Slechts 67 seconden. Meer tijd hadden de leden van de juridische commissie van het Georgische parlement maandagochtend niet nodig om in te stemmen met een omstreden wet. Terwijl ze hun hand opstaken, moeten ze het rumoer van de demonstranten hebben gehoord, voor het parlement aan de Roestaveli Avenue in de Georgische hoofdstad Tbilisi. Even later maakte de oproerpolitie met geweld een einde aan de blokkade van het parlementsgebouw.
De blokkade was het slot van een weekend vol protest in Tbilisi. Zaterdagavond gingen tienduizenden Georgiërs de straat op om te protesteren tegen de ‘Wet over transparantie van buitenlandse invloed’, in Georgië beter bekend als de ‘Russische wet’. De betogers vrezen dat de huidige regering hun land richting Rusland stuurt en de weg naar de Europese Unie blokkeert.
Het was de grootste demonstratie sinds de protesten bijna een maand geleden begonnen, bij de eerste van drie stemmingen over de wet. In aanloop naar de derde stemming van maandagochtend bleven veel demonstranten zondagnacht op straat, waar ze de regen trotseerden met muziek, dans en Europese vlaggen.
Deze dinsdag stemt het voltallige parlement over de wet. Dat is een formaliteit: regeringspartij Georgische Droom, indiener van de wet, beschikt met 74 van de 150 zetels weliswaar niet over een meerderheid, maar krijgt steun van de afgesplitste partij Macht van het Volk. Samen zijn ze goed voor 83 stemmen. Even zeker is dat president Salome Zoerabisjvili, verklaard tegenstander van de wet en van Georgische Droom, haar veto ertegen zal uitspreken. Waarna dat veto vervolgens ongeldig zal worden verklaard door het parlement.
Symbool van polarisatie
De ‘Russische wet’ is uitgegroeid tot het grootste twistpunt in Georgië, en een symbool van de polarisatie in het land met 3,7 miljoen inwoners. Ruim een jaar geleden wilde Georgische Droom de wet ook al aannemen, maar massaal protest leidde toen tot intrekking ervan. In de tussentijd is de wens om bij de EU te horen alleen maar toegenomen. Bij een recente peiling van het Amerikaanse IRI steunde 89 procent van de bevolking in meer of mindere mate aansluiting bij de EU, een stijging van vier procentpunt ten opzichte van de vorige peiling.
Doel van de wet is het zichtbaar maken van buitenlandse financiering van ngo’s en media. Organisaties die meer dan 20 procent van hun budget uit het buitenland ontvangen, krijgen het etiket ‘buitenlands agent’. Het is een etiket dat investeerders en adverteerders afschrikt en gepaard gaat met andere beperkingen.
Onafhankelijke journalisten vrezen grote gevolgen. In Rusland, waar een soortgelijke wet al in 2012 werd ingevoerd, moesten onafhankelijke media als Novaja Gazeta en Meduza uitwijken naar het buitenland. Ook voor de vele stichtingen die democratisering en civil society willen bevorderen, bijvoorbeeld door corruptie te bestrijden, is de wet slecht nieuws.
Volgens Nino Ramisjvili van onderzoeksplatform Studio Monitor zijn er meer dan drieduizend ngo’s in Georgië, en meer dan 90 procent daarvan ontvangt buitenlandse donaties. „We zijn een arm land, we zijn afhankelijk van partners en donors.” Naar verwachting leidt de wet – net als in Rusland – tot vervolging van organisaties die burgerrechten beschermen.
Ironisch genoeg is de omstreden wet volgens Georgische Droom – dat officieel ook EU-toetreding steunt – juist bedoeld om de polarisatie in de samenleving tegen te gaan. Tijdens een persconferentie op zondag zei premier Irakli Kobakhidze dat de „zogenoemde polarisatie aan Georgië wordt opgelegd van buiten”. Volgens Kobakhidze voldoet zijn partij aan de „wil van de Georgische samenleving door de inkomsten en uitgaven van ngo’s en relevante media te openbaren, zodat duurzame vrede, rust en stabiliteit in Georgië beter gegarandeerd kunnen worden”.
Georgische Droom werd in 2012 opgericht door oligarch Bidzina Ivanisjvili. Formeel is hij alleen erevoorzitter, in feite bepaalt hij de koers van partij en regering. Ivanisjvili haalde op 29 april in een zeldzame toespraak fel uit naar het Westen, ngo’s en zijn opgesloten politieke tegenstander Micheïl Saakasjvili.
Volgens critici van Georgische Droom is de wet vooral bedoeld om de politieke en financiële belangen van de mensen rond Ivanisjvili te beschermen. Zij beschouwen de wet als een aanval op het maatschappelijk middenveld, dat nu nog goed functioneert in Georgië, en op kritische media die de zelfverrijking van de politieke elite aan de kaak stellen.
Georgische Droom hoopt bij de parlementsverkiezingen in oktober op een vierde termijn, na overwinningen bij parlementsverkiezingen in 2012, 2016 en 2020. De partij van Saakasjvili, Verenigde Nationale Beweging, speelt geen zichtbare rol bij de huidige protesten. De overige oppositie is versplinterd.
Tweesprong
Voor de Georgische demonstranten staat er meer op het spel dan alleen de ‘Russische wet’. In hun ogen staat hun land op een tweesprong: repressie naar Russisch model of vrijheid naar Europees model. De vergelijking met de Oekraïense Majdanrevolutie van begin 2014 dringt zich op; uiteindelijk moest de pro-Russische president daar het veld ruimen.
Intussen neemt de druk vanuit de EU op de Georgische regering toe. Afgelopen december werd Georgië kandidaatlid. Buitenlandchef Josep Borrell liet eind april echter weten dat de wet „onverenigbaar” is met de waarden van de EU. Borrell: „Als deze wet wordt aangenomen brengt dat Georgië’s voortgang op het EU-pad in gevaar.” De Duitse parlementariër Michael Roth, op bezoek in Tbilisi, zei maandag dat onderhandelingen over toetreding zijn uitgesloten als de wet wordt aangenomen. Dat is precies wat de demonstranten in Tbilisi vrezen.
Lees ook
dit opinieartikel over de rol van de EU