapper geworden.
Meerdere straathoeken waren ooit een plaats delict. G-Eye wijst: daar, daar en daar. „Iedereen hier kent wel iemand die is doodgeschoten of neergestoken”, zegt hij. Ondanks intensievere opsporing door de Metropolitan Police, sinds 2000, en zware celstraffen (tot tien jaar) voor wapenbezit, vinden hier nog steeds regelmatig steekincidenten plaats – knife crimes – door jongeren, soms niet ouder dan vijftien, en vaak op klaarlichte dag. Aanleiding waren soms diefstal van een telefoon of elektrische fiets, of een uit de hand gelopen ruzie.
Zelf heeft G-Eye zich in het verleden beziggehouden met niet nader benoemde illegale zaken. Ook droeg hij meestal een wapen bij zich voor ‘zelfverdediging’: „Als anderen er een hebben, dan moet je wel.” Zijn broer zat drie keer in de gevangenis, hijzelf nooit. Hij schudt zijn hoofd: „Dat kon ik mijn moeder niet aandoen.”
Grootste volksopstand
De duistere muziek die hier vandaan komt, kun je beschouwen als weerslag van dit soort gebeurtenissen. Maar er lijkt sprake van een ommekeer, zowel muzikaal als sociaal. Een van de aanjagers van sociale verandering in de buurt is Nicholas Okwulu.
Okwulu (57) werkte als vertegenwoordiger tot hij acht jaar geleden besloot dat hij zich voor de lokale gemeenschap wilde inzetten, en fiets- en reparatielessen voor buurtgenoten begon te organiseren, om het fietsen te stimuleren.
In de voormalige parkeergarage van Ledbury Estate, een hoogbouwcomplex met sociale woningbouw in het noorden van Peckham, laat hij me zijn huidige onderneming zien. Wegens brandgevaar mochten er geen auto’s meer staan en Nicholas overtuigde de gemeente dat hij hier iets voor jongeren wilde opzetten. De ‘Bike Man’, zoals hij bekend staat, wijst naar de deuren links en rechts in de langgerekte ruimte: achter elke deur zit een studio of atelier waar jonge buurtbewoners schilderen, muziek maken, bloemschikken of computers repareren. Even verderop, op Old Kent Road, bouwt hij nog een loods met ateliers en oefenruimtes.
Foto’s: Erik van Cuyk
Want een van de oorzaken van de problemen onder jongeren is het gebrek aan faciliteiten, denkt hij. „In deze wijken zijn geen buurthuizen, sportzalen of clubs meer te vinden”, zegt Nicholas. „Die afbraak is zo’n twaalf jaar geleden ingezet.” Hij preciseert het moment: de zomer van 2011, toen Mark Duggan, een 29-jarige man van Iers-Caraïbische afkomst, door de politie in Noord-Londen werd doodgeschoten, waarna een grootschalig protest uitbrak onder jongeren in Brixton, die zijn dood als racistisch politiegeweld beschouwden. Vanuit Zuid-Londen verspreidden rellen, plunderingen en demonstraties zich over het land, naar steden als Birmingham en Manchester. Ze zouden in ruim drie weken uitgroeien tot de grootste volksopstand in de recente Britse geschiedenis.
Vanaf 2011 voerde de Britse overheid grote bezuinigingen door, die in het hele land grote gevolgen hadden. „Wat de overheid deed noemde ze ‘bezuinigen’, maar ik noem het straf.” Nicholas klinkt nu geëmotioneerd. „Straf voor de rellen. Afro-Britse jongeren zijn het zwaarst geraakt door het afschaffen van lokale gemeenschapsvoorzieningen.” Want al wordt er de afgelopen jaren door de overheid in de wijk geïnvesteerd, dat geld ging volgens hem niet voldoende naar jongeren. „Ze kunnen nergens heen, dus hangen ze rond op straat en komen in de problemen.”
Nicholas doelt op de ‘gang-cultuur’ in deze omgeving. Groepen jongeren die rondhangen, rappen, en soms verwikkeld zijn in criminele zaken. Ze noemen zich vaak naar hun buurt: Peckham Boys of Harlem Spartans (‘Harlem’ staat voor Kennington). De sfeer tussen de groepen onderling is vaak vijandig. Confrontaties tussen afzonderlijke leden leidden in het verleden tot enkele dodelijke incidenten, die op hun beurt weer tot nieuwe incidenten leidden. Het is deze cultuur die zich weerspiegelt in drill-rap.
Drake is fan
Een spil in de drill-scene was Joshua Eduardo João, alias Blanco, uit Kennington. De inmiddels 24-jarige rapper-zanger treedt aanstaande zaterdag op in de Melkweg in Amsterdam tijdens Oyster, het festival voor nieuwe hiphop en r&b uit London. Als veertienjarige richtte Blanco de groep Harlem Spartans op, die zo’n veertig leden zou krijgen. Behalve vrienden die het voor elkaar opnamen in straatconfrontaties, waren ze rappers. Hun donkere drilltracks met gewelddadige teksten leverden miljoenen streams op, ook de Canadese rapper Drake verklaarde zich fan.
In 2017 werd Blanco gearresteerd voor bezit van een mes en vuurwapen, en zat hij twee jaar vast. In die periode overleed ook zijn vader. Hij bezocht de begrafenis – geboeid aan een bewaker. Over de rivaliteit tussen de jongerengroepen onderling wil hij niet veel zeggen. Hij haalt zijn schouders op, „It’s tribal, innit?”.
Ook zijn huidige woonplaats noemt hij niet. Na zijn vrijlating in 2019 vertrok hij uit Kennington omdat hij ‘niet meer steeds over zijn schouder wilde kijken’. En hij zweerde de drillstijl af. „Toen ik uit de gevangenis kwam, vond ik het genre te beperkt. En ja, Bis en Latz waren dood, en andere Spartans-leden zaten vast. Ik ben alleen verder gegaan.”
Foto’s: Erik van Cuyk
Toen hij weer muziek begon te maken, dacht hij terug aan de Braziliaanse en Portugese liedjes die zijn Angolese ouders vroeger draaiden. Uit deze stijlen brouwde hij een eigen mix, waarin hij strooit met ritmes uit kuduro (dance uit Angola) en saxofoonaccenten uit de Braziliaanse baile-funk. Zo kiest een deel van de muzikanten nu een nieuwe aanpak: ze vertellen geen verhalen over Londen meer, maar richten ze zich op hun eigen West-Afrikaanse achtergrond. Ze zijn geïnspireerd door de muziek uit hun jeugd, maar ook door de nieuwe status die artiesten uit Zuid-Afrika (de dance-stijl Amapiano) en West-Afrika de afgelopen jaren hebben verworven. Nigeriaanse zangers als Burna Boy en Wizkid hebben succes in zowel West-Afrika, als Amerika en West-Europa. Lokale ritmes, zoals de ‘Afrobeat’ van de Nigeriaanse held Fela Kuti, worden met eigentijdse ritmiek en elektronica gemixt tot een sprankelend geheel. Dat doet Blanco ook. In zijn nieuwe nummers rapt hij nog steeds, maar op een springerige toon.
Yoruba
Over haar ‘nieuwe stijl’ vertelt ook Jasmine Remi-Ilori (29), alias Mz J4zzie, tijdens een telefoongesprek. Jasmine groeide op in Camberwell, samen met haar moeder. Als kind mocht ze nooit op straat spelen, vertelt ze: „Dat was te gevaarlijk.” Iedere dag werd ze door haar moeder uit school gehaald, waarna die haar meenam naar haar werk, ook als dat betekende dat Jasmine, enig kind, alleen in de auto zat terwijl haar moeder ouderen verzorgde.
Jasmine studeerde rechten, heeft een voltijdsbaan als studieadviseur en woont in Oost-Londen. Behalve jurist is ze ook rapper. Eerst rapte ze voor de achterban in Londen. „De teksten en klanken waren grimmig”, zegt ze. „Ik had het over wat ik om me heen zag gebeuren.” Zoals de regels: „Some people they turn to crime to pave a way/ Who’s to blame when there’s no compass to guide they.”
Inmiddels is het haar droom om bekend te worden in Nigeria, het land waar haar moeder vandaan komt. Jasmine noemt Burna Boy als voorbeeld: hij komt uit Nigeria, legde de basis van zijn carrière in Londen, keerde terug naar Lagos en begon daar zijn zegetocht.
Vanuit Londen werkt Jasmine nu met een producer in Nigeria. Zij stuurt hem vocalen, hij maakt muziek en stuurt de resultaten terug. In het pas verschenen ‘Soro Soke’ klinken zwijmelende synthesizers, terwijl Jasmine laat weten ‘Your daddy and your brother both want me’. „De muziek is vrolijker en ritmischer. En ik zing Nigeriaans, bijvoorbeeld kilonshele, dat ‘hoe gaat het?’ betekent.” Ze lacht hartelijk. „Nee, ik spreek geen Yoruba. Daarbij helpt mijn moeder.”
In een ruime studio in Croydon ontmoet ik manager Ade Shonubi en rapper Tinotenda Gandanzara, alias LeoStayTrill (‘true en real’). Leo deed als 14-jarige mee aan The Voice Kids en had afgelopen herfst zijn eerste hit met het grappig-minimalistische ‘Honeybun’. Leo, nu 17, komt rechtstreeks uit school, hij heeft zijn uniform nog aan. Shonubi haalt een zak wiet tevoorschijn en zegt dat de opnamen zo beginnen. Als de producer een track aanzet springt Leo op en begint te dansen en rappen, terwijl hij ondertussen een voetbal hoog houdt.
Ade Shonubi (23) werkt met acht artiesten, vaak met een West-Afrikaanse achtergrond: Ghana, Nigeria, Sierra Leone. Of zuidelijker, zoals Leo, die een Zimbabwaanse achtergrond heeft. De een verwerkt de Afrikaanse invloed subtiel, in een jazzy shuffleritme. De ander strooit met frasen als ‘African Queen’ en samples van een rinkelende highlife-gitaar.
Shonubi, zelf van Nigeriaanse afkomst, omschrijft de stijl van zijn muzikanten als ‘Afro-rap’. Ze klinken optimistischer dan de door Amerikaanse hiphop beïnvloede muzikanten. „Bij Leo hoor je een Zimbabwaans accent, vooral als hij rapt. Anderen klinken soms zwaarder. Leo heeft een fris geluid.”
Op zijn dertiende was Ade ook rapper maar hij ontwikkelde zich tot muziekentrepreneur. Hij stuitert bijna van enthousiasme als hij vertelt over zijn methode. Om drie uur ’s ochtends begint hij te scrollen door TikTok om nieuw talent te ontdekken. „Dan ben ik de eerste! Zo heb ik al allerlei artiesten gevonden.”
Hij vertelt over een van zijn artiesten die vorige week bij een geweldsincident betrokken was. De buurt heeft hem ‘in de greep’, zegt Ade, die opgroeide in Lewisham. Voor zijn veiligheid, zegt hij, verhuisde hij onlangs naar Essex, zo’n twee uur rijden hier vandaan.
Ade zou de muziek en de sfeer willen veranderen. Hij wil dat het veiliger wordt, en duurzamer. Zijn bedrijf heeft hij naar deze doelstelling vernoemd: Fly Str8. Houd je koers recht.
PlaylistPeckham, Oyster 2024