Het is nog voor negen uur ’s ochtends in vakantiepark Hof van Saksen en badmeester Robert-Jan Kerdijk loopt op zijn slippers door een glijbaan. De ‘droogcontrole’ heet dit: voordat het zwembad opengaat, en voordat er honderden en honderden kubieke meters water door deze buizen gejaagd worden, controleert iemand op scherpe puntjes, of de kitnaden nog goed zijn. Of er niet, bijvoorbeeld, een sieraad is blijven steken in één van de naden, want daar zou iemand zich bij het glijden lelijk aan kunnen openhalen.
„Het is niet mijn hobby, nee”, zegt Kerdijk. „Ik ben best lang, en om dan tweehonderd meter gebukt door zo’n buis te gaan… en het kan glad zijn, je kunt uitglijden. Die buis is nooit kurkdroog, er is altijd wel wat condens.”
Het echoot enorm, zo’n lege glijbaan, de slippers piepen.
Negen van de tien keer is alles in orde, maar je weet het niet. „Soms wordt er ’s nachts iets gerepareerd en laten ze een schroefje of iets dergelijks liggen.” Vandaag blijkt een van de remmatten in de trechter van de Bombo een beetje los te zitten.
De Bombo, dat is de spectaculairste van de vijf glijbanen van Hof van Saksen. Je moet er minimaal acht jaar oud voor zijn, minstens 1,20 meter lang en je moet je A-diploma (of een buitenlands equivalent) hebben. Dan ga je in een grote gele zwemband met vier zitplekken zitten – met minimaal één ander, want er is tegengewicht nodig – en dan begint het nog rustig, zoals een achtbaan rustig begint, beetje snelheid opbouwen, bochtje maken, en dan volgt een plotse vrije val van tien meter richting de grootste indoor zwembadtrechter ter wereld, waar je als in een halfpipe herhaaldelijk tegen de krullende wanden omhoog buldert, om dan vlak voor je de volgende smalle buis ingaat even te worden afgeremd door zwarte remmatten.
En een daarvan zit dus los. Robert-Jan Kerdijk heeft het doorgegeven.
Op een klein touchscreen aan de muur bij het informatiepunt, midden in het zwembad, zet hij om kwart over negen de pompen van de glijbanen aan. Het water begint te stromen. Als ze allemaal op volle kracht zijn – in badmeestertermen: als de gewenste flow is bereikt – gaan boven de startbakken de groene lichten aan.
Daarna is het de bedoeling dat de badmeester voordat het bad om tien uur opengaat nog alle vijf de glijbanen aan een testrondje onderwerpt, iets wat Kerdijk – „Lekker van de glijbanen af!” – duidelijk stukken leuker vindt dan de droogcontrole.
Badmeesters in Armani
Hof van Saksen, bij het Drentse buurtschap Nooitgedacht, is een vakantieresort „in het luxe segment”, zoals general manager Frank Bulthuis het zegt. Een „premium resort met een hoger serviceniveau”. Dat is ook wat hem erin aantrok in 2008, toen hij nog management, economie en recht studeerde en een afstudeerstage in de ‘hospitality’ zocht. Het park was toen net een jaartje open. „Ik las in het Dagblad van het Noorden – bij toeval, mijn vader las ’m altijd – dat Giorgio Armani de bedrijfskleding had ontworpen, tot aan dat van zwembadpersoneel aan toe.”
Dat vond hij interessant, dat prestigieuze. Piet Boon ontwierp het interieur van de Saksische ‘boerderijen’, zoals de huisjes hier genoemd werden. „Meesterkok Robert Kranenborg was betrokken. Ze wilden een Michelinster. Gelijk zeshonderd woningen, uit het niets. Daar wilde ik bij zijn.”
En luxe is het. Midden in de zomer kost een midweek in een huisje voor vier personen 1.600 tot 1.800 euro. Er zijn gasten, zegt retail manager Erik Askamp, die na aankomst nog voor 200 tot 300 euro aan boodschappen bestellen bij de Noordermarkt, zoals de kleine supermarkt van het resort heet.
Als je de Presto onder de knie hebt, haal je de 60 km per uur
Daar hebben ze onder meer speciaal voor Hof van Saksen gebrouwen biertjes van Maallust, lokaal geklopte meringue en tweeëntwintig soorten schepijs. Er komt binnenkort een koelvitrine van anderhalve meter vol macarons, 2 euro per stuk. Antonino ‘Nino’ Granza Rocchetta, de chef-kok van het Italiaanse restaurant op het resort, haalt 25 jaar oude balsamico en authentieke Parmaham rechtstreeks uit Italië.
Kinderen (want 95 procent komt met kinderen) kunnen naar een naai-atelier, meedoen aan een voetbalclinic of onder begeleiding van een archeoloog echte botten van oerossen, wisenten en mammoeten opgraven. (Versteend, weliswaar, en drie weken na de vondst gaan ze weer de grond in.)
Het park ging na tegenvallende bezoekersaantallen failliet in 2012, maar kon drie weken later alweer open omdat vastgoedinvesteerder Driestar het voor 35 miljoen overnam en er 50 miljoen in investeerde. Expliciet werd toen uitgesproken dat het park luxer moest worden. Het investeringsgeld ging onder meer naar de glijbanen.
Lees ook
Landals nieuwe ‘paradijs’ in Drenthe
Snelheidsrecord
Daar is het rond elf uur, half twaalf het drukst. Al is de zomervakantie wel rustiger dan een willekeurig weekend buiten de schoolvakanties om, in oktober of december bijvoorbeeld. Dan komen mensen voor één weekendje en staan er op zaterdagochtend lange rijen te wachten op zo’n band waarmee ze van de glijbanen af kunnen. „In de zomervakantie zitten mensen hier een week, of twee weken”, zegt badmeester Kerdijk. „Dus dan is het veel meer gespreid. En ze kunnen ook naar het recreatiemeer als het warm is.”
Vooral jongens dagen elkaar graag uit op de Presto, de glijbaan die puur gericht is op snelheid. Geen trechters, geen discolichten, je hoeft niet in zo’n band. Gewoon op je rug, voeten vooruit en hard gaan. Als je de Presto een beetje onder de knie hebt, haal je de 60 kilometer per uur en ben je in ongeveer 10 seconden beneden.
Op een groot scherm bij de finish zie je naderhand hoe snel je ’m precies afgelegd hebt. De beste tijd ooit staat er ook vermeld: 8,76.
„Dat is een collega”, zegt Kerdijk. „Bram. Die werkt hier alleen op maandag, de rest van de week zit hij in het magazijn.”
Foto’s: Folkert Koelewijn
Ze gaan weleens na het werk glijden, „of als we een werkoverleg hebben, eens in het kwartaal, dan gaan we daarna nog even van de glijbaan.” Zijn eigen record is 9,41. „Ja, niet supersnel.”
Hoe kwam de illustere Bram dan aan die tijd? „Kijk, wij hebben dit natuurlijk hónderden keren gedaan”, zegt Kerdijk. „We dachten eerst: schouderbladen omlaag, armen gekruist op de borst, benen gekruist bij de enkels. Bram probeerde iets anders: het bovenlichaam juist een beetje bol maken, één hak op de baan. Goed afzetten is belangrijk. Een beetje gewicht hebben helpt ook.”
Dennis Anholts, een andere zwembadmedewerker, vertelt dat Bram er weleens bij gaat staan als bezoekers de snelste tijd proberen te verbreken. Dan wijst hij op het scherm en zegt: dat ben ik, dat is míjn tijd.
Zó, zeggen die jongens dan. Heb je tips voor me?
Altijd ‘ja’ antwoorden
Onderdeel van de beoogde gastvrijheid van dit resort, zegt general manager Frank Bulthuis, is dat medewerkers tegen iedereen altijd goedemorgen, goedemiddag of goedenavond zeggen, en „altijd ja antwoorden op een hulpvraag”.
Dan beloof je nogal wat, want soms kan iets simpelweg niet. De badmeester kan tips geven voor een rappe tijd op de Presto, natuurlijk. Maar als iemand naar de balie komt en vraagt of er een kapper op het resort is? „Nee, die is er niet”, zegt Bulthuis. „Maar dat mogen we dus niet zeggen. Dan zeg je: er zit een kapper in Rolde, hier vlakbij, zal ik daar een afspraak voor u maken?” Of als een restaurant vol zit terwijl iemand er wel graag wil eten. „Dan is het de kunst om te vragen: kan het op een ander tijdstip, kan het in een ander restaurant, kunnen we wat laten bezorgen?”
Foto’s: Folkert Koelewijn
Manager retail Erik Askamp zegt inderdaad ‘goedemiddag’ tegen iedereen die hij ziet als hij rond vijf uur door hoofdgebouw Havezat loopt, waar onder meer de spa, meerdere restaurants, het zwembad en de ‘Gift and Fashion Shop’ gevestigd zijn. Ook als twee jongemannen hem tegemoetkomen.
„Dag meneer”, zegt een van hen.
„Dag jongens. Gaan jullie lekker zwemmen?”
„Wij gaan lekker zwemmen.”
„Goed zo. Zwem ze.”
„Personeel”, licht hij toe als ze doorgelopen zijn. „Mag ook zwemmen. Vinden ze leuk.”
Sterker nog: het schijnt dat de snelste tijd van de glijbaan op naam van een medewerker staat.
„Ja, klopt. Bram, denk ik.”
Da’s ook wat. Waarom weet zelfs de retailmanager dat Bram het record van de Presto op zijn naam heeft staan?
„Och”, zegt Askamp, „Bram werkt hier al heel lang. Die mag graag weten dat-ie de snelste is.”