N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Ambassades Behalve de eigen bevolking lopen in Soedan ook diplomaten gevaar. Een Amerikaans diplomatenkonvooi werd in Khartoem beschoten, de ambassadeur van de EU belaagd, een hoge EU-ambtenaar getroffen.
„Roekeloos en onverantwoord”, noemde de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Antony Blinken de beschieting, maandag, van een Amerikaans diplomatenkonvooi in Khartoem. Zijn Ierse collega Micheál Martin was al even verontwaardigd over de aanval op de ambassadeur van de Europese Unie in het land, de Ier Aidan O’Hara, die door een groep mannen werd belaagd in zijn ambtswoning in de Soedanese hoofdstad. Martin sprak van een „grove schending” van het Verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer, een harde beschuldiging aan het adres van Soedan.
Dat verdrag, opgesteld in 1961 en ondertekend door vrijwel alle landen ter wereld, is slechts een formalisatie van een oeroud gebruik. Als alle landen de veiligheid van elkaars gezanten garanderen, blijven de internationale communicatielijnen namelijk open, ook in tijden van crisis. Dat is in ieders voordeel, zo is de gedachte, en dus is de veiligheid van diplomaten volgens hoogleraar Internationaal Publiekrecht Marcel Brus van de Rijksuniversiteit Groningen een „ontzettend belangrijke traditie”. Een hoeksteen voor internationale gedragsregels: aan diplomatieke onschendbaarheid wordt niet getornd.
Lees ook: Dit moet je weten om het conflict in Soedan te begrijpen, waar een burgeroorlog dreigt
Dat Soedan die diplomatieke bescherming nu blijkbaar niet kan garanderen , is volgens Brus dan ook uitzonderlijk: „Iedereen, ook rebellengroepen, weet dat je diplomaten ongemoeid moet laten.” Volgens universitair hoofddocent Internationale Betrekkingen Jan Melissen van de Universiteit Leiden gaan wereldwijd bij ministeries van Buitenlandse Zaken draaiboeken open en alarmbellen af: „Landen zullen zich afvragen of hun ambassadepersoneel veilig is in Soedan.”
Geen paria, wel fragiel
Dinsdagavond werd eveneens bekend dat een hooggeplaatste EU-ambtenaar die aan het hoofd staat van de Europese humanitaire hulpverlening aan Soedan is neergeschoten in Khartoem. De Belgische Wim Fransen is gewond, maar niet in levensgevaar. Internationale hulpverleners worden tot doelwit gemaakt in het conflict, blijkt uit een intern VN-document, ingezien door persbureau Bloomberg. Daarin staat dat militairen huizen van ngo-medewerkers binnendringen en onder meer auto’s stelen. Ook is er een melding van seksueel geweld. Het is nog onduidelijk wie de diplomaten en hulpverleners aanvielen. Maar wat het antwoord ook is, Soedan heeft zijn reputatie geen dienst bewezen doordat de diplomaten überhaupt gevaar liepen op het grondgebied. „Bovendien”, zo zegt Brus, „zijn allebei de strijdende partijen onderdeel van de Soedanese strijdkrachten, en dus vallen ze onder de verantwoordelijkheid van de staat”. Het kan dus goed dat Soedan niet alleen zijn verplichtingen om diplomaten te beschermen verzaakte, maar zelfs verantwoordelijk is voor de aanvallen.
Dat zou de woede van de EU en de VS over de aanvallen vele malen groter maken. Volgens Melissen is Soedan door de incidenten nog „geen pariastaat, maar is de situatie zeer fragiel”.
Diepe littekens
Als regeringen besluiten dat een gastland te gevaarlijk is, worden familieleden en niet-essentiële medewerkers geëvacueerd en blijft een minimale bezetting achter. Desnoods vervult de ambassadeur vanuit een buurland zijn of haar diplomatieke taken. Maar volgens Melissen zullen landen waarschijnlijk nog niet bereid zijn hun ambassadepersoneel terug te trekken. Zo ook het Nederlandse ambassadepersoneel. Ambassades zijn tenslotte ook in Soedan om hun eigen staatsburgers te beschermen.
Melissen vindt dat niet onderschat moet worden hoe ambassademedewerkers geraakt worden door dit soort geweld: „Ze zijn onderdeel van ons overheidsapparaat, maar vergeet niet dat het ook maar mensen zijn.”
Ambassadeur Irma van Dueren was in Nederland toen de gevechten uitbraken en kan nu niet terugkeren, dus werkt ze vanuit Den Haag. De andere ambassademedewerkers houden contact met vijftig Nederlanders die nog in Soedan zitten. Of ze dat vanuit de ambassade doen, die vlak naast het felbevochten vliegveld ligt, is onduidelijk.
De plaatsvervangend ambassadeur Martijn Lambarts zit sinds zaterdag in ieder geval opgesloten in zijn huis in Khartoem met een beveiliger, zo vertelde hij in een blogbericht op de website van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Zijn kledingkast heeft hij voor het raam geschoven van de logeerkamer waarin hij zich verschuilt, in de hoop dat die de rondvliegende kogels zal opvangen: „Deze kamer is achterin mijn huis en is het veiligst.” Lambarts laat weten dat hij qua voorraden nog goed zit. Hij heeft water, en „flink wat droogvoer zoals muesli”.