In Suriname vertelt schrijfster Elena Beelaerts over haar overgrootvader, die slavenhouder was: ‘Dit is een doorbraak, dit is wat we nodig hebben’

Zaterdag 31 meiSlavenhouder

Een tas vol boeken ingecheckt.

Je boek naar Suriname brengen?!? Hoezo? Voor mij is het de vanzelfsprekende volgende stap op mijn pad. Sinds ik in gesprek met mijn stokoude grootmoeder ontdekte dat haar overgrootvader, Theodore Bray, slavenhouder was in Suriname, raakt de slavernijgeschiedenis mij persoonlijk. Mijn besef delen van de wond van dit verleden.

Ik ga dit doen.

zondag 1 juniBevalling

Ik zie de Surinamerivier vanaf mijn balkon. Bel met het thuisfront: mijn eerstgeborene vandaag 19 jaar. Ik voel me ver weg.

Nog niets van Marilva, na haar laatste bericht: „Ik lig hier en wacht op de komst van de baby.” Dan, na het ontbijt: „Ik was in het ziekenhuis hoor. Ik ben bevallen van een jongen. WELKOM IN SURINAME.”

Zij is essentieel geweest voor mijn onderzoek in het Evangelische Broederarchief. „Weet niet of ik naar je presentatie kan komen, de banken zijn hard.”

’s Avonds neemt Iraida me mee over de brug. Uitkijkend over haar stad proosten we, op de veranda van Peperpot. Hier vlakbij tekende Theodore de afbeelding op de cover van mijn boek. Nu ben ik aangekomen.

Maandag 2 juniPindasoep

Veel regen, maar minder drukkend dan verwacht. Iedereen is druk met de verkiezingen. Zal de uitslag geaccepteerd worden? Wat betekent de NDP-winst? Mijn app stroomt vol. Het radio-interview zo gaat niet door: presentator heeft een schorre keel. Ik begin te twijfelen, klopt mijn verhaal voor morgen wel in Surinaamse context? Ik neem de tijd het helemaal om te gooien. Tot slot brengt pindasoep bij Souposo de nodige versterking en rust.

Elena Beelaerts in Paramaribo.

Foto Ranu Abhelakh

Dinsdag 3 juniOntroerd

Donkerroze dragonfruit voor het ontbijt en watermeloen.

Om 8 uur op de nationale tv, Mmanten Taki. Eerst ongemak. We voeren een open gesprek over oude wonden. Hij zegt dat ik een taboe doorbreek, een oude wond. Gro Skin (kippenvel). Ik ontspan, een beetje.

Bij Apinthie TV staan de stoelen dicht bij elkaar, hier een intiemer gesprek met Iris Landveld en een stevige omhelzing na afloop.

In het hotel, tekst printen, rusten en natuurlijk: wat doe ik aan?

Zeven jaar geleden begon mijn onderzoek in Suriname in het Nationaal Archief, nu mag ik het resultaat daar brengen. Kevin Headley gevraagd als moderator voor vanavond – je weet nooit welke vragen je krijgt.

Iedereen zit. Gedoe met m’n bril, het geluid. Ik deel mijn bedenkingen over de lezing, dat ik mijn verhaal moest aanpassen zodra ik hier was: bijval in de zaal. Ik heb alles uitgeschreven. Het licht is onverbiddelijk. Ik zie iedereen, ben niet zo’n voorlezer en merk dat ik halverwege de wrede passages verstijf, sla er een paar over.

Schrijfster Cynthia McLeod kijkt me aan, ze geeft niet mee. Ik zie iemand op z’n telefoon. Raak ik de zaal kwijt?

„Ik ben blij je te voelen”, zegt Siegmien Staphorst, voorzitter van de Organisatie voor Gemeenschapswerk (NAKS), als ik haar het eerste boek geef. Ze omarmt me, ik voel zachtheid: „Je bent door zware wateren gegaan met je onderzoek, je worsteling, je loyaliteit aan je grootmoeder en hoe je dit brengt, je hebt me ontroerd.” Zij ontroert mij.

Beelaerts in gesprek.

Foto Ranu Abhelakh

Boekpresentatie in het Nationaal Archief Suriname op dinsdag 3 juni.

Foto Ranu Abhelakh

Woensdag 4 juniGelaatstrekken

Vlak voor mijn afspraak bij SRS-radio, tref ik daar Jacqueline op de parking om haar boeken van De Kom en Stedman te geven, van Buku voor Bakkie. In de schaduw staan we even. „Voel je de emotie in de zaal?”, fluisterde ze gisteravond tegen haar buurman: „Ze heeft het niet door. Dit is een doorbraak, dit is wat we nodig hebben.” We vechten tegen wat tranen en ze roept na: „Doe jij je ding.”

Door naar de Kwattaschool, 14- tot 17-jarigen vertel ik over mijn voorvader en we kijken samen naar zijn tekeningen. Ontwijkende blikken tot ik over mijn dyslexie begin. De meisjes ontdooien het eerst.

Heerlijke pitjel, een bara en bami op de markt. Niet eén persoon hier heeft vergelijkbare gelaatstrekken, niemand is de minderheid.

Donderdag 5 juniPlantagehouder

Alwin uit ons koor is dood. We zongen pas nog aan zijn ziekenhuisbed.

„Waarom zeg je plantagehouder en niet slavenhouder, dat is hij toch?”, vraagt Biemla bij ABC-radio. „Vind je het moeilijk om erover te praten?”

Direct daarna een lezing houden in de Anton de Kom Bibliotheek. Ik spreek nu van bulletpoints. Nu ik niet voorlees heb ik meer contact. Hier op de universiteit gaan we dieper op de feiten in, maar ik krijg het meest waardering voor de eerlijkheid over mijn ongemak.

In Tori Oso vanavond kreeg ik kort de vloer bij de boekpresentaties van Chris Polanen en Julien Ignacio. Er ontstaat een fijn en licht ontsporend gesprek over Surinaamse mannen en kwetsbaarheid onder de balken van het verhalenhuis. „Hoe is het nu”, vragen ze, „na het interview van vanochtend?” Prima. In het archief trok ik me een terughoudendheid in de zaal persoonlijk aan, als een afwijzing. Onterecht zie ik nu. We zijn de smalltalk voorbij.

Signeren na de boekpresentatie.

Foto Ranu Abhelakh

Dinsdag 10 juniGeland

„Ach freule, wat ga jíj hier vertellen?” Met die twijfel kwam ik, altijd die zelftwijfel. „Hoe reageert je familie?” Daaromheen cirkelen de vragen. Is wat schuilt achter die vraag hier anders dan thuis?

„Je bent door wateren gegaan, zeggen we hier als je veel meemaakt”, zegt Iraida.

Ik zwem in een kreek, in blaka watra, en hoor live de geluiden die ik bij het schrijven op mijn koptelefoon had; overal groen. Ik voel een ontlading, een fundamenteel moment, mijn verhaal is hier geland, ik ben geland.

Later hoor ik: sommigen geloven dat het de voorouders zijn in ‘Para’. Ze zeggen: „Kom maar hier, mijn kind. Het is goed zo.”

Even stap ik uit de permanente dilemma’s die me heen en weer slingeren, bevrijdend.

woensdag 11 juniOvertroffen

Al mijn verwachtingen overtroffen. Uitgezwaaid met de woorden: „Je bent nog niet klaar hier.”

zondag 15 juniBevrijdend

Ketikoti-programma rondom Ach freule, moderator Jörgen Tjon A Fong, Wereldmuseum.

Het is een bijzondere middag met geweldige bijdragen. Een uitverkocht huis. Alles valt op zijn plek. Theodore Brays tekeningen staan centraal. Ik ervaar vandaag in Amsterdam wat ook in Suriname gebeurde: het is intiem. Het werkt bevrijdend om opnieuw écht te kijken naar de slavernijgeschiedenis, om lucht te geven aan de pijn die al zo lang onuitgesproken tussen ons ettert, ruimte te geven aan nieuwe perspectieven.

Bij de boekpresentatie in het Nationaal Archief Suriname.

Foto Ranu Abhelakh